Boekfragment: Een bepaalde dag in het leven van iedereen

Een tango van feit en fictie, in een ambitieus en met humor geschreven romandebuut over elke mens die ooit heeft bestaan.

14 FEBRUARI 1990

De arbeider tikt met duim en wijsvinger een zoveelste Gitane uit het pakje. ‘Ik weet het, ik moet stoppen’, zegt hij tegen zijn vrouw. Hij heeft het al dikwijls gezegd. ‘Maar niet vandaag. Zeker niet vandaag.’

Hij zit op de rand van het hotelbed. Het was de goedkoopste kamer die men nog had. Maar dat onbevlekte lakens, een regelbare verwarming en een schimmelvrij plafond niet inbegrepen waren in de prijs, dat had men er niet bij verteld. Gelukkig werkt de tv. Dat heeft hij ondertussen al drie keer gecontroleerd.

Dat hij zich straks moet wenden tot de Philips 17ce1230 om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen in de zaak Perrier, dat had de arbeider natuurlijk niet zo gepland. Maar tot zijn grote frustratie had men hem niet binnengelaten op de persconferentie. ‘Alleen mensen met een perskaart, dat houdt ge toch niet voor mogelijk? Dat houdt ge gewoonweg toch niet voor mogelijk?’

Het meisje aan de receptie van het hotel, veel te jong voor haar gewicht, had getwijfeld tussen ‘hmmm’ uitbrengen, neen schudden en iets antwoorden als ‘Dat interesseert me eigenlijk allemaal geen fluit’, en had uiteindelijk voor het tweede gekozen. ‘

Dus zelfs tegen iemand met bijna vijftig jaar trouwe dienst zeggen ze met een uitgestreken gezicht: “Neen meneer, sorry meneer, we kunnen u er niet in laten, meneer.” Meneer mijn gat, ja!’ Zijn vrouw, dat wist hij maar al te goed, vond het erg vervelend als hij zo’n toon aansloeg. Maar soms kon hij het niet tegenhouden. Dat was nu eenmaal zijn temperament.

‘Sorry’, had hij zich in de lift naar de derde verdieping dus verontschuldigd. ‘Ik weet dat gij het niet goedkeurt als ik zo praat. En ge hebt gelijk. Maar wat wilt ge? De ene dag geven ze u oorkondes en schouderklopjes en een splinternieuwe Renault 4, en de andere moogt ge zelfs niet meer binnen. Een mens zou verdomme van minder zijn manieren verliezen!’

Zijn manieren, die had hij inderdaad verloren toen bleek dat hem wel degelijk de toegang werd ontzegd. ‘Ge zijt verdomme Allemaal klootzakken’, had hij geroepen, gevolgd door: ‘En als ge mij hier niet rap gaat binnenlaten, dan sta ik niet in voor de gevolgen!’ Dat die gevolgen uiteindelijk zouden zijn dat hij op bevel van de gendarmes

onmiddellijk de buurt moest verlaten, daar had hij niet op gerekend. ‘Want als wij u hier nog een keer zien, dan nemen we u mee en dan mag u een nachtje in onze cel “ge zijt verdomme allemaal klootzakken” komen roepen. Eens kijken hoe u dat bevalt.’

Het had hem geïrriteerd dat de gendarmes hem consequent met ‘u’ waren blijven aanspreken, alsof ze zo wilden demonstreren beschaafd en welopgevoed te zijn in plaats van hersenloze bullebakken. Maar hij had zichzelf en zijn vrouw beloofd om het deze keer niet compleet uit de hand te laten lopen. Dus in de plaats van de agenten uit te schelden voor achterlijke neanderthalers, was zijn antwoord geweest: ‘Rustig maar, knuppelmans, ik ben al weg.’ Waarna hij in zijn geelgroene Renault 4 was gestapt en ostentatief was weggereden zonder zijn gordel om te gespen.

Stijn Vranken, Een bepaalde dag in het leven van iedereen, Pelckmans Uitgevers, 460 pagina's (€ 24,50)

Dit fragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie mei 2022.
Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht.

Berichten gemaakt 5313

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven