Boekfragment: Lang leve de keizer

Usiu is zestien als ze op een koude nacht ontdekt dat ze de vloek van magie heeft. Zonder aarzelen meldt ze zich bij de rechtbank, zoals goede burgers horen te doen. Nog even en ze zal van haar magie af zijn: de keizer zal haar helpen. Maar is dat wel zo..?

Met grote ogen kijk ik samen met de rest van het dorp toe hoe ruim twintig keizerlijke soldaten Kemuel hardhandig tegen de grond werken. Bij een van de mannen valt de donker- blauwe pet die bij zijn uniform hoort in het zand van de hoofdweg. Ik bijt op mijn lip en knijp hard in de gouden stropdas van mijn schooluniform. Nadat Kemuel uit ons klaslokaal werd gesleept, zijn we allemaal in onze schoolkleding naar buiten gerend, waar het grootste deel van het dorp al was samengekomen. Kemuel schreeuwt en verzet zich hevig. ‘Laat me gaan, hier heb ik niet voor gekozen, zei ik toch?’ ‘Waarom verzet je je dan?’ sist de bleke man bij wie de pet afviel. De knieën van zijn uniform zijn besmeurd met zand door de worsteling.

‘Laat de keizer je gewoon helpen,’ gromt een van de vrouwelijke militairen. Haar donkerbruine haar zit net als bij mij in een strakke knot achterop haar hoofd gebonden. ‘Stop met vechten,’ hijgt ze. ‘En kom gewoon mee naar de rechtbank en het heropvoedingskamp.’ Kemuel luistert niet omdat hij altijd al een eikel is geweest, denk ik. Altijd te laat in de klas, altijd een grote mond tegen de leraar, altijd onuitstaanbaar. Het verbaast me niets dat hij magie heeft ontwikkeld. Echt een typische verrader van ons land en dat op zijn zestiende al. ‘Ik verzet me omdat jullie me pijn doen,’ gromt Kemuel. ‘Laat me verdomme los.’ Zijn woorden gaan half verloren omdat zijn gezicht met grof geweld in de aarde wordt gedrukt. ‘Zodat je je magie tegen ons kan gebruiken?’ Een vrouw met rood haar duwt zijn armen op zijn rug. Een andere vrouw met een donkerbruine huid en krullend haar dat elk moment uit haar knot lijkt te kun- nen ontsnappen, klikt in een soepele beweging grote ijzeren boeien rond zijn polsen. Kemuel schreeuwt en vloekt. Het is enkel het bewijs van zijn verrotte karakter. Als hij iets om Xaphan zou geven, zou hij zich laten helpen, in plaats van het gevecht aan te gaan. Nu het grootste gevaar duidelijk geweken is, stappen enkele dappere dorpsbewoners naar voren. Ze spugen op de jongen die een uur geleden nog mijn klasgenoot was en die nu is veranderd in een vijand van de staat. Sommigen trappen zand in zijn ogen of gooien met kleine stenen. Ik zet een stap naar voren, door de boze menigte aangemoedigd om hem ook te bespugen, maar de sterke hand van mijn vader trekt me terug de mensenmassa in. De ruim twee- honderd dorpelingen staan dicht op elkaar gepakt en verschillende mensen stoten tegen mijn armen en benen. ‘Jij blijft hier, Usiu,’ spreekt mijn vader me streng toe. ‘Dit is werk voor het leger. Zij zijn hiervoor getraind.’ Ik kijk nog eens naar mijn voormalige klasgenoot, die vastgebonden op de grond ligt. Naar de soldaat met zijn donkerblauwe uniform en zware zwarte laarzen op Kemuels rug en de dorpelingen om hem heen. ‘Zo is hij toch geen gevaar?’ vraag ik mijn vader. Hij klakt met zijn tong. ‘Ja, dat lijkt misschien zo, maar met magiers weet je het nooit. Heb je De Grote Waarheid soms niet goed bestudeerd?’

Britt Zwijnenberg, Lang leve de keizer, Uitgeverij Dutch Venture Publishing, 300 pagina’s (€18,95) www.dutchventurepublishing.nl

Dit fragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie januari 2024.
Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht.

Berichten gemaakt 5312

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven