In Het kan altijd erger is deze school een onderdeel van het project New Renaissance. Harlan Eiffler, gesjeest student, is aan het project verbonden als de manager van de zevenjarige Vincent, een van de pupillen. Om van Vincent een geniaal kunstenaar te maken, moet Harlan zorgen dat de jongen lijdt en blijft lijden. Om dit te bereiken wordt onder andere zijn hond vermoord, zijn huis afgebrand en worden meisjes in zijn leven omgekocht om hem te verlaten.
Het kan altijd erger lijkt één grote aanklacht te zijn tegen de alomtegenwoordige middelmatigheid in de platen- en filmindustrie. De voornoemde Harlan is een gewezen recensent en voor de taak van manager uitgekozen vanwege zijn scherpzinnigheid. De voorbeelden die daarvan worden gegeven zijn niet altijd even scherpzinnig, maar eerder bot:
‘Popradio was een aanfluiting. Als de voornoemde zouteloze, onintelligente bands en rapgroepen niet werden gedraaid, dan bestond het alternatief uit angstaanjagend stomme boybands en schaars geklede sletjes, die geen van allen een instrument konden bespelen of schrijven. […] Het was alsof het grote publiek elk stuk stront accepteerde dat via massaproductie en radiogolven hun kant op werd gestuurd.’
Zou Goebel de lezers van zijn boek ervan verdenken ook slechts mainstream films en platen te kijken en te luisteren? De formule waarmee bijna alle karakters in het boek worden gekenschetst, begint na een keer of vier te vervelen: zijn favoriete band was x, zijn favoriete televisieprogramma was y en zijn favoriete film was z.
Toch intrigeert dit boek en blijf je doorlezen, omdat je wilt weten hoe dit bizarre verhaal eindigt. Het is met vaart geschreven en het einde stelt niet teleur. Het zou zeker erger kunnen.
Maartje Kunnen
Joey Goebel, Het kan altijd erger, Uitgeverij Cossee, ISBN 90 5936 129 6 (€ 19,90)