Interview Robbert Welagen: ‘Elke stap kan een misstap zijn’

Het enthousiasme over Raam, sleutel kent geen grenzen. Zo noemde NRC het boek terecht ‘de vrucht van een gerijpt meesterschap’. Ik spreek auteur Robbert Welagen in zijn bosrijk gelegen huis in Zeist. We hebben het over de manier waarop deze roman tot stand kwam.

Door Hugo Jager

‘Ik dacht, wat nu?’ zegt Robbert Welagen. Hij had het eerste hoofdstuk van Raam, sleutel af en wist niet hoe verder te gaan. ‘Ik had zelf het probleem gecreëerd door een stuk te schrijven waarin iemand op dezelfde dag haar vriend verliest en verliefd raakt.’ Hij heeft geen idee hoe hij daarop kwam. ‘Misschien hingen sommige thema’s in de lucht. En plukte ik ze er toevallig uit.’ Er gebeurt veel in dat eerste gedeelte. Schrijfster Karlijn wordt thuis geïnterviewd door Hanna, die veel indruk op haar maakt. Na afloop opent ze een raam. Als ze buiten afscheid neemt, waait de voordeur door de tocht met een smak dicht. Ze heeft geen sleutel op zak en belt met haar vriend Arne. Die komt haar tegemoet fietsen, maar zal haar door een noodlottig ongeluk nooit bereiken. ‘Het is iets wat me al heel lang erg fascineert. Dat je geen controle hebt over wat er gebeurt in je leven. Elke stap kan een misstap zijn. Daar wilde ik iets mee. Het begon allemaal met een kleine handeling, waarmee ik alles in gang heb laten zetten. En dan krijg je een soort kettingreactie.’

Ik dacht, kan ik het wel? Ik was bang om door de mand te vallen met mijn mannelijke blik.

Uitdagingen
Welagen maakte het zichzelf niet makkelijk met zijn negende roman. Zo schreef hij voor het eerst vanuit het perspectief van een vrouw. ‘Ik dacht, kan ik het wel? Ik was bang om door de mand te vallen met mijn mannelijke blik. O, zie je wel: weer zo’n witte hetero-vent die het probeert.’ Zijn vriendin en redacteur lazen daarom kritisch mee. ‘Mijn andere uitdaging was om de thema’s rouw en verliefdheid geloofwaardig samen te brengen.’ Karlijn en Hanna worden verliefd op elkaar, terwijl Karlijn nog bezig is met het verlies van Arne. ‘Op het eerste gezicht zijn het tegenpolen natuurlijk. Het is licht en donker. Maar later kwam ik erachter dat er best wat overeenkomsten zijn. Misselijkheid en slapeloosheid zijn raakvlakken. In beide gevallen lijk je een halve meter boven de grond te zweven.’

Karlijn krijgt te maken met een enorm schuldgevoel. ‘Ze voelt nog iets voor een dode man en ook voor een levende vrouw. Om dat allemaal te verbinden, ik moet zeggen, daar had ik schrijfplezier in. Dat zeggen schrijvers niet zo vaak geloof ik.’

Gummen
Dat enthousiasme proef je. Zo speelt de auteur met symboliek in de roman. Karlijn gaat stiekem naar het huis van Hanna en komt in haar boeken onderstreepte zinnen tegen die in haar optiek laten zien wat zij met elkaar hebben. Om die uit te wissen gaat ze met een gum in de weer. ‘De kronkel in haar hoofd is dat ze bepaalde overeenkomsten in boeken leest en dat daarmee wordt verraden dat ze iets met elkaar hebben. Dus denkt ze: ik gum het uit, dan kan niemand het meer zien. Wat een hele absurde gedachte is. Het is een moment in het boek waarop de lezer denkt: dit is niet meer normaal.’

Het zit in ons allemaal, dat lelijke, dat kwade, maar we houden het achter omdat het sociaal niet geaccepteerd wordt.

Tegelijkertijd is Welagen daarop uit. ‘Ik houd ervan als mensen eigenlijk verder gaan dan sociaal wenselijk is. Dat is ook een reden om te schrijven. Je ontdekt kanten van mensen die niet altijd fraai zijn, maar die wel degelijk bestaan.’ De schrijver gelooft ook in de donkere kant van de mens. ‘Het zit in ons allemaal, dat lelijke, dat kwade, maar we houden het achter omdat het sociaal niet geaccepteerd wordt. En daarom lezen we graag over die donkere onderwerpen. Omdat we ons daarin herkennen.’

Tweede leven
Tijdens haar driftige gegum raakt Karlijn ook verzeild in Nooit meer slapen van Willem Frederik Hermans. ‘Het gummen was een manier voor mij om boeken die ik goed vind opnieuw onder de aandacht te brengen.’ De auteur bekent dat de klassieker van Hermans een onuitwisbare indruk op hem maakte. Maar wacht eens. Daarin komt toch ook een Arne voor? Welagen lacht. ‘Ik vond Arne een heel interessant bijfiguur. Eigenlijk is het jammer dat hij zo jong stierf. Ik wilde hem daarom in mijn boek een nieuw leven gunnen. Ik was al met mijn hoofdpersoon bezig en ik wilde van hem een hedendaagse Arne maken. Arne is heel milieubewust en wil geen nieuwe spullen. En ik vond hem heel sympathiek. Kortom, ik vond het aan alle kanten zo’n leuke jongen en jammer dat hij was overleden. Dus ik dacht: hij krijgt in mijn boek een nieuwe kans.’ Lezers worden wellicht teleurgesteld. Arne verongelukt immers ook in dit boek. ‘Ook ik ben niet de baas van het universum,’ verontschuldigt de schrijver zich.

Lees hier een vervolginterview met Robbert Welagen over zijn gehele oeuvre.

Robbert Welagen, Raam, sleutel, Uitgeverij Nijgh en Van Ditmar, 208 pagina’s (€ 18,50)

Fotografie (c) Tessa Posthuma de Boer

Dit artikel verscheen eerder in de Boekenkrant, editie september 2021.    
Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht. 

Berichten gemaakt 5313

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven