Longread: Moord en doodslag op een braaf eiland

De IJslandse literatuur is uniek in de wereld, met een lange en rijke geschiedenis. Zes blogs geven via de literatuur een breed beeld van de cultuur en geschiedenis van het eiland. Dit is deel drie, over thrillers uit een land zonder moorden.

Door Laura Molenaar

Januari is de maand van de Scandinavische thriller. Er komt opvallend veel misdaadliteratuur uit Scandinavië, en ook uit IJsland komen veel sterke auteurs. Zo wordt Arnaldur Indriðason vaak vergeleken met Henning Mankell, en Yrsa Sigurðardóttir met Stieg Larsson. Maar deze schrijvers hoeven geen vergelijking met andere auteurs. Hun boeken zijn vertaald in een paar dozijn talen, verkopen elk miljoenen exemplaren en ze winnen vele prijzen. Er is kennelijk iets in de IJslandse samenleving dat zich goed leent voor crimi’s, iets waar ook series als Trapped van getuigen.

Maar wat is dat ‘iets’ wat IJslandse schrijvers zo succesvol maakt? Hoe kan het dat er op het eiland, waar maar 37 moorden in twintig jaar plaatsvinden, zo veel goede thrillers geschreven worden? (Ter vergelijking: in Nederland vielen in 2020 al 121 slachtoffers van moord en doodslag.) In de boeken van Arnaldur Indriðason, Yrsa Sigurðardóttir en recent Ragnar Jónasson zijn moorden aan de orde van de dag.

Het boek schreef zichzelf

Indriðason Arnaldur (c) Gassi

Arnaldur Indriðason (1961) worstelt ook met die vragen, vertelt hij in een interview met het Icelandic Literature Center. ‘Eigenlijk is het onmogelijk om crime fiction te schrijven die zich in IJsland afspeelt, omdat er hier niets gebeurt.’ Dus hoe overtuig je je lezers ervan dat dat wél kan?

Indriðasons vader werkte bij de krant Tíminn (‘De tijd’). Zelf werkte hij ook twee jaar voor Morgunblaðið (‘Het ochtendblad’) en vervolgens freelance. Het was zijn wens boeken te gaan schrijven, maar omdat zijn vader een bekende auteur was durfde hij dat lange tijd niet, bang om zoals zo veel kinderen in zijn vaders voetsporen te treden. Op 34-jarige leeftijd besloot hij het toch te proberen, al herinnert zijn uitgebeende schrijfstijl nog altijd aan zijn journalistieke carrière.

Hij herinnert zich het moment nog dat hij aan zijn eerste boek, Maandagskinderen, begon, vertelt hij in het interview met het Icelandic Literature Center: ‘Ik worstelde met de vraag hoe je zoiets aanpakt. Terwijl ik nog steeds aan andere dingen werkte, ging ik zitten en begon bij het begin. Het bleek eenvoudiger dan ik had gedacht. Het boek schreef zichzelf gewoon.’ Hij vertelt dat hij, als hij begint met schrijven, nog geen idee heeft wie de dader is of zelfs wie er vermoord is. Detective Erlendur, en recent politieman Konráð, nemen hem als het ware mee op onderzoek.

Een van de redenen waarom Indriðason er misschien mee wegkomt om over moorden in IJsland te schrijven, is dat hij grotere thema’s aanstipt in zijn thrillers. Zo gaat Noorderveen over een genetische database die in IJsland zeer omstreden was, en in Moordkuil wordt huiselijk geweld behandeld. Ook episodes uit de geschiedenis van IJsland komen voorbij: in Grafteken wordt een lijk gevonden op het graf van onafhankelijkheidsstrijder Jón Sigurðsson, in Het koningsboek staan de manuscripten van de IJslandse sagen centraal, en in Operatie Napoleon krijgen de IJslanders te maken met onverwachte gevolgen van de Tweede Wereldoorlog.

Indriðason lijkt die verklaring in elk geval zelf te onderschrijven in een interview met The Guardian: ‘Toen ik begon met schrijven, zeiden mensen dat ik niets had om over te schrijven, want er gebeurt nooit wat in IJsland. Je kunt hier geen mensen neerknallen, het is hier geen Los Angeles. Maar er is meer dan genoeg om over te schrijven. Ze realiseerden zich niet dat misdaadliteratuur over zo veel meer gaat dan alleen misdaad.’

Ongebruikelijke hoofdpersonages

Sigurdardóttir Yrsa (c) Lilja Birgisdóttir

Yrsa Sigurðardóttir onderscheidt zich van andere thrillerschrijvers doordat ze nu eens geen politieagent of detective als hoofdpersoon kiest. In haar vroege boeken speelt advocaat Thóra Gudmundsdóttir de hoofdrol, later schrijft ze over misdaadpsychologe Freyja en (oké, toch een politieagent) rechercheur Huldar. Die keuze voor een ‘buitenstaander’ als hoofdpersoon zorgden voor nieuwe mogelijkheden bij het schrijven, zegt Sigurðardóttir, al werd het bijvoorbeeld met de tijd steeds moeilijker om Thóra op een geloofwaardige manier met de moorden in verband te brengen – misschien een reden waarom ze overstapte op nieuwe personages.

Sigurðardóttir volgde een opleiding civiele techniek en werkt naast het schrijven nog steeds als ingenieur. Omdat ze geen leuke boeken voor haar kinderen kon vinden begon ze die eind jaren ’90 zelf maar te schrijven. Net als Indriðason begon ze er zonder voorbereiding aan. Omdat ze een fervent lezer is van thrillers en misdaadromans was het geen verrassing dat ze zich daar ook aan zou wagen. ‘Het is geen grote stap van schrijven voor kinderen naar schrijven voor volwassenen,’ zegt ze in een interview met tijdschrift Scandinavian-Canadian Studies. ‘Je moet dezelfde uitdagingen overwinnen. Voor beide heb je een stel personages, een uitgangspunt en een goed verhaal nodig.’

Haar moordenaars zijn vaak ‘gewone’ mensen, geen schimmige lowlifes uit de onderwereld. Ook dat heeft te maken met de brave IJslanders. ‘Onze onderwereld kan geen interessante moordenaars voortbrengen, en de moorden die gepleegd worden hebben altijd te maken met verdovende middelen en zijn vooral verdrietig,’ zegt Sigurðardóttir.

Ze houdt ervan kenmerken van de IJslandse samenleving in stand te houden. Iedereen kent elkaar in een land waar maar 330.000 mensen wonen, en dat kan het lastig maken als je bijvoorbeeld een moord verborgen probeert te houden.

Anders dan Arnaldur Indriðason schrijft Yrsa niet over sociale problemen, maar behandelt eerder persoonlijke thema’s. In RIP komt een moord op een tienermeisje voor hoofdpersoon Freyja wel heel dichtbij, en in DNA blijkt ze samen te moeten werken met de man met wie ze onlangs een gecompliceerde onenightstand heeft gehad – Huldar.

Moorden oplossen in de barre kou

Ragnar Jónasson (c) Sigurjon Sigurjonsson

Een van de nieuwste misdaadschrijvers uit IJsland is Ragnar Jónasson. Volgens hem zijn IJslanders zulke fervente misdaadschrijvers en -lezers juist omdát er zo weinig misdaad voorkomt. Jónasson werkte eerst als journalist bij de radio, maar is nu advocaat – al werkt hij voor een investeringsfirma, niet met verdachten van moorden.

Als twaalfjarige schreef hij al zijn eerste detectiveverhalen in schriftjes, geïnspireerd door de boeken van Agatha Christie. Later vertaalde hij haar boeken ook, en begon wat serieuzer eigen verhalen te schrijven, al is de invloed van de ‘Golden Age’ van Engelse detectives nog altijd terug te vinden in zijn verhalen, zegt hij.

Zijn boeken spelen zich af in Siglufjörður, de meest noordelijke plaats in het toch al noordelijke land. De afgelegen plek en de barre kou spreken erg tot de verbeelding en de omgeving speelt een belangrijke rol in zijn ‘Duister IJsland’-serie. Ari Thór is een jonge politieagent die in Siglufjörður wordt gestationeerd. Ook hij krijgt te maken met de hechte gemeenschap van het IJslandse platteland, terwijl zijn verleden hem achtervolgt.

Leuk feitje: Waar Ari Thór in het eerste boek, Sneeuwblind, pianolessen neemt als hij naar Siglufjörður verhuist, begon Jónasson zelf ook met pianospelen nadat hij die roman had geschreven. Hopelijk zal zijn verleden hem niet zo achtervolgen als bij Ari Thór.

Verder lezen:
Arnaldur Indriðason

  • Smeulend vuur (2021), Volt, 304 pagina’s, €21,99. Vertaling: Adriaan Faber.
  • Operatie Napoleon (2017), Q, 352 pagina’s, €12,50. Vertaling: Jan Willem Reitsma.
  • Verdwijnpunt (2012), Q, 280 pagina’s, €12,99. Vertaling: Adriaan Faber.
  • Het koningsboek (2008), Q (tweedehands te vinden). Vertaling: Marcel Otten.
  • Noorderveen (2003), Signatuur (tweedehands te vinden). Vertaling: Paula Vermeyden.

Yrsa Sigurðardóttir

  • (Net verschenen) Stilte (2022), Cargo, 448 pagina’s, €21.99. Vertaling: Willemien Werkman.
  • RIP (2020) Cargo, 448 pagina’s, €12,99. Vertaling: Katleen Abbeel.
  • DNA (2019), Cargo, 480 pagina’s, €12,99. Vertaling: Katleen Abbeel.
  • Het laatste ritueel (2006), De Fontein (tweedehands te vinden). Vertaling: Kim Middel en Kim Liebrand.

Interview in de Boekenkrant met Yrsa: https://boekenkrant.com/interview-yrsa-sigurdardottir/

Ragnar Jónasson

  • Sneeuwblind (2021), A.W. Bruna, 286 pagina’s, €20,99. Vertaling: Willemien Werkman.
  • Inktzwart (2020), A.W. Bruna, 280 pagina’s, €20,99. Vertaling: Willemien Werkman.
  • Poolnacht (2020), A.W. Bruna, 320 pagina’s, €20,99. Vertaling: Willemien Werkman.
  • (Verwacht, mei 2022) Ademloos (deel 4), A.W. Bruna, 256 pagina’s.

Verder kijken:
Reykjavík-Rotterdam (2008), geschreven door Indriðason en geregisseerd door Óskar Jónasson, is een film over een bewaker op een schip die uit geldnood alcohol smokkelt. Zoals de titel doet vermoeden speelt het verhaal zich deels in Nederland af.Jar city (2006) van regisseur Baltasar Kormákur, gebaseerd op Noorderveen van Indriðason.

Ik vergeet je niet is verfilmd door Sigurjón Sighvatsson als I Remember You (2017)

Een korte, iets oudere documentaire over Yrsa Sigurðardóttir kun je hieronder bekijken.

De boeken van Ragnar Jónasson zullen worden verfilmd als tv-serie.

In deel 1 uit deze serie over IJslandse literatuur bespreekt Laura Molenaar het thema feminisme en in deel 2 de rol van koffie in de romans van Halldór Laxness en Jón Kalman Stefánsson. 

Foto bovenaan: Siglufjörður (c) Alena Timofeeva / Unsplash

Berichten gemaakt 5312

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven