Lucas Zandberg schreef al meerdere goed ontvangen historische romans, maar zijn tweede roman De laatste maîtresse uit 2010 bleef wat onderbelicht. Ten onrechte, vonden de auteur en uitgeverij, en dus werd hij onlangs opnieuw uitgebracht. De heruitgave van De laatste maîtresse. De memoires van Jeanne du Barry bevat een nieuw nawoord en is uitgegeven bij Kleine Uil. Zandberg: ‘Jeanne du Barry is het liefste personage dat ik gecreëerd heb.’
Door Aefke ten Hagen
De laatste maîtresse was al een tijd niet meer leverbaar. Het verscheen oorspronkelijk vrij stilletjes in 2010. Zandberg: ‘Nu ik wat verder ben qua schrijverschap en er een Netflix-film (met Johnny Depp als Lodewijk XV) in de maak is over precies hetzelfde onderwerp, krijgt het een herkansing. Daar ben ik heel blij mee, want ik vind dit zelf een van mijn betere boeken. Als ik De laatste maîtresse geen goed boek had gevonden, had ik het zo gelaten. Maar Jeanne du Barry heeft een dierbaar plekje in mijn hart. De cover is ook veranderd en ik vind het zelf erg plezierig dat ik hier als schrijver bij mijn uitgeverij over mag meedenken. Op de cover zien we een wassen beeld van Du Barry waarvoor ze bij leven heeft geposeerd toen ze een jaar of 25 was. Ik ben er erg tevreden mee, dit is duidelijk haar.’
Maîtresse van de koning
In 2007 was Zandberg ‘voor de lol’ in Parijs. Hij kwam in een boekhandel en bladerde een biografie door over Marie Antoinette. Hij las de biografie en werd gegrepen door Jeanne du Barry. ‘Jeanne was iemand die uit de laagste kringen kwam. Dat zij zonder het juiste bloed zo ver is gekomen, dat sprak tot de verbeelding. Ik had ook niet het idee dat zij het vervelend vond dat zij moest waarmaken wat haar moeder niet gelukt was: haar klasse ontstijgen door gebruik te maken van haar fraaie uiterlijk. Haar moeder zorgt er uiteindelijk voor dat Jeanne in een exclusief bordeel belandt. Daar wordt ze opgeleid om de hoogst denkbare positie te bereiken: maîtresse van koning Lodewijk XV.’
Zandbergs debuutroman, Mijn leven is van mij, ging ook over een historische vrouw: Elisabeth in Beieren, oftewel Sisi. ‘Zij was niet zo aaibaar,’ vertelt de auteur. ‘Ik was voor mijn tweede boek toe aan iemand die wat aardiger was. Jeanne du Barry was niet dom en geen intellectueel. En onderschat niet hoe moeilijk het is om de maîtresse van de koning te zijn. Ze kon niet gaan studeren. Dit was haar enige kans om hogerop te komen. En je moet als maîtresse op het juiste moment glimlachen, je mond houden, iets intelligents zeggen. Maar je mag ook nooit intelligenter zijn dan de koning. Mannen vinden het vaak niet fijn dat een vrouw slimmer is. Ik denk dat ze echt zachtaardig was. Ze vervulde een therapeutische rol voor de koning. Jeanne is grenzeloos goedgelovig in andermans goede bedoelingen. Je hoopt als lezer voor haar dat het goed komt, terwijl het niet gaat gebeuren. Je wilt haar tegen zichzelf in bescherming nemen en gunt haar een mooi en gelukkig leven. Jeanne du Barry is een aansprekende figuur. Het liefste personage dat ik ooit gecreëerd heb.’
Maar Jeanne de Barry wordt ook verguisd. Zandberg: ‘Dat gebeurt niet om wíe ze is, maar om wát ze is. Ze wordt verborgen en vernederd. Want daar gaat het vaak om in het leven: hoor je er bij of niet. Op het moment dat de koning doodgaat, is iedereen vertrokken. Toen ze later niet meer die positie van maîtresse had, oordeelde een van de dochters van de koning zachter over haar.’
‘Als het niet lukt met het schrijven, dan is er iets mis met het idee’
Een boek dat zichzelf schrijft
Zandberg doet veel research voor zijn romans. ‘Als het mogelijk is, ga ik plekken bezoeken. In de research-fase lees ik alles wat los en vast zit. Maar je moet ook uitkijken dat je niet te veel gaat onderzoeken, want dan gaat het je fantasie in de weg zitten. Als ik het gevoel heb dat ik mijn hoofdpersoon begrijp, dan is deze fase klaar. En natuurlijk heb je bij het schrijven van een historische roman ook feit en fictie. Als schrijver heb je veel ruimte om vrij in te kleuren. Sommige historische schrijvers zijn zich extreem bewust van de tijd waarin ze leven. Je moet een lezer niet bombarderen met historische informatie. In De laatste maîtresse heb ik de val van Bastille beschreven, maar mijn personages wisten dat niet. Zij zaten daar middenin. Ze zien in de verte rook boven Parijs en horen wat raars. Een vriend van haar heeft het dan over een opstootje bij Bastille.’
Over het schrijfproces is de auteur heel helder: ‘Als het niet lekker loopt, of het lukt niet met schrijven, dan is er iets mis met het idee of het is geen sterk gegeven. Maar als ik er eenmaal in zit, gaat het heel snel. Dan is het bijna alsof mijn hoofdpersoon tot mij spreekt. Ik word dan lichter in mijn hoofd, de tijd gaat sneller en bij een ik-perspectief komt er iemand bij me. Dit boek schreef zichzelf. Boeken komen ook tot mij. Dat kan zijn doordat ik een stukje in de krant lees dat me grijpt, of een biografie. Maar ik ga nooit actief naar onderwerpen op zoek.’
Zijn boeken hebben dan ook geen bewuste boodschap of een moraal. ‘Ik lees en schrijf uit escapisme. Ik schrijf niet over mezelf, maar treed buiten mezelf. Ik wil juist mijn eigen leven vergeten, de dagelijkse beslommeringen waar iedereen mee te maken heeft. Ik leer niet over het leven door te lezen, ik leer over het leven door te leven.’
Die aanpak is duidelijk terug te zien in zijn romans: de personages lijken allereerst misschien ver van je af te staan, maar Zandberg vermaakt ze tot echte mensen met herkenbare problemen. Een goede historische roman is een verhaal dat zich toevallig in het verleden afspeelt. Sommige lezers denken wellicht dat het te moeilijk is of saai. Niets is minder waar. Lees De laatste maîtresse en geef Jeanne du Barry een speciaal plekje in je hart.
Lucas Zandberg, De laatste maîtresse. De memoires van Jeanne du Barry, Uitgeverij Kleine Uil, 240 pagina’s (€ 21,95)
Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht.