Boekenkrant-schrijfwedstrijd: Teng Arend

Teng Arend is een van de vijf genomineerde verhalen van de Boekenkrant-schrijfwedstrijd 2022. In dit poëtische verhaal van Regine Ryckoort neemt een jongen op zijn ziekbed de woorden van zijn vader ‘Alles is mogelijk’ erg letterlijk als hij in een arend verandert. Een groot verdriet en een uitzinnige overwinning ontvouwen zich tegelijkertijd, als bewijs van de kracht van fantasie.

Teng Arend

Nooit eerder had hij dit soort aanwezigheid gevoeld. Een pertinente toestand van zwijgzaamheid, van onrustig zoeken en subtiel aftasten hoe ver ze van elkaar verwijderd waren. Alsmaar verder en toch heel dichtbij.

Teng ademde rustig. De wimpers van zijn amandelvormige ogen trilden zachtjes, alsof de warme lentebries van buiten de kamer binnen walste en lichtvoetig verder danste op zijn oogleden. Zijn vader zat naast het bed en zuchtte om de haverklap, stilletjes. Hij wist dat er een omkering zat aan te komen, nog voor de eerste tekenen zichtbaar waren.

“Onthoud dat gedachten heel sterk zijn, Teng Arend. Alles is mogelijk.”

“Alles?”

“Ja, alles…”

Die woorden zwalpten sinds enkele maanden in zijn hoofd. Het waren de belangrijkste woorden die hij ooit van zijn vader gekregen had. Een vader die nu enkel lijdzaam kon toekijken hoe zijn enige zoon hem ontglipte.

Teng bestudeerde nauwkeurig de arend die aan het open raam zat. De lichtbruine ogen loerden nieuwsgierig naar zijn gezicht. Het lijf torste een donkerbruin verenkleed met in de nek goudkleurige veren. De haakse zwarte snavel stond halfopen.

De imposante roofvogel joeg hem geen angst aan. Integendeel, het hart in zijn zestienjarige borstkas jubelde. Eindelijk bracht de tijd dat waar hij zo naar verlangd had. Al weken was hij bezig zijn gedachten te sturen naar dit moment.

Hij bracht telkens minieme nuances aan in zijn denken die de metamorfose zo goed mogelijk zouden bewerkstellingen. De dagelijkse oefening in het filteren van denkbeelden, het zeven van prikkels en het aanleggen van nieuwe verbindingen in zijn brein, zouden uiteindelijk tot een spectaculaire verandering leiden. Een nieuw leven.

Papa, luister je? Ik ruil mijn lichaam voor dat van een reuzenvogel. Ik zweef over groene valleien, uitgestrekte steppes en stoere bergen. Ik verlaat de bakstenen en het beton om het weidse te zoeken… Alles is mogelijk, niet? Je hebt het zelf gezegd. Ik word door de lucht gedragen. Ik kan het echt…

Ik heb altijd willen vliegen. Dat weet je. Met uitgestrekte armpjes en beentjes scheerde ik hoog boven jouw hoofd, in jouw handen, nog voor ik stappen kon. Het was heerlijk.

Je bent zo stil, papa, je hoeft niet bedroefd te zijn.

Teng Arend zette de nodige wilskracht in, accepteerde de geestelijke pijnen die onvermijdelijk waren en zwoer dat hij nooit ofte nooit opnieuw naar zijn jongenslichaam zou hunkeren. Hij wilde vliegen, hij zou vliegen als een arend… zijn adoptienaam, maar ook zijn afkomst waardig. Enkel zijn uitgeputte lichaam moest nog volgen.

Hij droomde een complete herschepping van zichzelf, eigende zich twee krachtige vleugels toe en cirkelde hoog en vrij in de lucht.

Teng voelde zijn huid scheuren. Een schreeuwerige pijn vanuit zijn voeten. Hij duwde verwoed het witte laken naar beneden. Weg! Er groeiden donkerbruine pluimen waar ooit zijn benen zaten. Gele poten met zwarte klauwen trokken krampachtig aan het beddengoed. Een warm vuur schoot door zijn lichaam. Het ging allemaal sneller dan verwacht. Weldra zou hij zijn vleugels uitslaan en terug vliegen naar zijn Kazachse geboortegrond.

“Papa, kijk eens, ik word een arend…” fluisterde Teng.

Een vermoeid gezicht, een zachte zucht.

“Papa, hoor je mij?”

Zijn vader bleef roerloos zitten, blik op oneindig.

De transformatie zette zich onomkeerbaar verder. Tengs romp verschrompelde tot een gedrongen arendslijf en zijn armen werden vleugels. Ook zijn knappe jongensgezicht – waar Linde, zijn buurmeisje verliefd op was – werd herschapen tot een roofvogelkop van waaruit de ogen met goudgele iris zijn soortgenoot aanschouwden.

Het vogelhart pulseerde gejaagd in zijn lijf en een vernieuwde energie stuwde naar boven. Hij maakte zich los van zijn verzwakte persoon, nestelde zich volledig in het gevederde omhulsel en ervoer onmiddellijk de lichtheid van een ander bestaan. Wat een verademing! Wat een bevrijding!

Met twee lichte slagen steeg hij op uit het bed, ontwaarde onmiddellijk het bleke lichaam onder hem, alsook de vader die de wang van de ontzielde jongen streelde.

Een lichte schok trok door zijn arendslijf. Zo eenvoudig als het was om het stoffelijk overschot van de jongen achter te laten, zo moeilijk was het om afscheid te nemen van de man die hem groot gebracht had.

Teng Arend aanhoorde de opeenvolgende kreten die zijn vader uitbraakte. Hij antwoordde schreeuwend, krassend, gakkend. Rauwe en onversneden klanken rolden uit zijn keel. Luid en ontembaar.Het vadergehuil en het vogelgeschreeuw vermengden zich tot een geheel, mondden uit in een droevige compositie tot er louter zware stilte overbleef.

Nog eenmaal cirkelde Teng Arend boven het grijze gebouw. In de lucht resoneerden de kostbaarste woorden uit zijn korte mensenleven, zochten zich een weg door het open ziekenhuisraam, recht naar de gebroken man toe:

‘Onthoud dat gedachten heel sterk zijn, papa, alles is mogelijk…’

Het was die laatste gedachte die hem nog heel even met zijn vader verbond, vooraleer hij de achtervolging inzette op zijn soortgenoot, om uiteindelijk te verdwijnen in een helblauwe hemel.

Berichten gemaakt 5342

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven