Hoe zou het vijf jaar later met die jongens zijn? Met deze vraag in zijn achterhoofd begon Bert Wagendorp aan Ferrara, het vervolg op de succesvolle roman Ventoux. ‘Je wekt verwachtingen door een vervolg te schrijven, maar dat zijn vooral verwachtingen van anderen,’ vertelt hij.
Als ik de auteur begin april ontmoet, is hij nog bezig met de laatste correctieronde. Ondanks dat Ferrara op dat moment nog niet in de winkel ligt, weet hij na het doorlezen van de laatste proef één ding zeker: ze zijn er weer. Ze zijn de personages die hij in 2013 in Ventoux tot leven wekte en die twee jaar later ook op het witte doek de hoofdrol speelden in de gelijknamige film. Die vertrouwdheid was een van de redenen waarom hij na begon te denken over het schrijven van een vervolg. ‘Ik had bij een filmproducent een aantal voorstellen ingeleverd voor een nieuw verhaal, maar dat kwam niet echt van de grond. Die jongens uit Ventoux kende ik zo goed, dat waren inmiddels vrienden van vlees en bloed geworden. Waarom zou ik dan niet nadenken over een nieuw verhaal waarin zij de hoofdrol spelen? De enige manier om ze weer dichtbij te brengen, is door over ze te schrijven.’
Bekend terrein
Vijf jaar later is het verhaal verplaatst van de Provence naar het Noord-Italiaanse stad Ferrara. Joost heeft daar een oud palazzo gekocht, dat hij wil omtoveren tot een designhotel. Zijn vrienden besluiten al snel om hem daarbij te helpen en met zijn allen een aantal weken in de stad door te brengen. Als ik vertel dat dit gegeven mij direct doet denken aan het televisieprogramma Ik vertrek, moet de schrijver lachen. ‘Ik heb daar eigenlijk niet heel erg over nagedacht. Voor mij was het vooral een motief om ze allemaal naar deze specifieke plek te krijgen. Daar zit dus niet zo veel achter. Uiteindelijk moet er net als vaak in het televisieprogramma hulp van een buitenstaander aan te pas komen, want echte klustalenten zijn de hoofdpersonen niet.’
In Ventoux verwerkte Wagendorp zijn passie voor de wielersport, zijn ervaringen met vriendschap, maar ook zijn liefde voor de Provence en de mythische berg. De locatie in zijn nieuwe roman is ook een plek die hij goed kent. ‘Ik ben voor het eerst in Ferrara geweest in de jaren tachtig. Ik ben groot fan van de boeken van de Italiaanse schrijver Giorgio Bassani, waarin de stad een grote rol speelt. Ferrara heeft een heel lange historie, maar in de Noord-Italiaanse stad kom je nog niet om in de toeristen, zoals in bijvoorbeeld Luca of Florence.’ De stad ademt wel dezelfde historie als deze twee bekende steden en de schrijver vertelt enthousiast dat zelfs het stratenplan in al die eeuwen nauwelijks is veranderd. ‘Als je nu door Groningen of Leiden loopt, is dat een hele andere stad dan in de vijftiende eeuw, maar in Ferrara is alles nog precies hetzelfde. De straatnamen zijn nog hetzelfde, de markt is nog op dezelfde plek, net als bijvoorbeeld de Joodse wijk. Ook veel van de huizen zijn ontzettend oud. De gevel van het palazzo waarin het boek zich zogezegd afspeelt, is uit de vijfde eeuw.’
Met dit boek draagt Wagendorp er wellicht aan bij dat meer mensen de Italiaanse stad gaan bezoeken. Hij vertelt dat dit ook gebeurde door het succes van Ventoux. ‘Ik sprak vorig jaar de burgemeester van Bedoin, een van de stadjes waaruit je de berg kunt beklimmen, en hij was minder blij met het succes. Mede door het boek willen veel Nederlandse wielertoeristen ook de berg op. Mensen denken: even thuis een rondje oefenen en dan gaan we. Dat is echt gevaarlijk! Hij vertelde dat er veel ongelukken gebeuren en dat ze bijna wekelijks iemand van het asfalt moeten schrapen.’
Herkenbare gevoelens
Naast dat de plekken waar zijn boeken zich afspelen bekend terrein zijn, sluipt er nog meer van zijn eigen leven in dit verhaal. ‘In dit geval zijn het mijn eigen ervaringen met liefde, vriendschap, maar ook de band tussen vader en dochter.’ Bart, het personage dat de meeste overeenkomsten met Wagendorp vertoont, heeft het er in Ferrara moeilijk mee dat zijn dochter Anna als correspondent naar het Midden-Oosten vertrekt. ‘Bart heeft in het boek last van iets dat hij catastrophism noemt:een geweldige aanleg voor het bedenken van noodlottige scenario’s. Dat is iets wat ook wel in mij zit. Je maakt je altijd maar druk over dingen, maar dat komt omdat je het zo levendig voor de geest kunt halen. Om dit gevoel in het boek over te brengen, hoefde ik alleen maar in herinnering te roepen hoe ik mij voelde toen mijn dochter naar Afrika ging. Een levendige verbeelding kan je heel bang maken t, want je stelt je meteen het ergste voor. Het is een handige eigenschap als je een boek schrijft, maar niet altijd in het echte leven!’
Foto Bert Wagendorp: Lukas Gobel
Boekgegevens
Bert Wagendorp, Ferrara, Uitgeverij Pluim, 300 pagina’s (€ 22,50)