De volgende ochtend is Virginie Latour er weer. Akira Kumo onthult zijn schatten. Ze bekijkt ze met gepaste bewondering en opgewekt gaan ze aan het werk, zonder naar elkaar op te kijken, opgaand in het kalme plezier samen te zijn. Ergens midden op de ochtend neemt Akira Kumo het woord. Virginie glimlacht naar hem, ook al draait ze haar rug naar hem toe. Ze gaat in haar lievelingshoekje zitten, tegen de glazen wand. Ze luistert naar het verhaal over de laatste jaren van Carmichael.
Begin september 1812, een maand nadat hij de laatste van zijn wolkenstudies heeft gemaakt, denkt hij het begrepen te hebben: om de schoonheid ervan getrouw weer te geven, zou hij in een uur duizenden tekeningen moeten kunnen maken en die een voor een, zo snel mogelijk, aan de toeschouwer laten zien. Maar hoe? Zover is Carmichael gekomen. Hij beseft niet dat hij op absurde vragen stuit, zoals een idioot die systematisch zijn hoofd tegen een muur beukt om er een bres in te slaan. Eind september is hij opgehouden met schilderen, het schilderen zit erop. Hij is ervan overtuigd dat hij op het punt staat het geheim van de wolken te doorgronden. Hij is nu zo goed als gek geworden. Mary is het enige wat hem nog met de menselijke wereld verbindt. Hele dagen brengt hij door op Hampstead Heath met het observeren van de samentrekkende en uitdijende bewegingen van die massa’s die nu adiabatische wolken worden genoemd. Hij heeft gemerkt dat de grootste wolken onophoudelijk uitdijen, waarschijnlijk door de warmte van de dag, en zich dan samentrekken bij zonsondergang. Dan schrijft hij op dat alleen een machine reeksen zou kunnen voortbrengen en die automatisch benoemen naargelang het tijdstip en de algehele toestand van de atmosfeer, en dat die automaat via een speciaal procedé in staat zou moeten zijn op een vlak oppervlak de bewegingen van de wolkenmassa te reproduceren met wetenschappelijke precisie.
Wat had Carmichael voor uitweg? Toen de arme Sir George toezag op de opleiding van zijn beschermeling, was hij van mening dat de filosofie zijn talent zou kunnen doen verdorren. En waarschijnlijk zou eenvoudig menselijk contact, met een vriend, of bij gebrek aan een vriend desnoods een welwillende collega, genoeg zijn om hem ervan af te brengen koppig die sombere en koude wenteltrap af te dalen. Maar Carmichael is alleen. Nadat hij een maand lang schetsen van zijn weermachine heeft verscheurd en tot radeloosheid is gedreven door de steeds complexer wordende oktoberluchten boven Hampstead, krijgt hij een nieuwe ingeving: nu weet hij met absolute zekerheid dat de tijd en het weer een en hetzelfde fenomeen zijn.
Stéphane Audeguy, De wolkenbibliotheek, Uitgeverij Cossee, ISBN 9789059360495 (€ 19,90)