Boekfragment: Net nitroglycerine

Isabelle, de echtgenote van topadvocaat Niklas Bromander, bezoekt het nieuwjaarsfeest van de elite van Jönköping. Ze voelt zich er niet thuis. Niet veel later wordt haar man dood aangetroffen in een garage in het centrum van de stad en is zijn oudste dochter spoorloos verdwenen.

Met een hautaine blik keek ze naar de vrouwen om haar heen die geforceerd met elkaar praatten. Het lachen weergalmde overdreven hard. Het geluidsniveau werd langzaam hoger. De band op het kleine podium was aan het stemmen. De viool piepte. Een trompet loeide. Er zou gedanst worden. Vleeskeuring.
Isabelle Bromander rolde met haar ogen. Met haar slanke lichaam, haar groene ogen en haar vuurrode haar was ze een bedreiging. Ze had aan genoeg feesten meegedaan om haar plaats te kennen. Aangezien de meerderheid van de mannen in de zaal weleens een toenaderingspoging had gedaan, moesten hun vrouwen niets van haar hebben. Wel gek eigenlijk, dacht ze bij zichzelf, gezien het feit dat haar eigen man haar met geen tang wilde aanraken.
Dat ze vriendelijk maar beleefd had bedankt voor alle oneerbare voorstellen deed er niet toe. Voor de vrouwen in de zaal was en bleef ze een paria. Niemand nam de moeite om een praatje met haar te maken, laat staan haar te leren kennen. In het begin had ze zich gekwetst gevoeld, nu maakte het haar allang niet meer uit. Ze hoefde niet meer geaccepteerd te worden. Ze was niet onder de indruk van deze kliek. Het was net als op de middelbare school – de meiden waren nu weliswaar ouder, maar nog net zo gemeen.
Weer keek ze om zich heen door het vertrek of ze Niklas ergens zag. Hij was verdwenen. Hij had haar met een stijve kus op de wang verlaten en gezegd dat hij zo terug was. Maar dat was bijna drie kwartier geleden. Hij gedroeg zich de laatste tijd anders. Ze wist uit ervaring wat het betekende als hij opeens steeds moest ‘overwerken’ en negentig procent van zijn tijd ‘op kantoor’ door­bracht.
Isabelle trok de split van haar jurk recht. De groenzijden stof gleed over haar pas geharste benen. Ze voelde druk op de blaas. Haar stiletto’s waren ongemakkelijk, de hoek van de hak was onmogelijk en de dunne glitterriempjes om haar enkels sneden in haar huid. Ze liep op pijnlijke voeten naar de wc. Eerder op de avond had Isabelle Niklas’ jonge secretaresse gezien. Ze zag er net zo uit als alle andere. Blond, blauwe ogen, grote borsten en een getraind achterste. Goed gevulde pruillippen die om de zoveel weken nieuwe injecties nodig hadden. Ze voelde een steek in haar hart toen ze dacht aan de jurk die de jonge vrouw had gedragen. Die had ze met geen mogelijkheid van haar secretaressesalaris kunnen betalen, niet als ze ook nog at en haar huur betaalde.
Aan Isabelles linkerringvinger glinsterde een zware ring. De diamant was briljant geslepen en de ring zelf was van wit goud. Voor haar had die iets betekend, hij was het symbool geweest van de belofte dat zij tweeën één waren totdat de dood hen scheidde. Voor haar echtgenoot was het kennelijk enkel een sieraad.

Boekgegevens

Frida Moisto, Net nitroglycerine, vertaling: Edith Sybesma, Uitgeverij Stortebeeker (€ 19,95)

Dit fragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie oktober 2019.

Berichten gemaakt 5312

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven