Interview Anne en Wilfred: ‘Als vertaler schrijf je het boek eigenlijk opnieuw’

Een groot deel van de boeken die jaarlijks in Nederland verschijnen, zijn vertalingen. En toch worden de vertalers vrijwel nooit op het omslag genoemd, en zelfs journalisten die over de boeken schrijven lijken vaak niet door te hebben dat er vertalers aan te pas zijn gekomen. ‘Alsof die Nederlandse tekst zomaar uit de hemel is neergedaald,’ zeggen vertalers Anne Tilleman en Wilfred Ploeg.
Lezing Saviano – Saviano, Wilfred, René

Door Mirjam Mulder

Van dit vertalersduo verscheen onlangs De eenzaamheid van moed, een biografische roman van Roberto Saviano over de onderzoeksrechter Giovanni Falcone, die in de jaren tachtig alles op het spel zette om de Siciliaanse maffia ten val te brengen, wat hij met het leven moest bekopen. Er verschenen behoorlijk wat recensies van en het boek is al aan de derde druk. Geweldig! Maar vrijwel nergens werd er ook maar naar de vertalers verwezen. En dat is tekenend voor de onderwaardering van vertalers als vakmensen. Op een nazomerse woensdagochtend in Utrecht sprak ik Anne en Wilfred over wat er allemaal bij het vertalen van deze roman kwam kijken.

De eenzaamheid van moed is alweer de derde vertaling die van jullie hand is verschenen. Hoe gaan jullie te werk?
Wilfred: ‘Het is in het begin natuurlijk even wennen aan elkaar, want je bent wel heel intensief bezig samen. We delen het boek altijd op, en dan gaan we eerst ieder voor zich aan de slag met de hoofdstukken die we elkaar hebben toebedeeld. Die sturen we dan aan elkaar op, en vervolgens krijg je het helemaal rood terug. Dan schrik je je dood, want je denkt bij jezelf: “Ik ben toch een goede vertaler?! Hoezo al die opmerkingen?”’ Daar moest ik eerst persoonlijk wel aan wennen. Maar dat is een enorm goede leerschool geweest. Vervolgens mag degene die de opmerkingen krijgt daar weer van alles mee doen: wel aannemen, niet aannemen, aanpassen… En dan komen we fysiek bij elkaar om de correcties live door te nemen, en te besluiten: wat wordt het nou? Als een hoofdstuk af is, lezen we het daarna nog een keer aan elkaar voor. Met het idee dat als er ergens iets rammelt, als de ander ergens blijft haken…’
Anne: ‘We hebben heel wat afgehaakt!’
Wilfred: ‘… dan is er altijd iets aan de hand. En dan gaan we kijken waar dat aan ligt. En zo gaat dat hoofdstuk na hoofdstuk door.’
Anne: ‘We hebben een paar keer met Patty Krone [die een vertaalduo vormt met Yond Boeke – red.] gepraat over het proces van als duovertalers bezig zijn. Zij zei: “Je moet elkaar eigenlijk door en door vertrouwen.” En dat is ook zo, maar dat moet eerst groeien. En het grappige is: als ik bijvoorbeeld een helemaal rood hoofdstuk van Wilfred terugkrijg, dan zucht ik eerst eens een keertje heel erg diep, maar vaak neem ik dingen toch niet letterlijk over, maar ik kom wel weer op nieuwe, betere ideeën. Dus het is een continu schaven aan de tekst, tot we op het eind eigenlijk niet meer weten wie wat als eerste vertaald heeft.’
Wilfred: ‘Nee, dan wordt het “de tekst”.’

Anne Tilleman

Hebben jullie ook Italiaanse contactpersonen die jullie kunnen raadplegen?
Wilfred: ‘Ja! Mijn Italiaanse vriend Claudio Gentile. Die heeft ons geholpen met de zinnetjes in het Siciliaanse dialect die in het boek voorkomen. Die konden wij soms wel vertalen, maar soms ook echt helemaal niet. Claudio is van oorsprong Siciliaan, dus dat was een fantastische hulp. Bovendien kwamen we erachter dat er soms een dubbele bodem in de tekst zit, die je als Italiaan wel doorhebt en wij als Nederlander niet.’
Anne: ‘Dat ging over het eten. Wij dachten: waarom gaat Saviano daar zo diep op in? Wat raar! Maar Claudio kon daar een verklaring voor geven. Het ging over Rocco Chinnici, hij was het hoofd van het Bureau Onderzoek in Palermo en degene die de “antimaffia-pool” gemaakt heeft waar Falcone en Paolo Borsellino bij werkten. Vervolgens gaat er een heel hoofdstuk over een geheim recept van die Chinnici. Dus wij dachten, ja, die Italianen…’
Wilfred: ‘Typisch Italiaans!’
Anne: ‘… die praten zoveel over eten! Maar het ging er dus over dat Chinnici probeerde om zijn werkwijze te verspreiden over hoe ze de maffia konden ontmaskeren. Uiteindelijk vertaal je dat dan misschien wel helemaal niet, maar dan snap je in ieder geval de lading van het geheel.’

‘Saviano heeft in diverse interviews gezegd dat Nederland het meest misdadige land is van heel Europa’

Wat was het moeilijkste aan dit boek om te vertalen?
Anne: ‘Dat waren vooral al die juridische termen. Mijn zus is rechter, dus ik had eerst een aantal dingen aan haar gevraagd. Toen kwam zij met allemaal omschrijvingen zoals die officieel in de Nederlandse rechtbank worden gebruikt, maar die je nooit op het internet leest. Dus toen hebben we toch gekozen voor misschien niet helemaal de juiste termen, maar wel altijd gebruikte termen, ook voor de leesbaarheid en herkenbaarheid.’
Wilfred: ‘Vittorio Cantalamessa, mijn collega van de Hogeschool voor Tolken en Vertalen ITV, zei ook dat bepaalde termen die in het boek voorkomen, wel in Italië bestonden in de jaren zeventig en tachtig, maar daarna niet meer.’
Anne: ‘Ja, we hadden eerst dus heel erg ons best gedaan om het volgens de Nederlandse terminologie te vertalen, en vervolgens kwamen we erachter dat die hele instituties in 1989 in Italië waren veranderd. Dus wij dachten: moeten we nou aan die termen van 35 jaar geleden vasthouden, terwijl het dan moeilijker leesbaar is?’
Wilfred: ‘Daar leest de Nederlandse lezer gewoon overheen. Mensen gaan dat niet checken, of het moet echt een juridische fanatiekeling zijn.’
Anne: ‘Van mijn zus heb ik achteraf ook niets gehoord over dat we hele andere termen hebben gebruikt dan wat zij had gezegd. En wat we verder natuurlijk altijd proberen, is om de stijl, het ritme en de klanken van de schrijver zoveel mogelijk recht te doen.’
Wilfred: ‘Ja, en van vrienden en uit recensies horen we dat het een meeslepend boek is geworden. Nou, dan zijn we al heel blij.’

‘Falcone verzamelde ook gipsen eendjes, en die stonden nog op dat bureau. Dan wordt het lekker concreet’

Wilfred Ploeg

Het verhaal is natuurlijk gebaseerd op echte gebeurtenissen. Hebben jullie daarvoor nog onderzoek gedaan?
Anne: ‘Ik ben vorig jaar in oktober naar Palermo geweest, daar heb ik een Addiopizzo-rondleiding gedaan. Dat is een beweging die probeert om Siciliaanse ondernemers te verenigen, zodat ze geen pizzo, beschermingsgeld, hoeven te betalen aan de maffia. Bij die rondleiding door Palermo werd het heel concreet wat er allemaal in dat boek staat: het komt gewoon in de straatstenen terecht.’
Wilfred: ‘Ik ben wat later, in april, met mijn vriend René naar Palermo geweest, en wij hebben toen ook die Addiopizzo-rondleiding gedaan. Wij deden mee aan de Italiaanstalige versie, als enige Nederlanders, en toen werd er ook gezegd – en dat was wel schrikken – dat dit eigenlijk niet alleen maar een Siciliaans verhaal is, maar dat Nederland ook een grote rol speelt. Saviano heeft in diverse interviews gezegd dat Nederland het meest misdadige land is van heel Europa, vanwege de drugshandel. Dus ik hoop dat lezers snappen dat dit verhaal niet alleen maar gaat over de Siciliaanse maffia. Wat zij daar op Sicilië hebben doorgemaakt, loopt eigenlijk vooruit op wat in Nederland nog maar net aan het gebeuren is: hier worden namelijk ook mensen omgebracht, denk aan Peter R. de Vries en die advocaat Derk Wiersum. De Nederlandse minister van Justitie is zelfs naar Italië gegaan om te kijken: hoe pakken jullie dat aan?’
Anne: ‘Dat was precies toen het boek uitkwam, dus dat maakte het ineens enorm actueel! Zelf ben ik na Palermo ook nog naar Rome geweest. Daar heb ik drie weken gelogeerd in het Vertalershuis, en daar heb ik nog heel veel dingen opgezocht. Falcone was op een gegeven moment ook naar Rome uitgeweken, en ik heb door diezelfde straten gelopen! Dan wordt hij ineens een gewoon mens. Dus dat vond ik zelf ontzettend waardevol. Jij was ook onder de indruk hè, toen in Palermo?’
Wilfred: ‘Absoluut. Ik heb ook nog het museum bezocht van Falcone en Borsellino, in het Paleis van Justitie in Palermo. Nou, dan sta je in hoofdstuk zoveel! Dat maakt het heel levendig. We werden daar rondgeleid, en dan zie je al die werkkamers waar zij gewerkt hebben. Die rondleider was zó gedreven om duidelijk te maken aan de wereld: hier waren mensen bezig die helden waren. Dus dat is wel bijzonder. Falcone verzamelde ook gipsen eendjes, en die stonden nog op dat bureau. Dan wordt het lekker concreet.’
Anne: ‘En al die geschreven dossiers! Dat je je realiseert dat ze in die tijd nog geen computer hadden.’
Wilfred: ‘Ja, je zag al die dossiers liggen, dat werd allemaal getypt. En de eerste floppy’s, die werden in de jaren tachtig geïntroduceerd.’
Anne: ‘Dat was echt een aanvulling om daarbij te zijn.’

‘Het is nog wel even door mij heen gegaan: “Ojee, is dat gevaarlijk of niet?”’

Jullie namen staan niet op het omslag van het boek. Hebben jullie het daar nog over gehad met de uitgeverij?
Anne: ‘Daar hebben we voor dit boek niet om gevraagd, ook omdat Saviano al zeventien jaar beveiligd wordt. In Palermo waren we al een beetje voorzichtig. Heel kort daarna is die maffiabaas Matteo Messina Denaro opgepakt, die ook in het boek voorkomt. Die werd natuurlijk door honderden mensen beschermd, die wij in Palermo ook allemaal tegen het lijf hadden kunnen lopen. Dus zo onschuldig als wij het daar ervoeren, was het helemaal niet.’
Wilfred: ‘Nee, en ik ben zelf ook nog naar Italië geweest om een lezing van Saviano bij te wonen, en ik moet zeggen dat het nog wel even door mij heen is gegaan: “Ojee, is dat gevaarlijk of niet?” Je hebt geen idee! Want buiten stond allemaal politie, en tijdens de signeersessie stonden er steeds vier mensen op het toneel om Saviano te beveiligen, maar wij konden zomaar met rugzak en al naar binnenlopen! Dus hoe het dan zit met die beveiliging? Dat snap ik niet helemaal.’
Anne: ‘Ja, mijn zoon vond het ook maar eng.’
Wilfred: ‘Waar begeef je je in? Toen ik terugkwam uit Italië de volgende dag, lag er bij mij een mes voor de deur op straat. Ik dacht: kijk, daar zul je het hebben! Je gaat overal tekenen zien.’

Het moge duidelijk zijn: het werk van een vertaler is dus erg intensief en soms zelfs gevaarlijk. Daar zouden zij meer waardering voor moeten krijgen. Want, zoals Roberto Saviano zelf aan de vertalers schreef, toen Wilfred hem bij zijn boekpresentatie een Nederlands exemplaar van zijn roman overhandigde: ‘Anne en Wilfred, bedankt dat jullie me Nederlander hebben gemaakt.’

Roberto Saviano, De eenzaamheid van moed. Het verhaal van Giovanni Falcone, vertaling: Anne Tillemans en Wilfred Ploeg, Uitgeverij Spectrum, 600 pagina’s (€ 29,99)

Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht.

Berichten gemaakt 867

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven