‘Depressief zijn is een bijwerking van doodgaan’, denkt de zestienjarige Hazel Lancaster Grace op de eerste bladzijde van Een weeffout in onze sterren. Hoewel ze het ontkent, lijkt Hazel zelf ook last te hebben van deze bijwerking. De gedwongen deelname aan een praatgroep voor kankerpatiënten maakt het er niet beter op, totdat ze er kennismaakt met Augustus Waters.
Vanaf het eerste moment dat ze elkaar zien is de aantrekkingskracht tussen Hazel en Gus onontkoombaar. Hoewel Hazel Gus erg leuk vindt, probeert ze ook een zekere afstand tot hem te bewaren. Ze weet niet hoe lang ze nog heeft en wil het verdriet om haar dood zoveel mogelijk beperken. Wanneer Gus er echter voor zorgt dat ze samen naar Amsterdam kunnen om de auteur van Hazels lievelingsboek te ontmoeten, kan ze haar gevoelens niet langer wegstoppen. Een weeffout in onze sterren mag misschien klinken als een zwaar op de hand liggend verhaal, maar dat is het niet. Hazel en Gus hebben geen behoefte aan medelijden en maken constant grapjes over hun ziekte. Het verhaal doet hierdoor enigszins denken aan Intouchables, waarin de vrijwel geheel verlamde Philippe de onverschillige, humoristische behandeling van de uit de banlieues afkomstige Driss als een verademing ervaart. Als een vriend van Hazel en Gus zijn zicht verliest als gevolg van kanker, biedt Hazel dan ook troost met de woorden: ‘Ik ben echt bloedmooi geworden sinds jij blind bent.’
In Josh Boones filmversie, The Fault in Our Stars, die vanaf 10 juli in de Nederlandse bioscopen te zien is, zorgen de gevatte opmerkingen van Gus (Ansel Elgort) en het sarcastische, hoogdravende taalgebruik van schrijver Peter van Houten (Willem Dafoe) eveneens voor een humoristische ondertoon. Het is duidelijk dat de makers zoveel mogelijk trouw wilden blijven aan het originele verhaal van John Green, want veel scènes zijn woordelijk overgenomen uit zijn roman. Hierdoor voelt het alsof het boek echt tot leven komt, en het is knap hoe Shailene Woodley en Ansel Elgort lijken te versmelten met de papieren versie van Hazel en Gus.
Het moet echter gezegd worden dat de film er niet helemaal in slaagt om de gelaagdheid van het boek over te brengen. De film bevat een versimpelde versie van het verhaal om de vaart erin te houden. Er wordt bijvoorbeeld nauwelijks meer stilgestaan bij de manier waarop gezonde mensen je behandelen als je ziek bent. De scène waarin Gus Hazel en haar moeder alleen laat wachten op het vliegveld omdat hij niet tegen het gestaar van de mensen om hen heen kan, heeft de versie van regisseur Boone niet gehaald. Ook komen Hazels vrienden in de film niet terug, net zo min als de ex-vriendin van Gus, terwijl zij er de reden van is dat Gus in eerste instantie naar Hazel toegetrokken wordt, en haar dood Hazel doet beseffen waarom ze geen relatie wil met Gus.
Het is duidelijk dat de filmmakers zoveel mogelijk trouw wilden blijven aan het originele verhaal van John Green.
Bovendien draait het boek grotendeels om Hazels rijke gedachtenwereld, maar het is Boone helaas niet gelukt daar in zijn film een goede vorm voor te vinden. Er is geen plek voor Hazels eenvoudig maar treffend geformuleerde angst (‘Ik vond het leuk om een persoon te zijn. Dat wilde ik nog wel even blijven.’), noch voor haar originele gedachten over het leven na de dood. Ook de vele filosofische verwijzingen naar kunst, literatuur en levensvragen die Green in het boek verwerkt heeft, zijn sterk ingeperkt. Magrittes ceci n’est pas une pipe heeft het gehaald, maar voor Hazels vernietigende oordeel over de piramide van Maslow was geen ruimte. Al deze beslissingen hebben ertoe geleid dat het verhaal zijn scherpe randjes verloren heeft. De film draait nu vooral om de liefde tussen Hazel en Gus, die samen in een geïsoleerde bubbel lijken te leven. Gelukkig zorgt het spel van Woodley en Elgort nog steeds voor een ontroerend verhaal, maar het lijkt erop alsof Boone volgens Hollywood-maatstaven vooral een zo groot mogelijk publiek probeert te bereiken. Een paar van de norm afwijkende keuzes hadden een groot verschil kunnen maken.
Boekgegevens
John Green, Een weeffout in onze sterren, vertaling: Nan Lenders, Uitgeverij Lemniscaat, ISBN 978 90 477 0661 8 (€ 14,95)
Dit artikel verscheen eerder in de Boekenkrant, editie juli 2014.