Column Onze Taal: Nieuwe woorden spotten

De redactie van Onze Taal zet iedere maand een bijzonder taalboek in de schijnwerpers. Deze keer Knuffelcontact & waterwappie van Vivien Waszink en Veronique De Tier. 

Raymond Noë    

Coronatijden zijn barre tijden, maar voor taalliefhebbers zijn het gouden tijden: omdat we te maken krijgen met allerlei nooit eerder beleefde pandemiezaken en -toestanden, ontstaan er heel veel nieuwe woorden (‘neologismen’). Van coronakapsel tot zoomen en van mondkapjesplicht tot boosteren – bij Van Dale hebben ze het er druk mee, net als de samenstellers van het (wetenschappelijke) Woordenboek voor Nieuwe Woorden (het WNW, te vinden op neologismen.ivdnt.org). WNW-medewerkers Vivien Waszink en Veronique De Tier besteden er dan ook veel aandacht aan in Knuffelcontact & waterwappie, een boek over hoe en waarom en hoe vaak er nieuwe woorden ontstaan. Bijna een derde gaat over coronawoorden. Maar omdat er niet alleen op het gebied van de volksgezondheid veel verandert, zijn er ook hoofdstukken over ‘natuur en milieu’ (bijensnelweg, grasfalt en klimaatspijbelen), de ‘onlinewereld’ (#, tiktokken, influencer), politiek (hagelslagbeleid, beruttelen, persco), lifestyle (havermelkelite, wraakmode, drieklapszoen), opvoeding (applauskinderen, moedermaffia, babycrash) en ‘zorg en gezondheid’ (spermasponzen, hoofdpersoonsyndroom, dopaminevasten).

Behalve dat je in het boek veel kunt lezen over honderden nieuwe woorden uit pakweg de laatste tien jaar, valt er ook het een en ander te leren over de soorten neologismen die je zoal hebt – dus over de vorm van de nieuwvormingen. Veel daarvan zijn gewone samenstellingen, dat wil zeggen dat je twee zelfstandig naamwoorden aan elkaar plakt: lockdown-seks, huid-honger en brievenbus-appeltaart (dat is platte appeltaart die door de brievenbus kan). Met een werkwoord erbij lukt het ook: vlieg-schaamte, kuch-scherm. Het Nederlands is een zeer samenstellingsvriendelijke taal, en de meeste neologismen vallen dan ook in die categorie. Verder kun je nieuwe woorden ook gewoon lenen uit een andere taal. Meestal gebeurt dat uit het Engels (app, agile, fatshaming), maar ook bijvoorbeeld uit het Deens (hygge) of Frans (diseuse) – of uit de straattaal (wappie). Dat aan-elkaar-plakken en uit-het-buitenlands-lenen is natuurlijk lekker makkelijk, maar het kan ook wat creatiever en speelser, bijvoorbeeld als je delen samentrekt tot een ‘mixwoord’ (brexit, balkoncert, pandemoe) — dan worden neologismen echt leuk.

Vivien Waszink en Veronique De Tier, Knuffelcontact & waterwappie. De kracht van nieuwe woorden, Uitgeverij Scriptum, 176 pagina’s (€ 14,99) 

Deze column verscheen eerder in de Boekenkrant, editie december 2021.  
Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht.

Berichten gemaakt 5308

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven