‘Hij praat net zoals hij schrijft’

‘Hij praat net zoals hij schrijft’, grapt Tommy Wieringa. Hij heeft Zia Haider Rahman net zijn eerste vraag gesteld, maar de auteur lijkt de vraag allang te zijn vergeten en houdt nu een betoog over de kwaliteit – of eerder het gebrek daaraan – van wiskundeleraren.

Wiskundeleraren
Het is donderdagavond 17 september, en in de Balie in Amsterdam hebben zich zo’n 150 mensen verzameld om te komen luisteren naar Zia Haider Rahman, die door Tommy Wieringa wordt geïnterviewd over zijn roman In het licht van wat wij weten. Het is Rahmans debuut, maar overal ter wereld wordt hij al vergeleken met de groten der aarde. ‘Een briljante roman’, schreef The New York Times. Ook het boekenpanel van De Wereld Draait Door was buitengewoon lovend, waardoor de verkoopcijfers in Nederland omhoogschoten. Dat zijn debuut meteen van zulke hoge kwaliteit is, is misschien niet zo vreemd als je weet dat Rahman al veel langer bezig is met schrijven. De auteur vertelt dat hij al twintig jaar novellen en verhalen schrijft, hoewel deze nooit zijn gepubliceerd.

Wieringa begint het interview met de vraag of Rahman iets meer kan vertellen over het belang van de theorie van wiskundige Kurt Gödel voor zijn roman. In het licht van wat wij weten opent en sluit af met deze theorie, die stelt dat er binnen elk systeem beweringen zijn die waar zijn, maar waar niet van bewezen kan worden dat ze waar zijn. Zodra Rahman begint te praten, blijkt dat hij een meester is in het verbinden van verschillende onderwerpen en het afdwalen via zijweggetjes, zodat hij uiteindelijk uitkomt bij de kwaliteit van het wiskundeonderwijs. ‘Ik ben een liberaal, en voor een liberaal is het heel erg om te zeggen, maar onze wiskundeleraren zijn helemaal niet zo goed’, zegt Rahman op vrolijke toon.

Wereldkaart
Wieringa slaat de spijker op zijn kop wanneer hij opmerkt dat Rahman net zo praat zoals schrijft, want ook in In het licht van wat wij weten weet je als lezer nooit welke richting een gedachte of gesprek op zal gaan. In het licht van wat wij weten gaat letterlijk over hoe wij de wereld aanschouwen in het licht van wat wij weten. Het verhaal draait om een werkloze investeringsbankier die de veertig nadert en wiens huwelijk ten einde loopt. Op een ochtend krijgt hij bezoek van zijn vroegere vriend Zafar, die hij al in geen jaren heeft gezien. Zafar trekt bij zijn vriend in en samen voeren ze eindeloze gesprekken over wiskunde, filosofie, ballingschap, oorlog, terrorisme, hebzucht en de financiële crisis.

De rode draad wordt echter gevormd een ontluisterende gebeurtenis waar Zafar in het eerste hoofdstuk al iets over laat doorschemeren, maar waarvan de ware toedracht pas na zo’n zeshonderd pagina’s wordt onthuld. In die zeshonderd pagina’s ontvouwt zich een scala aan verhalen en zienswijzen over onderwerpen als liefde, afkomst, bezit, klasse en geloof waar je nog dagenlang over door kunt mijmeren. Zo vergelijkt Zafar de wereldkaart van Mercator, die de landmassa’s niet helemaal in de juiste verhouding weergeeft, met de wereldkaart van Peters, waarop de landmassa’s wel in de juiste verhouding staan afgebeeld. Het is echter de kaart van Mercator die het meest gebruikt wordt, waardoor de weergave van de wereld zoals de meeste mensen hem kennen eigenlijk niet juist is, maar wél de politieke verhoudingen op wereldniveau heeft bepaald.
In het licht van wat wij weten bevat nog veel meer van dit soort opzienbarende theorieën, discussies en feiten. Ze maken je ervan bewust dat hoe jij naar de wereld kijkt slechts een van de vele manieren is om ernaar te kijken.

Vrouwonvriendelijke zak
Wanneer de kwestie van de wiskundeleraren is afgehandeld, wil Wieringa van Rahman weten hoe zijn roman tot stand is gekomen. De auteur vertelt dat hij in 2007 ontslag had genomen. Hij werkte als mensenrechtenadvocaat, nadat hij eerder werkzaam was geweest in de bankenwereld. ‘Ik nam ontslag omdat ik dacht: waar ben ik mee bezig? Waar zijn we allemaal mee bezig?’ Hij verwijst naar de televisiebeelden van Amerikaanse bombardementen op vijandige gebieden, waar hij met zijn hoofd niet bij kon. Hij besloot te gaan reizen, en bij zijn terugkeer begon hij met schrijven.

Rahman: ‘Ik schreef het eerste en het laatste hoofdstuk van In het licht van wat wij weten na elkaar, en die zijn praktisch onveranderd gebleven.’ De overige 550 pagina’s vulde hij al naar gelang zijn stemming. Bij het afronden van het boek had hij moeite met afscheid nemen van de hoofdpersoon, bekent Rahman. ‘Ook al is het een vrouwonvriendelijke zak.’

Immigratie en ramificatie
Wanneer het onderwerp immigratie ter sprake komt en Wieringa vraagt wat de auteur van de huidige situatie in Europa vindt, lijkt Rahman zijn woorden zorgvuldig te kiezen. Vervolgens besluit hij Groot-Brittannië als voorbeeld te nemen zodat hij niemand in de zaal voor het hoofd stoot. ‘Het verbaast mij niets dat immigranten niet goed integreren’, zegt hij. ‘Ze zijn eigenlijk niet welkom in het land, en dat voelen ze haarfijn aan.’

Rahman heeft gestudeerd aan Oxford, Cambridge en Yale, en dat merk je. Woorden als epistemologie en ramificatie verweeft hij moeiteloos in zijn antwoorden, en ook wetenschappers als Chomsky en Popper haalt hij achteloos aan. Rustig achteroverleunen is er voor het publiek dus niet bij deze avond, zeker niet voor wie mee wil gaan in Rahmans springerige gedachten. Toch is het zeker een waardevolle avond, die ongetwijfeld invloed heeft op de manier waarop ik en mijn medetoehoorders het boek zien. Mijn weekendbesteding ligt dan ook al vast: In het licht van wat wij weten herlezen, om deze grootse roman nogmaals te doorgronden, in het licht van wat ik nu weet.

rahman

Boekgegevens

Zia Haider Rahman, In het licht van wat wij weten, vertaling: Anne Jongeling, Carla Hazewindus, Uitgeverij Hollands Diep, ISBN 978 90 488 2441 0 (€ 19,99)

Berichten gemaakt 5307

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven