Column Onze Taal: Wie zegt wat waar?

De redactie van Onze Taal zet iedere maand een bijzonder taalboek in de schijnwerpers. Deze keer Wie zegt wat waar?. 

De tijd dat ieder dorp zijn eigen dialect had, is allang voorbij. Wat ervoor in de plaats is gekomen, zijn regiolecten – zeg maar ‘streekdialecten’ – die zich vooral kenmerken door eigen uitspraak en woordkeus. Tegelijkertijd is dat ‘nieuwe’ dialect misschien wel populairder dan ooit, omdat je ermee kunt laten zien wie je bent en waar je vandaan komt. En dat je daar trots op bent. 
Maar de woordenrijkdom die er binnen het Nederlandse-taallandschap ooit bestond, is zo langzamerhand wel verdwenen. Vrijwel iedereen noemt een vergiet nu gewoon een vergiet, terwijl er vroeger wel twintig verschillende woorden voor waren, zoals verzijpverziepverzuupverlekverdruipvergiettijlstramijntramienstremienschermienzijgzijgbaardoorslagduurslagteemsttrizeegaatjespan of gatenpateel
In het pas verschenen Wie zegt wat waar? wordt gekeken hoeveel variatie er nog over is. Voor dit boek hebben dialectologen voor zestien onderwerpen (onder meer mierklaprooskoelkastcondoomnieswensen en regenworm) uitgezocht welke woorden daar nog voor gebruikt worden. En dat blijkt dan nog best wel mee te vallen, want  naast een woord als grootmoeder kennen we ook nog omagrootmoeibeppegrandmamémégrotemaomoe en bommama. En een regenbui wordt afhankelijk van waar je woont ook wel bijsvlaagschoerschoeigutsstoever of drets genoemd. En zelfs voor een moderne uitvinding als de ‘lange gehaktstaaf’ (die je in de snackbar koopt), worden verschillende woorden gebruikt: frikadelfrikandelcurryworst en lange hamburger. Conclusie: er is toch nog meer dialect over dan we dachten. 
Al die variatie binnen het Nederlands wordt in Wie zegt wat waar? gepresenteerd in prachtige, duidelijke kaarten, die puntig en helder worden toegelicht door de  streektaaldeskundigen van de Stichting Nederlandse Dialecten. Voorafgaand aan de woordkaarten worden bij wijze van inleiding ook nog de zes ‘grote’ streektalen van Nederland en Vlaanderen (Fries, Nedersaksisch, Limburgs, Brabants, Vlaams en Zeeuws, Hollands en Utrechts) geportretteerd. Een boek voor taalliefhebbers – en voor iedereen die geïnteresseerd is in regionale taal en cultuur.  

Stichting Nederlandse Dialecten, Wie zegt wat waar?, Genootschap Onze Taal, 140 pagina’s (€ 19,95) 

Deze column verscheen eerder in de Boekenkrant, editie augustus 2021.   
Interesse? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht. 

Berichten gemaakt 5312

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven