Het 2017 van Meester Bart

Bart Ongering, beter bekend als Meester Bart, heeft een druk jaar achter de rug. Hij bracht de columnbundel Meester Bart op zijn best uit, begon te schrijven aan zijn debuutroman en stond natuurlijk ook nog gewoon voor de klas. Wat verwacht hij van 2017?

Aan een tafeltje in het Amsterdamse café De Balie haalt Bart Ongering, een man met een opvallende baard en een open blik, enthousiast een boek uit zijn tas: Tenzij de vader van Karin Amatmoekrim. Hij heeft kerstvakantie en dus is er lekker veel tijd om te lezen. ‘Ik zie deze week van die challenges van bibliotheken waarbij je iedere week een boek moet lezen, en ik ga het gewoon proberen. Een uurtje per dag lezen moet toch kunnen? Ik probeer het in die zin in 2017 anders aan te pakken. Ik ben normaal niet iemand die denkt: ik ga in het nieuwe jaar allemaal andere dingen doen, maar ik betrap mezelf erop dat ik daar nu wel over aan het nadenken ben. Er zijn altijd dingen die beter kunnen, toch?’

Voor wie hem nog niet kent: Bart Ongering (1982) is leraar Engels op de Open Schoolgemeenschap Bijlmer in Amsterdam. Tweewekelijks schrijft hij daarover een column in Trouw: over zijn visie op het docentschap, zijn leerlingen en zijn liefde voor het onderwijs. In de columnbundel Meester Bart op zijn best zijn nu zijn beste stukken verzameld, ingeleid door een hoofdstuk over zijn eigen jeugd als ‘probleem-leerling’. Door het overlijden van zijn moeder wist hij een tijdlang niet welke richting hij zijn leven wilde geven, maar na een aantal onafgemaakte opleidingen besloot hij in navolging van zijn moeder, oom en opa voor het docentschap te gaan, een keuze waar hij nog altijd erg gelukkig mee is.

Die combinatie van schrijven en lesgeven is soms best zwaar, vertelt Ongering. Rond de verschijning van zijn boek zat zijn agenda tjokvol, elk weekend stond hij wel ergens te signeren of een lezing te geven. Dat moet ik anders gaan doen, dacht hij, en dus is hij van plan om in het nieuwe jaar beter op de werkdruk te letten. Het hoeft van hem ook niet zo, die schijnwerpers: ‘Aandacht is fijn, maar ik weet dat het van tijdelijke duur is en dat is ook goed, want ik ben geen fulltime schrijver. Ik sta gewoon voor de klas. Ik vind schrijven heel erg leuk om te doen, maar dat is iets wat ik nu aan het ontdekken ben. Ik zal blijven schrijven zolang ik het leuk vind, maar van lesgeven weet ik dat ik dat over dertig jaar nog steeds doe. Dat is echt waar mijn hart ligt.’

Die passie voor het onderwijs komt duidelijk naar voren als hij vertelt over zijn leerlingen en zijn manier van lesgeven. Wat maakt een goede docent? Ongering heeft meteen een helder antwoord klaar: ‘Een goede docent durft zichzelf als mens mee te nemen wanneer hij voor de klas gaat staan. Het is iemand die laat zien: dit ben ik, en hiermee moeten jullie het doen. Dat geldt andersom ook. Als docent moet je het doen met de klas die je hebt. Een goede docent durft les te geven samen met de leerlingen en tussen de leerlingen in plaats van alleen maar klassikaal. Ik heb het idee dat een moderne docent heel goed weet wie hij of zij in zijn klas heeft zitten en wat de specifieke onderwijsbehoefte is van al die leerlingen.’
Die aandacht voor elke individuele leerling is belangrijk bij hem op school, vertelt hij. Zo begint elke les in een kring – de basis voor een goed gesprek. ‘Een klas bestaat uit individuen die allemaal anders zijn. Als jij het gesprek met ze aangaat en leerlingen met elkaar laat praten, dan zullen ze zien dat er ook nog een ander verhaal is dan het verhaal dat zij thuis meekrijgen. Ik vind het belangrijk om kinderen het idee mee te geven dat ze er mogen zijn, maar dat iemand die er anders uitziet en een andere mening heeft er ook mag zijn.’
Ongering droomt ervan om ooit een eigen middelbare school te open, ergens op de wereld. ‘Dat zie ik als een soort van eindstation, dan heb ik wat mij betreft het onderwijs een beetje uitgespeeld. Dan zou ik het onderwijs nog veel meer kunnen inrichten hoe ik dat zou willen; met kleinere klassen, pedagogisch onderwijs, het loslaten van niveaus, misschien wel een school waar kinderen van nul tot achttien naartoe gaan. Ik wil eigenlijk die kaders loslaten waar wij ons nu zo aan vasthouden.’

Voorlopig neemt het schrijven echter nog een belangrijke plaats in zijn leven in, want hij hoopt in 2017 zijn debuutroman te voltooien. Dat wordt nog een hele kluif, zegt hij, zeker omdat hij de eerste veertig pagina’s heeft weggegooid en opnieuw is begonnen. ‘Ik was heel erg zoekende naar de vraag waar ik nou een roman over wilde schrijven. Wat ik deed was schieten in mijn plek als docent en columnist, die schrijft over zijn ervaringen in de klas. Ik dacht: waarom moet ik weer over het onderwijs schrijven? Nu gaat mijn roman over iets compleet anders.’ Meer wil hij niet zeggen, zelfs zijn vriendin weet nog niet waar het verhaal over gaat. ‘Ik wil eerst even mijn eigen weg vinden. Met fictie kan ik over alles schrijven wat ik wil. Die vrijheid vind ik heel fijn, maar maakt ook dat ik het lastig vind om te bedenken waarover ik het wil hebben. Voor mij is het nu de uitdaging om niet vast te houden aan wat ik ken, maar om het bekende los te laten.’

Goede voornemens genoeg dus, of het nu gaat om 2017 of 2047. En aan zijn enthousiaste blik te zien gaan ze nog allemaal uitkomen ook, daar zorgt hij wel voor. Voor nu blijft hij lekker zitten schrijven in De Balie, werken aan zijn column en opgaan in het geroezemoes om zich heen. En daarna weer verder lezen, want al die boeken, die moeten wel uit.

Beeld: Matty van Wijnbergen

Boekgegevens

Bart Ongering, Meester Bart op zijn best, Uitgeverij Pepper Books, 160 pagina’s (€ 15,00)

Dit interview verscheen eerder in de Boekenkrant, editie februari 2017

Berichten gemaakt 5309

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven