Met het boek Kleinzeer vertelde Nadia de Vries over hoe zij als meisje de diagnose systemische mastocytose kreeg. Na het langdurige ziekbed voelde het alsof De Vries plotseling een plek moest innemen in een wereld waar zij nooit deel aan had genomen. Thema’s als trauma en vervreemding komen wederom terug in De bakvis, het romandebuut van De Vries.
Door Marc Mens
De bakvis volgt Distel Nooitgedacht. Als kind overleed haar vader tijdens een vliegtuigongeluk. Door haar jonge leeftijd ervaarde Distel deze ingrijpende gebeurtenis als een buitenstaander. Twintig jaar later slaat de rouw daarentegen plotseling toe. Distel realiseert zich dat ze haar jeugd heeft gemist en dat zij nooit een pad heeft kunnen kiezen, nooit heeft nagedacht welk type vrouw ze wilde worden.
Totaal ontspoord
De Vries wandelt het café binnen waar zij voor ons interview graag wilde afspreken. Nadat ze gaat zitten, draait ze een knotje in haar haren. Ze straalt een kalme zelfverzekerdheid uit en zegt al snel dat ze erg van praten houdt. ‘Dus je moet gewoon zeggen wanneer ik afdwaal,’ vertelt ze met een glimlach. Net als hoofdpersonage Distel Nooitgedacht heeft De Vries een sierlijke, lange nek. Daarnaast voelden zowel De Vries als Distel zich vervreemd na het beleven van een traumatische ervaring, maar daar houden de gelijkenissen wel op. ‘Ik heb ook een groot deel van mijn puberteit gemist. Het missen daarvan, die frustratie heb ik in Distel gestopt, maar ik heb therapie gehad. Ik heb aan mijzelf gewerkt. Distel is iemand die totaal ontspoord is, die nul onderzoek naar zichzelf heeft gedaan. Hiermee liet ik zien hoe het anders voor mij had kunnen lopen. Ik had ook Distel kunnen zijn.’
Na de dood van haar vader ging Distel met haar moeder en zus naar een gezamenlijke therapiesessie. Hierna voelde alles kunstmatig voor Distel. Twintig jaar later maakt ze een foto van een meisje bij een fontein. Wanneer ze het jonge meisje door de lens van haar camera ziet, begint er echter een innerlijke gedaanteverwisseling voor Distel. ‘Ze ziet een kind dat een normale jeugd beleeft,’ vertelt De Vries. ‘Zij beseft dan: “Ik heb dat niet gehad.” Als ze het meisje bij de fontein ziet spelen, slaat de klap pas in.’
Pratende meubels
Zo begint Distel terug te kijken naar haar verleden en naar naaktfoto’s die zij van zichzelf maakte als tiener. Distel herkent zich niet langer in dat jonge meisje. Om haar verloren tienerzelf nieuw leven in te blazen, plaatst ze de foto’s op een schimmige website. Vervolgens trekt ze zich terug in haar appartement. Nu bestaat haar enige contact uit de reacties die mensen achterlaten bij de foto’s. ‘De mensen om je heen zijn normaal gesproken aanduidingen in de tijd. Als je die niet om je heen hebt, smelt de tijd weg. Distel is iemand die alles helemaal kapot analyseert. Zij kan die ruimte nemen omdat ze niet in het heden zit. Ik heb tijdens mijn promotieonderzoek naar de dood op het internet zelf ”cases” gezien van mensen die intieme beelden van zichzelf op het internet verspreiden. Toen dacht ik: “Wat als je als kind iets naars hebt meegemaakt en je als volwassene wraakporno maakt van je eigen pijnlijke herinneringen?”’
Hoe langer Distel alleen met haar gedachten is, hoe meer zij het spoor bijster raakt. Zo beginnen haar meubels tegen haar te spreken en dringt een groep wezels haar huis binnen. De Vries deed veel moeite om zich te verplaatsen in het hoofd van Distel. ‘Omdat Distel zo alleen is, krijgen de mensen om haar heen een soort functie. Zo worden mensen gewoon ”Zuster” of ”buurvrouw”. Om het boek te schrijven, heb ik dagenlang binnen gezeten. Ik schreef wanneer mijn buren allemaal al sliepen, van een uur of elf ’s avonds tot een uur of zes, half zeven ’s ochtends. Verder ging ik alleen de deur uit om boodschappen te doen of om naar de tandarts te gaan. Als je echt die gekte wilt proeven, moet je het belichamen. Op een gegeven moment ging ik zelf ook hallucineren, bijvoorbeeld dat mijn nachtkastje bewoog.’
Schadelijke stereotypen
Met De bakvis onderzoekt De Vries hoe de ‘gewone’ mens losgekoppeld kan raken van de samenleving, maar de roman levert ook kritiek op hoe ‘het meisje’ wordt gepresenteerd in de westerse beeldwereld. ‘Distel is een millennial-vrouw. Zij waren meisjes begin 2000, toen het heel normaal was om vrouwen binnen bepaalde stereotypen in te delen. Je had de ”bimbo”, of dan weer de nerd, of de ”cybergirl”. Door haar traumatische ervaring heeft Distel een dergelijk verkennen van identiteiten niet meegemaakt. Ze heeft nooit nagedacht wat voor meisje zij precies kon zijn. Door die culturele opvoeding denkt zij dat meisjes een bijna magische kracht hebben, en dat zij die kracht nooit heeft gehad.’ Hiermee laat De Vries zien hoe schadelijk culturele stereotypes precies kunnen zijn, met name voor mensen die al een slecht zelfbeeld hebben.
Nadia de Vries, De bakvis, Uitgeverij Pluim, 160 pagina's (€ 22,99)
Dit interview verscheen eerder in de Boekenkrant, editie juli 2022.
Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht.