Interview Gerda Blees: ‘Hoe kun je weten wat waar is?’

Gerda Blees won onlangs de Boekhandelsprijs 2021 voor haar debuutroman Wij zijn licht. Een roman die opvalt door zijn onconventionele vertelvorm: Blees laat verschillende objecten en entiteiten aan het woord om het verhaal van de woongroep Klank & Liefde te vertellen.

Door Mirjam Mulder

Als hun oudste huisgenoot Elisabeth overlijdt, worden Melodie, Muriël en Petrus aangehouden. Het streven van de woongroep om van licht te kunnen leven, lijkt Elisabeth fataal te zijn geworden. Hadden de drie huisgenoten moeten ingrijpen? Tijdens het politieverhoor worstelen ze alle drie met hun eigen perceptie van de waarheid.

Wat betekent het winnen van de Boekhandelsprijs voor jou?
‘Om te beginnen is het natuurlijk een grote eer dat boekhandelaren, mensen die graag en veel lezen, mijn boek uitkozen als beste boek van 2021. De advertentiecampagne en speciale uitgave van mijn boek die eraan vastzaten, hebben ook zeker geholpen om het boek bij meer mensen onder de aandacht te brengen. Ik ben er heel blij mee dat het boek op deze manier een groter publiek bereikt.’

De roman is gebaseerd op een nieuwsbericht over een woongroep in Utrecht. Wat greep jou aan aan dit verhaal? En haal je vaker inspiratie uit het nieuws?
‘Ja, als een verhaal in de krant me fascineert, dan knip ik dat wel vaker uit om ooit nog iets mee te doen. Zo heb ik ook eens een verhaal geschreven over een vrouw die haar gestorven moeder wilde laten verdwijnen, zodat ze de AOW van haar moeder kon blijven ontvangen, en over een boer van wie de koeien plotseling collectief in paniek raakten. Het verhaal van Wij zijn licht gaat over mensen die als groep besloten niet meer, of heel weinig, te eten. Mensen die zichzelf uithongeren hebben me altijd al gefascineerd, en in dit verhaal vond ik het extra interessant dat het om een groep ging. Ik was benieuwd naar de dynamiek binnen die groep, en tussen de groep en de buitenwereld.’

De personages in Wij zijn licht hebben allemaal een bijzondere verhouding met de werkelijkheid. Hoe lukte het je om je te verplaatsen in deze personages?
‘Ik heb de vraag wat waar is en hoe je dat kunt weten altijd interessant gevonden. Zelf ben ik niet zo snel zeker van iets, ik ga makkelijk mee in wat anderen beweren. En omdat mensen vaak verschillende dingen beweren, verander ik ook makkelijk van gedachten, of ga ik heen en weer tussen verschillende standpunten. Me verplaatsen in iemand die iets extreems beweert of gelooft gaat me daardoor denk ik ook redelijk gemakkelijk af. Mijn drijfveer daarbij is nieuwsgierigheid: waar komt iemands overtuiging vandaan, wat ziet die persoon wat ik niet zie, zodat hij of zij dit gelooft?’

Wat meteen opvalt aan het boek zijn de verschillende vertellers die in een wij-perspectief aan het woord komen. Hoe ben je op dat idee gekomen?
‘Ik wilde eerst vanuit verschillende menselijke personen schrijven, maar ik vond de perspectieven van die mensen niet zo interessant. In het boek komt een liedje voor dat de hoofdpersonen zingen, “Wij zijn licht”. Op een dag schoot me ineens te binnen: wat als het licht nu zélf zou spreken? Zo kwam ik op het perspectief van “Wij zijn licht”. Vervolgens kwamen er andere perspectieven bij. Door op deze manier te werken had ik meer vrijheid om het verhaal van verschillende kanten te bekijken en zo een completer beeld te krijgen van de situatie, nu eens van dichtbij, dan weer van veraf, en nu eens vanuit een perspectief dat positief tegenover de personages stond en dan weer vanuit een kritisch perspectief.’

De leden van de woongroep Klank & Liefde laten zich door Melodie, de leider, zeggen hoe ze moeten leven. Waarom lijken mensen vaak zo’n behoefte te hebben aan een autoriteit die hen zegt wat goed en fout is?
‘Ik denk dat die behoefte in ons allemaal zit. Mensen zijn sociale wezens, en vanaf onze geboorte leren we van anderen wat waar is en hoe we ons moeten gedragen. Op een gegeven moment leren we natuurlijk ook “voor onszelf” te denken, maar zelfs dat leren we van anderen. En we blijven voor een groot deel afhankelijk van anderen voor de informatie waar we ons denken op baseren. De coronacrisis is daar een goed voorbeeld van: niemand kan in zijn eentje uitvogelen hoe die epidemie is ontstaan en wat we moeten doen om ermee om te gaan. Dus hebben we “autoriteiten” nodig: experts die ons vertellen hoe het zit en besluitvormers die besluiten wat we met die kennis gaan doen. Melodie is voor haar huisgenoten misschien zo iemand, maar zij kijkt zelf ook weer naar anderen, bijvoorbeeld naar mensen die beweren zonder voedsel te kunnen leven en dat via internet propageren.’

Melodie beweert tijdens het politieverhoor dat ze de anderen nooit heeft verboden om te eten. Heeft ze volgens jou door hoe manipulatief ze is tegenover haar huisgenoten?
‘Nee, ik denk niet dat ze dat doorheeft. Ze denkt oprecht dat ze de anderen nooit heeft verboden om te eten, want zo heeft ze dat ook nooit tegen de anderen gezegd. Haar invloed werkt veel subtieler dan door te zeggen: jullie mogen niet eten. Als buitenstaander of lezer kun je zien dat ze zich heel dwingend gedraagt, maar ik denk niet dat ze dat expres doet. Iedereen mag zelf kiezen, maar Melodie is er wel heel erg van overtuigd wat de betere keuze is. En vanuit die overtuiging “helpt” ze de anderen om die keuze te maken, want ze heeft het beste met hen voor.’

Gerda Blees, Wij zijn licht, Uitgeverij Podium, 224 pagina’s (€ 21,00)

Fotografie: Buffel

Dit interview verscheen eerder in de Boekenkrant, editie april 2021. 

Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht. 

Berichten gemaakt 5312

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven