Interview Samuel Bjørk: ‘Teruggaan in de tijd was moeilijker dan ik dacht’

Met Ik reis alleen, het eerste deel over de rechercheurs Munch & Krüger, werd de Noorse Samuel Bjørk in één klap een begrip in thrillerland. In Sneeuwwit gaat hij terug in de tijd om het verhaal te vertellen over hoe de twee elkaar hebben ontmoet.

Door Mirjam Mulder

Mia Krüger is eenentwintig en vastberaden om als eerste vrouw toegelaten te worden tot de Dienst Speciale Interventie. Dan wordt ze van de Politieacademie geplukt door rechercheur Holger Munch: hij kan haar talenten goed gebruiken voor zijn nieuwe onderzoekseenheid. Ze staan namelijk voor een bijzonder gruwelijke en lastige moordzaak: in Oslo zijn de lichamen van twee elfjarige jongens en een dode vos gevonden. Dit scenario lijkt erg op een onopgeloste zaak uit Zweden van acht jaar geleden. Kan Mia hen helpen de moordenaar op te sporen?

De auteur zou naar Nederland komen om dit boek te promoten, maar wegens corona spraken we elkaar toch weer via Zoom. De toon is meteen gezet als hij op mijn eerste vraag lachend reageert met: ‘Wil je een eerlijk antwoord…?’

Samuel Bjørk (c) Harald Øren

Je hebt inmiddels drie thrillers over dit duo uitgegeven. Waarom wilde je nu een prequel schrijven?

‘Ik heb een lange tijd nagedacht over wat ik na het derde boek wilde doen, ik was een beetje moe na zes jaar lang boekpresentaties geven en dan weer iets goeds proberen te schrijven en dan weer presentaties geven… Ik had een pauze nodig, en dus besloot ik een “pauzeboek” te schrijven. Met personages die ik al kende, maar dat toch spannend zou zijn omdat het zich tien jaar eerder afspeelt. Het leek me ook goed voor de karaktervorming om te zien hoe het allemaal begonnen was, en hoe Mia was voordat ze depressief was. Dat vond ik heel interessant. Dus het was een win-winsituatie voor mij.’

Kende je de achtergrondverhalen van de hoofdpersonages al, of moest je dat nog helemaal uitwerken?

‘Nee, het was veel meer werk dan ik dacht! Omdat, en misschien ben ik een beetje vreemd, ik altijd wil dat alles klopt, zelfs als ik dingen verzin. Ik heb de jonge Mia Krüger in wel zeven of acht verschillende versies uitgeprobeerd, voordat het klopte. Het teruggaan in de tijd was ook moeilijk, omdat dat niet de manier is waarop wij leven: we begrijpen onszelf doordat we steeds ouder worden, en opeens moest ik terug in de tijd springen. Ik moest teruggaan in mijn eigen leven, naar het jaar 2001, en man – dat was twintig jaar geleden! Wat deed ik toen zoal, hoe zag de wereld eruit, wat hadden we allemaal? Hadden we Google? Dat moest ik allemaal uitzoeken.’

Er komen een heleboel verschillende personages langs in het boek, met allemaal een eigen stem en verhaal. Hoe bedenk jij al die personages?

‘Dat is een million dollar question, is het niet? Die vraag krijg ik vaak: hoe krijg jij je ideeën? Ze komen gewoon zo’n beetje mijn hoofd binnen zeilen. Ze drijven wat rond en dan vangt er één opeens mijn aandacht. En in dit boek was dat vooral het kleine meisje dat in het bos woont, Lydia. Ik was een beetje verliefd geworden op haar verhaal, ik wilde eigenlijk een heel boek over haar gaan schijven! Maar mijn agent zei nee.’

Wat zou er gebeuren als je een personage in het bos neerzet, dat niets weet over de mensenwereld?

Dat vond ik inderdaad een interessant personage: ze leeft helemaal in haar eigen wereld, waarin de natuur het belangrijkst is en de mensen alles verpesten. Is dat ook iets waar jij veel over nadenkt?

‘Ja, natuurlijk. Ik was erg aangedaan door de Trump-verkiezing in Amerika. Ik heb een paar jaar in de VS gewoond, dus ik weet een beetje hoe zij denken. Ik zou niet zeggen dat ik depressief was, maar ik dacht wel: is dit waar de wereld heen gaat? Daarom wilde ik kijken: wat zou er gebeuren als je een persoon in het bos neerzet, die niets weet over de mensenwereld en wat de andere volwassenen allemaal doen? Want ze krijgt al haar informatie van één persoon, die misschien niet helemaal honderd procent is. Ik vond het heel interessant om terug te gaan naar hoe het was om kind te zijn, om naar de bomen te kijken en vrienden te zijn met de dieren. Het was een soort mentaal geneesmiddel om over haar te schrijven.’

In jouw boeken komen er veel kinderen voor die zijn verwaarloosd door hun ouders. Wat trekt jou aan aan deze personages?

‘Dat heeft veel te maken met mijn eigen jeugd en de mensen die ik tegenkwam. Ik heb in een alternatieve kunstgemeenschap gezeten, waar iedereen muziek maakte en theater en kunst. Daar kom je veel mensen tegen die zijn verwaarloosd door hun ouders. Ik zag van heel dichtbij hoe zij daarmee worstelden. Ze hadden er moeite mee om gelukkig te zijn. Dat is dus iets dat me erg interesseert. Ook om na te denken: wie zijn we en hoe zijn we zo geworden? Ik bedoel, kinderen zijn zo kwetsbaar. Ik heb een dochter van zes, en ik houd er zoveel van om gewoon bij haar te zijn. Ze is zo open en blij, en kijkt naar de wereld zoals ik ook graag naar de wereld zou willen kijken.’

Samuel Bjørk, Munch & Krüger 4. Sneeuwwit, vertaling: Perpetua Uiterwaal en Liesbeth Huijer, Uitgeverij Luitingh-Sijthoff, 400 pagina’s (€ 21,99)

Dit interview verscheen eerder in de Boekenkrant, editie januari 2022.
Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht.

Berichten gemaakt 5313

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven