Thuiskomen in Palladina

Het laatste kind, het tweede boek van van Gilles van der Loo, is opnieuw een bundeling verhalen geworden. desalniettemin krijg je het idee dat je een roman zit te lezen.

Palladina is een fictieve havenstad in Latijns-Amerika aan de monding van een moeras waar de waterwegen met algen zijn volgegroeid en waar het economische verkeer in de stad is gestagneerd. Er wonen voornamelijk nog oude mensen. Wie werk zoekt, trekt weg.

Palladina wordt bezien vanuit het oogpunt van haar bewoners en een enkele reiziger. Zo leer je in ‘Mamy Wata’, het eerste verhaal, het stadje kennen vanuit het oogpunt van Solace en Joseph. Solace is met haar kind achtergebleven toen haar man naar het buitenland trok om werk te zoeken. Om en om zijn de partners aan het woord, en zo word je niet alleen deelgenoot van Josephs verlangen om terug te keren en diens reis, maar ook van een duister verleden van Solace. Daarop volgt ‘Laatse Dag’, over een schrijver die naar de havenstad is getrokken om te werken en een tuinhuisje huurt bij de weduwe van Léon Valle, arts en tevens ook schrijver. Oskar raakt zo bevangen door Léons boek dat hij de arts bijna wordt. Hij draagt Valle’s kleren, krijgt een verhouding met Marcía, de weduwe. Daarop volgt het verhaal ‘Mijn vriend Leo’, waarin we deelgenoot worden van een verboden liefde van het jonge meisje Eva voor de veel oudere Leo. Leo maakt gebruik van de aandacht, en misschien is zijn affectie voor Eva niet ongemeend, maar hoe dan ook, het loopt voor hem niet goed af. Het bespreken van de verhalen zoals hierboven doet geen recht aan de bundel, die je het leven van het verstervende stadje inzuigt. Dat kom niet alleen door de zintuiglijke, maar vooral precieze manier van schrijven, maar ook doordat de verhalen Latijns-Amerikaans aandoen. Het is alweer even geleden dat ik de literatuur van Cortázar en Vargas Llosa las, en wellicht werkt het vertekenend dat de verhalen zich in Latijns-Amerika afspelen. Maar toch, bij ‘Mijn vriend Leo’ drong onwillekeurig zich de associatie met García Márquez’ Kroniek van een aangekondigde dood aan mij op. ‘Laatste dag’ heeft iets Borgesiaans, doordat de scheidslijn tussen realiteit en fictie schimmig wordt.
Iets anders dat voor de bundeling werkt, is dat je het stadje vanuit zo veel verschillende perspectieven meemaakt. Door deze overlappende structuur van de verhalen is het haast alsof je deel van de gemeenschap bent. Zo leer je via Oskar de homoseksuele Gustave kennen, die de viskraamhouder en baas is van Solace. Via een verhaal over Gustavo kom je iets te weten over Josephs leven voor hij naar het buitenland vertrok. En in het afsluitende verhaal van de bundel over Léon Valle wordt duidelijk hoe een van de personages gedeeltelijk verlamd raakte.

Deze manier van werken lijkt haast een littérature à la mode, het doet denken aan The Visit of the Goon Squad Jennifer Egan en het recentere Battleborn van Claire Vaye Watkins, die dit jaar Crossing Border bezocht. Het is een lichtvoetige manier van werken, omdat steeds maar een perspectief of stukje van de puzzel aan de orde komt. Maar dan met de kracht van het korte verhaal. Dankzij de kwalitatief hoogstaande verhalen van Van der Loo is het moeizaam afscheid nemen van Het laatste kind. Je blijft nog lang met de havenplaats en haar bewoners rondlopen, zoals je eens, toen je  eenmaal uit je ouderlijk huis was verhuisd, terugdacht aan waar je woonde, met wie je naar school fietste en je afvroeg wat er toch van iedereen geworden was.

Het laatste kind

Boekgegevens

Gilles van der Loo, Het laatste kind, Uitgeverij Van Oorschot, ISBN 978 90 282 6092 4 (€ 16,50)

Dit artikel verscheen eerder in de Boekenkrant, editie december 2013.

Berichten gemaakt 5313

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven