Het is lang geleden dat een thriller nog zo lang bleef naspoken in mijn hoofd. Misschien omdat ik de plottwist totáál niet zag aankomen, of omdat het verhaal me de stuipen op het lijf joeg. Ik had nog nét geen slapeloze nachten, maar de laatste paar honderd pagina’s las ik in één ruk uit met een mengeling van verbazing, verontrusting, en vreemd genoeg, ontroering. Het laatste huis van Catriona Ward blies me omver.
Door Oglaya Doua
Ted Bannerman woont in het laatste huis grenzend aan de bosrand. Het is er wat eenzaam: zijn dochter Lauren is er niet altijd en verder heeft hij alleen zijn kat Olivia. En dan zijn er nog de vreemde geluiden op zolder en datgene wat er achter het huis in het bos begraven ligt. Dan krijgt de straat een nieuwe bewoonster. Eentje die bijzonder geïnteresseerd lijkt in Ted en in een meisje dat jaren geleden in deze omgeving verdween.
Het begin van Het laatste huis voelt een beetje als de mededelingen van een piloot aan het begin van een vlucht: je hebt het gevoel dat het iets belangrijks is, maar veel begrijp je niet. Dat heeft alles te maken met de vertelstijl. Op de eerste pagina vertelt Ted: ‘Als ik de voorpagina zie, krijg ik knopen en kramp in mijn maag. Daar is ze. Ik was vergeten dat het vandaag was. Ik ben niet zo goed met tijd.’
Langzaamaan krijg je door dat Ted niet helemaal te vertrouwen is. Hoe kun je aannemen wat waar is, als hij zelf het tijdsverloop door elkaar haalt? Dat gevoel wordt alleen maar versterkt door het perspectief van Lauren en Olivia. Zij laten de minder charmante kanten zien van Ted: dronkenschap, verwaarlozing en zelfs mishandeling. Heeft Ted wel het juiste voor met Lauren en Olivia?
Maar een thriller zou geen thriller zijn als hij je niet aan ieders motieven deed twijfelen. En dat is ook wat er gebeurt. Je realiseert je dat ook Lauren en Olivia onbetrouwbare vertellers zijn (en misschien ben je als lezer ook niet helemaal te vertrouwen en verlies je zelf het laatste stukje verstand dat je nog had?). Ondanks alles – je kunt het niet verklaren – heb je medelijden met Ted, want zijn herinneringen aan zijn jeugd laten zien dat hij getraumatiseerd is.
Dit alles weet Ward moeiteloos over te brengen in een setting die op zichzelf ook een personage is. De klassieke horrorelementen komen allemaal terug: het afgelegen huis dat helemaal dichtgetimmerd is en bewoond wordt door een verward persoon, enge geluiden die van zolder komen, mysterieuze voorwerpen die zich verschuilen in het donkere bos achter het huis. En uiteraard de nieuwe bewoonster die het niet vertrouwt en op onderzoek uitgaat. Achteraf valt alles op zijn plaats, maar terwijl je leest, denk je nooit: ik weet precies hoe het zit.
Het laatste huis is zo’n verhaal waar je niet veel over kunt zeggen zonder te veel te vertellen. Ward levert met dit boek een knap staaltje vertelkunst dat je raakt. Deze gaat je bijblijven.
Catriona Ward, Het laatste huis, vertaling: Mariëtte van Gelder, Uitgeverij Boekerij, 336 pagina’s (€ 21,99)
Deze recensie verscheen eerder in de Boekenkrant, editie maart 2023.
Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht.