Boekfragment: Ida Sipora

Hoe een onbekend leven leidde tot een beroemde dood, de vrouw die Jan Wolkers inspireerde tot het levenseinde van Olga in Turks Fruit.

En zo gebeurde het dus dat Jan Wolkers door een speling van het lot en door zijn ontmoeting met Ida de toekomstige ontknoping kreeg aangereikt voor zijn succesroman Turks Fruit. Zo eenvoudig en zo weinig spectaculair kan het gaan. Een toevallige ontmoeting met iemand waarmee het klikt, zonder dat je daar meteen een verhouding mee hoeft te beginnen. Zo kon een onbekend leven uiteindelijk leiden tot een beroemde dood.

In de jaren 1959-1960 heeft Ida in Parijs gewerkt aan een grote fotoserie over poppen. Het zijn allemaal zwart-wit foto’s van oude poppen. In sommige van Ida’s poppenfoto’s zijn de poppen helemaal gaaf, in andere foto’s gaat het om exemplaren zonder ogen, zonder armen of benen, zonder haar of met een kapotte schedel, of met andere zichtbare gebreken. De meeste foto’s zijn van een prachtige verstilling, maar er zitten ook ronduit lugubere beelden tussen. Luguber, vanwege de heftige schade die de pop in de loop van zijn of haar leven heeft geleden, of door de invalshoek van waaruit Ida de pop of de poppen gefotografeerd heeft. Een van Ida’s favorieten uit deze fotoserie is een foto van een pop zonder ogen, die vanaf een stenen trap in de lens ‘kijkt’. De foto straalt een prachtige rust uit, maar heeft tegelijkertijd ook iets dreigends, iets onrustbarends. Deze foto en andere foto’s van Ida verschijnen in september 1960 in een aan haar gewijd artikel in het maandblad Elegance.

In Turks Fruit schrijft Jan Wolkers dat de hoofdpersoon Olga in haar kinderjaren een panische angst voor poppen ontwikkelt, een angst die weer bovenkomt als de ik-figuur Olga met een pop laat poseren voor een beeld dat Moedergeluk moet gaan weergeven.
Heeft Ida haar poppenfotoserie aan Jan Wolkers laten zien? En is Jan daardoor op het idee gekomen van Olga’s angst voor poppen met holle openingen, waar in Turks Fruit zelfs maden uit kruipen…? Dat lijkt erg waarschijnlijk. De aard van hun contact was zo dat ze hun werkideeën en werkvorderingen met elkaar deelden, en dat ze enthousiast waren over elkaars successen. De jaren 1960-1962, waarin Jan en Ida het meeste contact met elkaar hadden, waren de jaren waarin zij beiden meer landelijke aandacht begonnen te trekken. Ida nog heel voorzichtig met interviews en publicaties van foto’s en reisverhalen in landelijke bladen. Jan meteen al veel stormachtiger, met in 1961 de publicatie van zijn eerste verhalenbundel Serpentina’s Petticoat en in 1962 met zijn eerste roman Kort Amerikaans. Jan en Ida hielden elkaar regelmatig van hun vorderingen op de hoogte.
Jan Wolkers was bijvoorbeeld zo enthousiast over het verschijnen van Serpentina’s Petticoat dat hij Ida, nog voor het boek in de winkels lag, op haar woonboot persoonlijk een exemplaar van dit schrijversdebuut kwam langsbrengen. Zij dronken er samen, op Ida’s boot met de vele ramen aan de Oosterdokskade, een glas op bij de ondergaande zon.

Ida was toen nog gezond. Dat wil zeggen; zij voelde zich vaak wel moe, maar had nog niet structureel last van de hoofdpijnen en flauwtes die zich rond de jaarwisseling van 1961-1962 steeds vaker begonnen voor te doen.

Ida Sipora

Boekgegevens

Frank Schaake, Ida Sipora, Uitgeverij Ida Sipora Publishing, ISBN 978 90 824 3030 1 (€ 19,99)

Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie november 2015

Berichten gemaakt 5308

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven