Chela weet hoe het hoort: in het dorp Tamboyon mogen alleen mannen magie bedrijven. Ze is dan ook verrast en bang als ze op een nacht een visioen krijgt van een mysterieuze raaf, die haar vertelt dat ze haar eigen magie zal moeten gebruiken om haar volk te redden…
Het geluid van een vogel in de verte wekte haar. Nee… Chela wilde haar ogen niet openen. Ze was nog steeds gehuld in een warme, vredige slaap.
Maar ze spitste toch haar oren. Te oordelen naar de stilte en het gebrek aan activiteit om haar heen was het nog geen ochtend, dus kroop ze dichter tegen haar moeder aan, vastbesloten het geluid te negeren. Het was warm in de hut: de warmte van de lage open haard lag beschermend om hen heen. Kemeut, het droge seizoen, naderde en de nachten waren kouder geworden, dus het vuur was zeker geen overbodige luxe.
Kreunend sloot Chela haar ogen weer en luisterde aandachtiger naar het geluid. Het was ritmisch, maar niet erg rustgevend voor de oren. Het geluid leek op de roep van een… raaf, maar dat sloeg nergens op. Raven verschenen zelden in haar dorp. En wat nog vreemder was: de toon klopte niet. Het was niet zomaar een vogel die lukraak een kreet slaakte, er zat iets urgents in. Bijna alsof de vogel niet gewoon zijn stembanden spande, maar naar háár riep.
Een golf van nieuwsgierigheid overspoelde haar en Chela stond op om weg te sluipen van haar slaapplaats. Als ze niet snel genoeg was, zou ze misschien nooit weten wat de vogel met haar wilde delen.
Eenmaal buiten stopte Chela om opnieuw naar het raspende geluid te luisteren. Het leek vanuit de richting van het meer te komen. Instinctief rolde ze haar leren jurk op tot haar middel en sprintte het smalle pad af. De volle maan was uit haar schuilplaats gekropen en scheen helder door de bomen, wierp lange schaduwen en verdreef de duisternis. Op het stille water dansten de lichtstralen in schitteringen van verschillende kleuren zilver.
Daar zat de raaf, op een grote rots in het water niet ver van de kustlijn. Het was dezelfde rots waarop zij zich graag uitstrekte als ze ’s avonds ging baden. En ze had zich niet vergist: het was inderdaad een raaf.
De zwarte vogel sloeg met zijn vleugels alsof hij wilde wegvliegen. Maar dat deed hij niet. Hij bleef in dezelfde positie zitten: met zijn kop omhoog en zijn snavel opzij.
‘Chelangat,’ sprak een stem haar toen aan met haar volledige naam. Hij was laag, maar had een duidelijke toon van autoriteit. ‘Ik heb je hierheen geroepen omdat ik een belangrijke boodschap voor je heb.’
Chela knipperde en keek geschokt om zich heen om te zien of iemand getuige was van deze vreemde ontmoeting. Maar er was niemand anders bij het meer, alleen de raaf en zij. Hoe kon hij in vredesnaam tegen haar spréken? Vogels en dieren praatten alleen in de verhalen die haar grootmoeder graag vertelde, niet in het echt.
‘W-wat?’ stamelde ze.
‘Er komt een tijd dat jouw volk, de Kipsigis, je nodig zal hebben. Alleen jouw magie zal hen kunnen redden.’
Chela slikte moeizaam. ‘Mijn magie? Maar ik beheers helemaal geen magie.’ In feite mocht ze het niet eens hébben, volgens de cultuur en tradities van haar volk, laat staan gebruiken. Waar had deze vogel het over?
‘Je hebt magie in je,’ zei de raaf op eigenwijze toon. ‘Je krachten zijn aan jou doorgegeven door je moeder, en aan haar door de hare.’
‘Zelfs áls dat waar zou zijn, wat ik ten zeerste betwijfel, mag ik die krachten niet gebruiken!’ riep Chela uit. Ze huiverde toen ze dacht aan wat het dorp Tamboyon wel niet van haar zou denken. Magie mocht alleen door mannen gebruikt worden. Afwijken van het pad van haar voorouders zou worden beschouwd als heiligschennis…
Mercy Ngeno & Jen Minkman, De roep van de raaf, Dutch Venture Publishing, 200 pagina's (€ 16,95)
Dit fragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie juni 2023.
Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht.