Boekfragment: Moord aan de kilblauwe najaarszee

Ella en haar man Patrick gaan naar Portrush, Noord-Ierland, om het huis van Ella’s overleden ouders op te ruimen. Het blijkt er nogal een rommeltje te zijn. 

‘Schoonmaken was niet haar hobby, hè?’ 

 Ella schudt haar hoofd. ‘Nee.’ 

‘Dan hadden jullie in elk geval iets gemeen.’ 

Ella rolt met haar ogen. Patrick lacht, slaat van achteren zijn armen om zijn vrouw heen, ademt de geur van haar lange haren in en zoent haar in de nek. 

‘Het wordt nog een hele klus om hier op te ruimen,’ zegt Ella. 

‘Dan is het maar goed dat je mij hebt,’ zegt Patrick. 

*** 

Die nacht staan de ramen in de slaapkamer open, hoe koud en vochtig het buiten ook is. Het huis moet worden gelucht. Het oude eruit, frisse lucht erin. 

Patrick slaapt. Ella ziet zijn blote borstkas op en neer gaan in het donker. Zelf kan ze de slaap niet vatten. 

Ze zijn gisteravond niet ver gekomen met opruimen. Ze zijn alleen door het huis gelopen. Trappen op en af, alle kamers in. Ze hebben laatjes geopend, over schilderijen geaaid, gecontroleerd of er niets in de koelkast lag te rotten (godzijdank stonden er alleen conserven en sterke drank in) en nieuw beddengoed op het tweepersoonsbed in de slaapkamer gelegd en het oude in een vuilniszak gestopt. Patrick was de straat uit gelopen om een paar flesjes koud bier te kopen en twee bakjes eten van de Chinees. Ze hadden de noedels, gewokte groenten en loempiaatjes in bed opgegeten en de dag besloten met een paar afleveringen van Mad Men, waar ze op Patricks laptop naar keken. 

Maar dat was alweer uren geleden. Nu is het bijna één uur. Ella hoort af en toe een auto langsrijden of een groep jongens voorbij strompelen, lachend en pratend met hun heerlijke accent. In een ander leven had Ella deze plek misschien beter gekend. In een ander leven was ze hier misschien elk jaar op bezoek geweest en had ze Portrush leren kennen. En vooral haar ouders, voordat ze overleden. 

Ook al was haar moeder apart en had ze een op zijn zachtst gezegd onvoorspelbaar karakter, ze was wel haar mama. Ella’s mama. Maar Ella had haar bloeiende acteercarrière en haar ouders hadden hun stille, teruggetrokken leven in Noord-Ierland en… nou ja, de afgelopen jaren hadden ze maar een paar keer per maand met elkaar gebeld. 

Ella gaat rechtop zitten in bed. Ze wrijft met haar handen over haar gezicht en haalt haar vingers door haar dikke, blonde haar. Mag ik niet gewoon slapen? 

Ze staat op en loopt naar de ramen. Ze trekt de gordijnen open en kijkt uit over de stille straat. Nat asfalt, druppels op de vensterbank. 

Alle ramen in het huis aan de overkant zijn donker, behalve één op de begane grond waarachter de tv aanstaat. Ella blijft een poosje met haar armen gekruist voor haar borst staan en laat de kou haar lichaam koelen. 

Dan is er iets wat haar aandacht trekt. Het duurt even voordat ze kan onderscheiden wat het is. 

Ze tuurt. Dan ziet ze het. 

Onder een lantaarn verderop in de straat staat iemand. 

Een persoon met een zwarte regenjas aan. Een man. 

En hij kijkt naar haar. 

Christoffer Holst, Moord aan de kilblauwe najaarszee - Deel twee van de vierseizoenenreeks over Cilla Storm, Uitgeverij Stortebeeker, 218 pagina's (€ 17,95) 

Deze recensie verscheen eerder in de Boekenkrant, editie februari 2022.
Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht.

Berichten gemaakt 5342

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven