Recensie: Kleine huisdrama’s, groot canvas

Na tien jaar zonder pennenvrucht begeeft Julia Franck, bekend van De middagvrouw, zich op het verraderlijk ijs van de autofictie: de ongemeen populaire kruisbestuiving van autobiografie en fictie. Erdoorheen zakken doet Werelden uit elkaar hoegenaamd niet. Valpartijen blijven echter niet uit.  

Tristan Vanheuckelom 

Met behulp van een resem dagboeken rakelt de Duitse auteur soms pijnlijke herinneringen uit haar kindertijd en jong volwassenschap op. Deze schetsen een gevoelig, hoogbegaafd meisje dat nooit enige honkvastheid heeft gekend. Zowel in geest als lijf is haar bestaan wezenlijk nomadisch. Daar zat haar alleenstaande moeder mogelijk voor iets tussen. Deze boheemse actrice nam haar op achtjarige leeftijd samen met drie andere dochters (producten van welgeteld drie vaders) mee op sleeptouw. Weg van de benauwdheid van het communistische Oost-Berlijn, richting het vrije West-Duitsland. Daar vergrootte een door verwaarlozing getekende thuissituatie hun reputatie als buitenstaanders des te meer. Langzaam zou Julia in het reine komen met zichzelf en familie, voor zichzelf een ontsnappingsplan bedenken, en haar eigen weg inslaan.  

De titel Werelden uit elkaar verraadt wellicht meer dan bedoeld. Het werk lijkt zelf immers op twee gedachten te hinken. Mikt Franck op intieme autobiografie, of grootse familiesaga? Tussen haar associatieve herinneringen en filosofische mijmeringen weeft ze namelijk een maar liefst vier generaties beslaand drama, met als achtergrond de opkomst én ondergang van de twee totalitariaanse regimes die Duitsland in de twintigste eeuw moest ondergaan. Het fictieve zit hem in haar poging op respectvolle wijze de motieven en gedachtegangen van familieleden en aanverwanten te achterhalen. Zeker nobel, maar in een driehonderd pagina’s tellend werk betekent het overweldiging. De een zal daarvan genieten, maar bij mij deed dat de aandacht en lust verslappen. We brengen nooit genoeg tijd door met eender welk personage. Die nodeloze complexiteit staat beklijving in de weg. Het komt geregeld voor dat je niet meer weet wie een zekere persoon is, waardoor je jezelf genoodzaakt ziet tot het maken van aantekeningen, of moet terugbladeren. Je zou haast een dierenoffer willen brengen, in ruil voor een handige familiestamboom. Een structureel euvel dat op zich een simpele oplossing kent. Er een langer werk, of het eerste deel in een reeks, van maken, had wellicht geholpen.  

Verder creëert Francks keuze voor een emotioneel onderkoeld register — wellicht om sentimentaliteit of opgeklopte dramatiek te mijden — afstandelijkheid. Zelfs het tragisch verlies van haar geliefde Stephan, met wie ze een passie voor de literatuur deelde, brengt ze té nuchter, en ontlokt zo noch traan noch hartroersel. Het is als een rustig voortkabbelend beekje, terwijl een kolkende watermassa hier en daar gerust mocht. Ongelooflijk jammer, want Franck etaleert wel degelijk haar kunnen, met als forte een gave voor de zinnelijke beschrijving. Over haar vele omzwervingen met haar tweelingzus: ‘Er waren geen zomers zonder geschaafde knieën en korstjes. Ik herinner me het trekken van de huid onder het beschermende laagje geronnen bloed dat na een week of twee bijna zwart leek, hoe de korstjes aan de rand van de wond opkrulden en verdroogden en de roze huid eronder tevoorschijn kwam. We speelden in het bos en op de hei bij de Müggelsee, we leefden in onze eigen wereld.’ Weinig is zo mooi als kinderlijke onbevangenheid, en Franck brengt het wonderwel.  

Het is zonder meer opmerkelijk hoe onze auteur toegeeft dat ze in feite niet kón slagen in het opdienen van een bevredigende roman: ‘Even nadrukkelijk als in alle andere gezinnen waar de vreselijkste dingen gebeuren, bewaren de mensen het stilzwijgen over het ondraaglijke, het onzegbare, dat wat er niet kan zijn omdat het er niet mag zijn. Het mag niet zichtbaar worden en niet bekend raken. Hoe zou het mij ooit toegestaan zijn mijn stem te verheffen voor het eigene en mijn eigen verhaal, een vorm te vinden, taboes te omzeilen of ze onder ogen te zien. De concentratie van het tragische en hoe het zich uitbreidde van de ene generatie op de andere, ons elk op zijn manier beïnvloedde, zich doorzette in mij en mijn geheugen, leek me voor literatuur te veel, een beproeving.’ Werelden onder elkaar onderzoekt die onmogelijkheid van het reconstrueren van herinneringen – een proces dat de literatuur juist mogelijk maakt en, idealiter, tot een kunstig geheel weet te smeden. 

Julia Franck, Werelden uit elkaar, vertaling: Els Snick, Uitgeverij Wereldbibliotheek, 320 pagina’s (€ 22,99) 

Deze recensie verscheen eerder in de Boekenkrant, editie december 2021.  
Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht.

Berichten gemaakt 5312

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven