Column Aefke ten Hagen: Thrillerschrijvers zijn geen nietsnutten

Ooit durfde ik een vraag van mijn vader te beantwoorden met: ‘Harry Potter’. ‘Dat is geen literatuur!’, baste hij. Maar ik wilde echt weten wat de mensen er toch aan vonden, aan die fantasyboekenreeks.

Toen ik me door het eerste deel had geworsteld, wist ik het nog steeds niet. Het was inderdaad geen literatuur en de schrijfstijl sprak me niet aan. Toch kende ik mensen die er lyrisch over waren. Discussie over het verschil tussen literatuur en lectuur is even zo vaak gevoerd als onzinnig gebleken. Er zijn lezers die thrillers als clichématig bestempelen. Schandalig dat dit soort pulp voor de lijst wordt gelezen op middelbare scholen. Hierbij denk ik altijd aan de vermakelijke vete tussen Saskia Noort en Connie Palmen, waarin de laatste schrijfster zich durfde te uiten met de historische woorden: ‘Scheer je weg uit het land van de literatuur, nietsnutten’.
Niet veel later besloot ik een thriller te gaan schrijven. Eigenlijk had ik gewoon een spannend verhaal bedacht dat zich afspeelde in een kantoortuin. Het werd geen klassieke whodunit, het moest een verhaal worden over collega’s in een kantoortuin en er werd een moord gepleegd. De spanning in het boek was voor mij niet wíe heeft het gedaan, maar: iedereen weet wie het heeft gedaan en niemand durft iets te zeggen.

Thrillerschrijvers zijn geen nietsnutten. Na het schrijven van Tijdens Kantooruren weet ik het zeker. Ik ben een schrijver die het elke keer weer spannend vindt om te merken wat er op papier komt. Ik laat me leiden door mijn personages en hun levens. Een thrillerschrijver
heeft alles vooraf uitgedacht omdat alles tot in detail en perfect moet kloppen. Ik weet van thrillerschrijfster Isa Maron dat zij hele tafels volplakt met post-its. Ik bewonder zulke auteurs. Zo’n gestructureerd schrijfster ben ik niet. Mijn lezers vonden mijn boek over het algemeen dan ook ‘geen thriller’, maar ‘een spannende roman’.

En dan de jeugdthrillers. Als kinderboekenschrijver is het al een uitdaging om in het kinderbrein te duiken. Er dan ook nog een thriller van maken, is naar mijn idee hogere wiskunde. Jowi Schmitz schreef Schat onder de stad. Een spannend boek voor kinderen tussen tien en twaalf dat ik ook stiekem op mijn verlanglijst heb gezet. Als lezer duik ik met veel nieuwsgierigheid in andermans werk. Maar ook als schrijfster laat ik me graag verrassen door mijn eigen personages.

Deze column verscheen eerder in de Boekenkrant, editie december 2013.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven