Op een zonnige lentedag ontmoet ik Marion Pauw op het Amstelveld, een idyllisch en lommerrijk pleintje in Amsterdam, om haar te spreken over het verschijnen van haar nieuwe boek Tijgerlelie. De tweevoudige Gouden Strop-winnaar leverde een bijzonder spannende thriller af over een groep vrienden die zich tegen een van hen keert. Het is een situatie die voor Marion niet geheel vreemd is, aangezien ze zelf ook heeft meegemaakt hoe het is om een outsider te zijn.
Door Istvan Kops
In Tijgerlelie vertrekt de half-Spaanse Lili met haar vijf huisgenoten vol enthousiasme naar de Pyreneeën. Haar oom heeft haar gevraagd twee maanden op zijn hotel te passen, dat in de wintermaanden door hevige sneeuwval compleet afgesneden raakt van de bewoonde wereld. Een van de huisgenoten besluit een oude schoolvriendin mee te vragen, de flamboyante Monica. Door haar aanwezigheid verandert echter de groepsdynamiek en valt Lili steeds meer buiten de groep. Op een avond loopt het zo vreselijk uit de hand dat er een dode valt.
Hoe ontstond het idee voor dit verhaal?
‘De eerste aanleiding was mijn deelname aan Expeditie Robinson. Ik vond totaal geen aansluiting bij de groep, waardoor ik al snel de outsider werd. Een beetje zoals Lili. De tweede aanleiding was toen ik met mijn man op reis in de Pyreneeën was. We zagen daar een hotel dat heel erg deed denken aan The Overlook Hotel, het hotel dat figureerde in The Shining van Stephen King. Er is één doodlopende weg die naar het afgelegen hotel loopt en daarachter heb je alleen maar bergen. Ik vond het een perfecte setting voor een verhaal dat helemaal uit de hand loopt.’
Vanwaar de titel Tijgerlelie?
‘De meeste mensen lijken op paardenbloemen: ze groeien in groepen en gedijen overal, of ze nou in de berm of in de achtertuin belanden. De mensen die op paardenbloemen lijken, voelen zich in verschillende groepen thuis en maken over het algemeen gemakkelijk vrienden. Als je echter een tijgerlelie bent, dan val je op of wijk je af. Je probeert je misschien aan te passen aan de groep, maar dat lukt niet altijd zo gemakkelijk. Het zijn vaak kinderen die gepest worden op school. Dit boek is vooral een hart onder de riem voor mensen die zich meer een tijgerlelie dan een paardenbloem voelen. Ze moeten durven zichzelf te omarmen en zichzelf te zijn.’
Zijn jongere mensen gemener tegen elkaar dan oudere mensen?
‘Jongere mensen zijn over het algemeen genomen ontvankelijker voor het idee dat ze ergens bij moeten horen. Jongeren zijn vaak nog op zoek naar zichzelf en zijn mede daardoor gevoeliger voor allerlei groepsprocessen. Maar ook oudere mensen hebben met problematisch gedrag te maken. Denk bijvoorbeeld aan veertigers of vijftigers die het slachtoffer zijn van pestgedrag op de werkvloer. Mensen durven pestgedrag niet altijd te melden, omdat ze zichzelf daarmee extra in de schijnwerpers zetten.’
Wat waren jouw eigen ervaringen toen je jong was?
‘Ik was zes toen ik vanuit Australië naar Nederland verhuisde, sprak de taal niet, kwam uit een zachte en warme cultuur waarin iedereen hetzelfde uniform droeg en werd bij aankomst in Nederland geconfronteerd met een harde schoolcultuur waarin iedereen een grote mond tegen elkaar opentrok. Dat was voor mij een enorme cultuurshock. Ik probeerde me desondanks zo snel mogelijk aan te passen. De mens is immers een kuddedier. Van oudsher zijn we voor onze overleving afhankelijk geweest van hoe we als groep functioneren en je wilt daar dus niet buitenvallen.’
Hoe komt het dat een groep huisgenoten zich bij de komst van een nieuweling zo snel tegen één persoon kan keren?
‘Zoiets kan heel snel gaan. Vooral binnen een groepsstructuur zonder duidelijke hiërarchie. Omdat het onduidelijk is wie de leider is, ontstaat er al gauw gedoe. Er zijn weliswaar natuurlijke leiders met charisma die iedereen graag bij de groep betrekken, maar er zijn ook mensen met een leiderschapsstijl die er juist op is gericht om angst te zaaien. Zij kunnen mensen laten hunkeren om opgenomen te worden in een groep. Op het moment dat je niet meekomt, laten ze je ook voelen dat je er genadeloos uitgetrapt kunt worden. Niemand zal daarover zomaar zijn mond opentrekken. Iedereen is namelijk bang om zijn eigen positie in de pikorde te verliezen. Monica is een mooi voorbeeld van een negatieve leider. Lili is een ideaal slachtoffer, aangezien ze vanwege haar achtergrond ernaar hunkert om ergens bij te horen.’
Hoe afhankelijk ben jij van een groep? Zou je je nu prima alleen kunnen redden?
‘Ik kan heel goed op mezelf zijn. Mijn man en ik wonen een groot deel van het jaar op een berg in Spanje en ik ben daar ook wel eens een tijdje alleen. Ik voel me dan volkomen in mijn element. Als ik niet constant hoef na te denken over hoe ik om moet gaan met een groep mensen, kom ik helemaal tot rust en heb ik de tijd om de dingen te doen die me positieve energie geven, zoals wandelen en mediteren. En natuurlijk het schrijven van boeken.’
Marion Pauw, Tijgerlelie, Uitgeverij Ambo|Anthos, 352 pagina’s (€ 22,99)
Dit interview verscheen eerder in de Boekenkrant, editie juni 2023.
Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht.