In een keurslijf van conventies

Het is 1962, de jonge geliefden Edward en Florence uit het Engelse Dorset zijn net getrouwd en beginnen aan hun huwelijksnacht. In een ongemakkelijk niemandsland tussen oude conventies en de ontluikende seksuele revolutie worstelen de twee geliefden met hun lang onderdrukte verlangens en angsten op het uitgestrekte kiezelstrand van Chesil Beach.

Het is moeilijk om niet van Ian McEwan’s werk gehoord te hebben: veel van zijn romans werden bestsellers en doen het ook nog eens goed op het witte doek, denk maar aan Atonement. Nu is het de beurt aan de klassieker Aan Chesil Beach.
Zowel in het boek als in de verfilming ontmoeten we de hoofdpersonen tijdens een wandeling op het strand. Dat lijkt het begin van een zoet, romantisch verhaal, maar algauw komen hun onzekerheden over seks als naderend onweer boven deze huwelijksnacht te hangen. Via flashbacks leren we hoe ze daar zijn terechtgekomen. Edward, een geschiedenisstudent, houdt van rock-‘n-roll en komt uit een chaotisch gezin met een ontoerekeningsvatbare moeder. De ambitieuze Florence, wiens leven in het teken staat van klassieke muziek, groeide op in een statig huis met rijke ouders die zich krampachtig aan hun klasse vasthouden. Ze ontmoeten elkaar bij een protest tegen nucleaire wapens en worden, natuurlijk, op slag verliefd.
Dit is het probleem: Edward kan niet wachten om hun huwelijk te consumeren, Florence wordt al misselijk bij het idee en beiden weten niet hoe ze daarover moeten praten. Dat waren toen immers ‘onbenoembare, onbeschrijflijke dingen’. Als lezer weet je meteen dat dit niet goed gaat aflopen, en je leeft mee met hun aandoenlijke gestuntel. Met beeldende en genadeloze zinnen waarin je de preutsheid van die tijd haast kunt voelen, beschrijft McEwan hun frustraties: ‘Dit was nog de tijd (…) dat jong zijn een sociale handicap was, een teken van onbenulligheid, een lichtelijk beschamende aandoening waarvoor het huwelijk een begin van genezing bood.’ Uiteindelijk wordt dat onvermogen om hun gevoelens te uiten de ondergang van hun relatie.

De film volgt het boek zo dicht als maar kan, zonder een voice-over te gebruiken. De alwetende verteller uit het boek wordt hier vervangen door stemmige camerabeelden van grijze luchten en glooiende heuvels. De innerlijke frustraties van de personages worden door de twee acteurs, Saoirse Ronan en Billy Howle, op mooie, ingetogen wijze overgebracht.
Opvallend is dat de film vaker dan het boek heen en weer schakelt tussen die ene rampzalige nacht en de flashbacks uit het verleden van de hoofdpersonen, waardoor de spanningsboog steeds een stukje verder wordt opgeschroefd. De film slaagt er misschien nog wel beter in om de ongemakkelijkheid van de hoofdpersonen voelbaar te maken door hun onhandige pogingen tot intimiteit van zo dichtbij te filmen, dat je haast moet wegkijken. Gelukkig zorgt het oprechte acteerwerk van Ronan en Howle ervoor dat het verhaal zijn diepgang behoudt en niet kluchtig wordt.
Minder bevredigend vond ik het einde, vooral in de film. Na het stranden van hun huwelijk gaan de personages ieder hun eigen weg. Nu volgen we alleen nog maar Edwards kant, in een behoorlijk clichématige montage van de jaren zestig en zeventig, inclusief seks, drugs en rock-‘n-roll. Dit vond ik afdoen aan het beeld van de vroege jaren zestig, waarin de film me zojuist had meegezogen. Ook had het mij juist interessanter geleken om dieper op Florences kant in te gaan: wat had haar zo ‘frigide’ gemaakt? Naar mijn idee een gemiste kans. Bovendien was het verhaal wellicht een sterker geheel geweest als het op dat strand was geëindigd, en de pijn van de personages in het luchtledige was blijven hangen. Een open einde voor een indringend, rauw verhaal.

Met deze kleine liefdesgeschiedenis is McEwan erin geslaagd om de verwarrende tijd aan de vooravond van sociale veranderingen voor een modern publiek te verbeelden. Ondanks het einde weet de film je hier ook goed in mee te voeren, en ben je maar wat blij dat je in het heden leeft als je de bioscoop uitloopt.

Boekgegevens

Ian McEwan, Aan Chesil Beach, vertaling: Rien Verhoef, Uitgeverij De Harmonie, 160 pagina’s (€ 12,50)

Dit artikel verscheen eerder in de Boekenkrant, editie juli 2018.

Berichten gemaakt 867

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven