De ecologische footprint die we achterlaten is voor steeds meer mensen van belang. Voor deze mensen is het kookboek De ecokeuken van Wind een soort bijbel: optimaal genieten, en daarbij zo min mogelijk energie en producten verspillen. Pierre Wind, de prettig gestoorde kok die je misschien wel kent van programma’s als De Eetfabriek, introduceert zijn nieuwe kookmethode: ‘Koken tot het Kookpunt’.
Door Sabrina de Wit
De ecokeuken van Wind is zoveel meer dan een kookboek. Het staat vol met QR-codes, die je naar websites met aanvullende informatie of leuke filmpjes en gerechten brengen. Bovendien wordt elk recept ondersteund door een ‘ecoscore’. Met deze scores wordt inzichtelijk gemaakt hoe goed of slecht het gerecht voor het milieu is. Wind gaat hiermee een stap verder dan de meeste koks, die vaak alleen vertellen dat het goed is om etensrestjes op te maken en dat biologisch beter is. Hier wordt gekeken naar de manier van bereiding, wanneer de pit uit mag en er op restwarmte gekookt kan worden, de zogenoemde ‘KookStop’. Wat je met de schillen of stronkjes van groeten en fruit kan doen. Hoe je rauw eten als onderzetter voor een hete pan kan gebruiken, die het eten daardoor gaart. En hoe je een kooksteen kan gebruiken. Eén ding is zeker, en dat is dat deze kok er vol voor gaat.
Ondanks dat het een zeer compleet boek is, en ik het concept fantastisch uitgevoerd vind, weet ik dat het niet voor iedereen weggelegd is om dit boek op waarde te schatten. De Nederlander is steeds meer bereid mee te gaan in duurzaamheid, maar ik denk dat de meesten eerder voor twee of drie vleesloze dagen kiezen in plaats van een vissengraat schoon te maken en te frituren tot chips. Of om bananen met een plekje geschild en samen met wat aardbeien met het kroontje er nog op te pureren en dan in de dehydrator te doen, om het geheel te zien omvormen tot een soort moderne fruitchips. Zelf pak ik er de (kliko)tips uit die ik leuk vind, zoals dat je het kontje van de knolselderij in een bakje water weer kunt laten kiemen, zodat er een nieuw plantje uit groeit.
Wind komt met gerechten als spaghetti met pompoen en pecannoten, hartige rode kooltaart, prei in kersensap en chocolademousse met koffieprut tot verfrissende ideeën. Die worden allemaal in het tweede deel van het boek beschreven, met tussendoor tips om nog dieper de duurzaamheid in te duiken. Terwijl het eerste deel van het boek bestaat uit informatie, zoals de indeling van producten in categorieën als duurzaam, matig duurzaam en niet duurzaam. Daarnaast stipt hij hierin aan waar een duurzaam product aan moet voldoen, en wat een bepaalde bereidwijze aan energie kost.
De ecokeuken van Wind is de Rolls Royce onder de kookboeken als het gaat om het verbeteren van kookvaardigheden die goed voor het milieu en de portemonnee zijn. Echter is niet iedereen in staat om zo’n kostbare auto te rijden, en zo zie ik het bij dit boek ook. Er zullen mensen applaudisseren omdat het zo bijzonder in zijn soort is, en er zullen er zijn die hier niet mee overweg kunnen of willen gaan. Ikzelf beschouw mij tot die laatste groep, al neemt dat niet weg dat ik genoten heb van de ontdekkingen die dit boek te bieden heeft. Telkens was ik bij elke QR-code die ik scande benieuwd wat er nu weer voor mijn neus tot leven kwam. Het was een leerzame reis. Ben jij er al klaar voor?
[styled_box title=”Boekgegevens”]Pierre Wind, De ecokeuken van Wind. Handboek voor duurzaam koken, Uitgeverij Bertram + De Leeuw, 248 pagina’s (€ 24,95)[styled_box]
Deze recensie verscheen eerder in de Boekenkrant, editie mei 2020.