Boekenkrant-schrijfwedstrijd: ‘Stukkie groen’

Douwe de Joode is met zijn verhaal ‘Stukkie groen’ de winnaar van de tweede editie van de Boekenkrant-schrijfwedstrijd. Met een geheel eigen stem laat hij zijn hoofdpersoon aan het woord. Zijn pogingen om zijn kleine stukje gazon tot leven te wekken kan worden omschreven als een heuse strijd. Naast het verwerven van kennis over tuinieren hoort daar ook het weren van de honden en katten uit de buurt bij.

Stukkie groen

Het stukkie is maar 30 m2 en ligt voor mijn deur. Ik noem het ‘grasveld’, maar dat predicaat mag het niet hebben. Al jaren niet. Het is ook al jaren een gevecht om het zo diep gewenste diepgroene gazon tot leven te wekken. Zo’n stukkie zacht groen waarin je als de zon maar even schijnt, languit kunt liggen, naar de hemel staren, wolken bewonderen en je één voelen met de natuur.

Vanaf de stoep kun je de ellende van mijn stukkie al zien. Door het raam ernaar kijken probeer ik zoveel mogelijk te vermijden.

Regelmatig tref ik er, in de avonduren gedropte, hondenhopen. De baasjes en bazinnetjes prefereren mijn stukkie boven het met een plastic handje opscheppen van de in vele tinten gekleurde en in grootte verschillende fecaliën.

Mest wordt aanbevolen maar hondenstront schijnt mijn gras niet te activeren. En dan het urineren van de beestjes; bruine brandwonden door een teveel aan stikstof verschijnen net op die plek die aarzelend groen begon te worden. 

Zoon adviseerde zo’n bordje bij de ingang met een in rood gedrukte poepende hond. Het bleek een collectors item; twee dagen later was het weg. 

Mijn stukkie kun je ook via een oprit bereiken. Zoonlief adviseerde om daar dan maar een laag gespannen touw aan te brengen met een verbodsbordje eraan. Ik hou van knutselen maar vroeg mij af of er wel enige aarzeling bij hond en baas zou zijn om mijn terrein te betreden. Het touwtje en het bordje vonden trouwens ook geen genade in de ogen van geliefde. 

Ik heb overwogen het bord ‘Artikel 461 Wetboek van Strafrecht’ aan te schaffen. Je hebt het al voor een paar tientjes bij de Bol.com.

‘Hij die, zonder daartoe gerechtigd te zijn, zich op eens anders grond waarvan de toegang op een voor hem blijkbare wijze door de rechthebbende is verboden, bevindt of daar vee laat lopen, wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie.’

Je bent vrij zo’n bord op eigen grond te plaatsen.

Maar kun je honden en katten tot ‘vee’ rekenen? En misschien heeft het baasje er wel 225 euro voor over; de boete ‘per eerste categorie’.

Omdat het drama bleef heb ik twee jaar terug uit de bibliotheek tuingidsen gehaald en op internet gegoogeld om een groene apotheose te realiseren. 

Uren heb ik gestudeerd en uiteindelijk wist ik dat ik mest en graszaad nodig had. Maar ook dat ik vooral mijn stukkie moest verticuteren. Op die naam heb ik heel lang geoefend voordat ik hem ook maar op iemand durfde los te laten. ‘Verticuteren is het weghalen van de viltlaag die in het gazon ligt.’ Nooit geweten dat er vilt in mijn ‘gazon’ zat. 

Vele weekenden heb ik geheel zonder groene vingers geploeterd. Ik kocht zelfs spikes onder mijn schoenen om gaten te prikken waarin het graszaad kon verdwijnen. Na enkele stappen bleven er klonten aarde aan hangen en zat ik tot groot vermaak van geliefde en een goede vriend die het allemaal beter wist maar geen poot uitstak, vast. 

O ja, over katten gesproken; met dat gespuis is het nog erger. Verderop woont een zeer oude buurvrouw en in haar schuur mogen katten alles doen wat ze leuk vinden. Vermenigvuldigen is hun favoriet. Dat jonge volk heeft massaal de weg naar mijn stukkie ellendig groen gevonden en piest, poept en graaft dat het een lieve lust is. 

Buurvrouw heb ik beleefd gevraagd om haar katten binnen te houden. Dat resulteerde in een boze brief van haar mantelzorger die mij verweet haar geen liefde te gunnen in de laatste dagen van haar leven.

Daar ik de buurt toch te vriend wilde houden, ik ken de lopende vuurtjes die zich met groot gemak via de asociale media verspreiden, heb ik niet meer gereageerd en ben op de loer gaan liggen. Iedere keer dat een of meer van deze harige schoffies hun kop en kont lieten zien, joeg ik ze krijsend weg. Mantelzorger heeft toen, zo schreef hij mij, een psychiater gebeld. 

Toen het echt uit de hand begon te lopen, heb ik de dierenambulance gebeld en hen geattendeerd op het overvloedige kattenvolk van buurvrouw. De derde handgeschreven brief van mantelzorger, was nog kwaadaardiger. Maar het hielp. En het hielp zeker toen buurvrouw recent het eeuwige opzocht. Alsof zij uit haar graf regeerde, bleven de katten mijn stukkie bevolken. Vele buren hadden zich ontfermd over een van haar weeskinderen. 

Zoon adviseerde ‘katschrik’. Naast verdelgingsmiddelen voor alle door God geschapen schepselen zoals slakken, muizen, vlooien, luizen en ratten, zag ik in het tuincentrum de katschrik staan; een mooie ronde bus met de kop van een kat erop. Het beest keek redelijk vrolijk. Wist natuurlijk niet waarvoor hij werd gebruikt.

Na het uitstrooien stonk mijn stukkie. Maar tot mijn verrassing bleven de katten weg.

Jij bent geen dierenliefhebber, was de opmerking van een kennis van de schaakvereniging die ik deelgenoot maakte van mijn strijd. 

Hij woont driehoog heeft een balkon, een hond en een kat. Daarnaast aquaria met slangen en vissen. Een geliefde heeft hij niet meer; want die vond dat er veel te weinig liefde haar kant op ging.

Vorige maand heb ik besloten alle adviezen naast mij neer te leggen en een aluminium Artikel 164 bord te kopen. Er werd gebeld en de meneer van een van de razende koeriersdiensten overhandigde mij het pakketje met het verlangde bord. Hij spurtte terug naar zijn auto, sprong erin en scheurde weg.

Mijn stukkie had hij aangezien voor parkeerplaats. Diepe bandensporen grauwden mij aan. Het was alsof er geverticuteerd was. 

Berichten gemaakt 867

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven