Duidelijkheid – Tom-Jan Meeus

Kanttekeningen bij de politieke orde

Duidelijkheid, wie wil dat nu niet in deze woelige tijden? Zeker in de politiek is de behoefte aan duidelijkheid groot. Deze duidelijkheid hebben we inmiddels, betoogt Tom-Jan Meeus, nestor van de parlementaire dagbladjournalistiek in het essay dat hij voor de Maand van de Filosofie schreef. Maar duidelijkheid blijkt zijn prijs te hebben…

door SEBASTIAAN J. AGHINA

In amper honderd pagina’s, en met onder anderen Machiavelli en Weber als gidsen, laat Tom-Jan Meeus in zijn essay Duidelijkheid, geschreven voor de Maand van de Filosofie, zien hoe in Nederland de afgelopen dertig jaar de traditioneel gematigde bestuursstijl veranderde in een politiek van harde en open ‘duidelijkheid’. Het symbool, de personificatie van deze nieuwe duidelijkheid is Geert Wilders, voormalig VVD-er, ‘leerling’ van Frits Bolkestein, en sinds 2006 voorman van de PVV.

Maar op de duidelijkheid van Wilders is volgens Meeus het nodige af te dingen: ‘Zijn duidelijkheid voedt de democratische ongeletterdheid. Nederlanders leven in een democratie, maar veel democratiebesef – over machtsdeling, minderheden en meerduidigheid – is in het openbare leven niet merkbaar. Intussen ziet de rest van de oppositie hoe profijtelijk Wilders’ duidelijkheid is. Ze proberen hem gaandeweg bijna allemaal in enige mate te imiteren. Duidelijkheid wordt het nieuwe bewijs van politieke zuiverheid. Vereenvoudiging als uitgangspunt, eenzijdigheid als oplossing. Fouten benoemen, van anderen. […] Het definieert het nieuwe conflict in de nationale politiek. De naoorlogse orde komt tegenover de optimismeangst van Wilders en de zijnen te staan: na de bevrijding van OostEuropa in de jaren negentig – vooruitgang, verwachtingen, hoop – wordt de openbare politiek gedomineerd door nationalisme, antimigratie en grensverlangens.’ Net als in de Verenigde Staten en Hongarije winnen populisten in Nederland terrein door een combinatie van voortschrijdende neo-liberalisering en de houding van een overheid, die burgers als ‘klanten’ ziet in plaats van mensen die gediend moeten worden. De klare taal van Wilders komt tegemoet aan de behoefte van burgers om niet langer om de tuin geleid te worden, maar dat heeft weinig te maken met het in heldere bewoordingen uitleggen van complexe zaken.

Chaos troef

De rode draad in het essay van Meeus is dat in de hedendaagse politiek chaos – in plaats van discipline en overzichtelijkheid – aan de orde van de dag is. Meeus, ervaren journalist en vaste waarde op het Binnenhof, keek achter Wilders’ schermen en won informatie in bij diens (oud-)getrouwen, waardoor hij niet alleen een inkijkje kan geven in de Haagse politiek, maar ook van binnenuit gevoed wordt over Wilders ideeën en twijfels. Het essay geeft inzicht in hoe het ‘Politiek-Mediacratisch Complex’ is uitgegroeid tot een systeem vol Kafkaëske paradoxen en machinaties. Terwijl politici juist zeggen deze bureaucratie, met onder andere de toeslagenaffaire als gevolg, te willen bestrijden in het belang van de burger.

PPP: persoonlijk, politiek, professioneel

Is er een filosofische les – we lezen immers een filosofisch essay – die uit Duidelijkheid getrokken kan worden? Jawel: het persoonlijke en het politieke, het dienen van het algemeen belang, moeten zich professioneel tot elkaar verhouden. Maar er kunnen ook kanttekeningen gezet worden bij het betoog van Meeus: de spanning tussen levensbeschouwelijke vrijheden en ook Spinoza’s idee ‘doel van de staat is vrijheid voor haar burgers’ komen er bekaaid af. En waarom citeert Meeus vooral Machiavelli? Diens boek Il Principe was bedoeld voor een vorst en Wilders is tot nu toe vooral een zeer kundig verzamelaar van stemmen op basis van het aanvoelen én voeden van een meerderheid, die zich minder gehoord voelt. Al weten we sinds de formatie eigenlijk niet goed meer in hoeverre Wilders vasthoudt aan de kernstandpunten waaraan hij zijn mandaat ontleent.

Toch maakt Meeus zijn reputatie als goed ingevoerd parlementair journalist waar. Met Duidelijkheid lijkt hij bovendien een nieuwe essayvorm uit te vinden: het inter-subjectieve essay, waarbij niet het eigen perspectief, maar de grens tussen binnen- en buitenwereld van een ander het uitgangspunt is. In zekere zin kan Duidelijkheid dan ook gelezen worden als het eerste hoofdstuk van een biografie van een Venlo’s enigma tegen de achtergrond van de politieke, economische en maatschappelijke tijdgeest. Wat de stijl betreft beweegt het essay van Meeus zich tussen het zakelijke essay à la Bacon en het persoonlijke dat Montaigne, de naamgever van het genre, typeert.

Duidelijkheid is een aanrader voor studenten politicologie, filosofie en iedereen die iets van politiek wil begrijpen. Het laat zien hoe eenmaal ingenomen radicale standpunten, die vaak niet parlementair ingebed zijn, als splijtzwammen kunnen gaan fungeren. Als politiek, persoon en professionaliteit innig samenhangen – hoe moet in dat licht het aannemen van diverse gedaanten worden geduid – Wilders: de keiharde politicus die het op bepaalde groepen heeft voorzien; de milde variant die premier voor alle Nederlanders wil zijn, de joviale man die zich tijdens het Jeugdjournaal Lijsttrekkersdebat ontpopt als Mario Kart-speler? – terwijl gelijktijdig geldt wat Machiavelli stelde: ‘De intelligentie van de leider leidt men […] in eerste instantie af uit de mensen waarmee hij zich omringt’ – is er dan een relevantere vraag dan wie er namens het enigma uit Venlo gaan regeren?

Tom-Jan Meeus, Duidelijkheid,

Pluim, 96 p. (€ 8,00)

Berichten gemaakt 5307

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven