Interview: ‘Onze cijferobsessie kan behoorlijke problemen opleveren’

Toen je de Boekenkrant opensloeg, heb je vast geteld hoeveel boeken je interessant lijken, of je keek gelijk even naar de Bestseller 60 van bestverkochte boeken. In dit tijdperk wordt steeds meer gemeten, zo laat Berend van der Kolk zien in De meetmaatschappij. Maar is dit eigenlijk een goede ontwikkeling? Wanneer doen metingen en lijstjes meer kwaad dan goed?

Door Mireille Bregman

De auteur werkt sinds september als associate professor bij de School of Business and Economics van de Vrije Universiteit Amsterdam. In De meetmaatschappij laat hij zien wat de vele ongewenste bijwerkingen zijn van onze collectieve gerichtheid op scores, cijfers, ranglijsten en metingen. Toch eindigt hij positief: we kunnen onszelf een gezondere houding ten aanzien van cijfers aanmeten.

Berend van der Kolk

Wordt er bij de VU ook arbeidsproductiviteit gemeten?

‘Natuurlijk wordt er gekeken wat je gedaan hebt aan onderzoek en waar je mee bezig bent. Mijn indruk is echter wel dat er verstandig mee wordt omgegaan, men heeft hier in de gaten wat er zoal gebeurt en kijkt gelukkig niet alleen maar naar Excel-sheets. Dat is fijn om te merken!’

Op pagina 85 in je boek staat een schema met gedragsindicatoren. Werkt meer meten meer ongewenst gedrag in de hand?

‘In mijn boek noem ik “indicatorisme” als een groot probleem van onze doorgeslagen cijferobsessie. Indicatorisme gaat erover dat gepoogd wordt een gemeten indicator te verbeteren, terwijl het oorspronkelijke doel uit het oog wordt verloren. De meting wordt dan een doel op zich. Een extreme gerichtheid op het verbeteren van schoolcijfers kan maar zo ertoe leiden dat alles wat niet becijferd wordt weinig of geen aandacht krijgt – dat is typisch een geval van indicatorisme.

‘Als een leidinggevende een naïeve blik op cijfers heeft, kan dat opportunistisch gedrag uitlokken. Wanneer een leidinggevende de productiviteit van een secretaresse zou meten aan de hand van het aantal verzonden e-mails, creëert dat de situatie dat die misschien zal proberen zoveel mogelijk e-mails te versturen om maar een goede indruk te maken – en een boodschap onnodig over meerdere mails verspreiden.

‘Verder, door een nadruk op gemeten prestaties kunnen andere zaken die moeilijk meetbaar zijn in de verdrukking komen, zoals collegialiteit. Op termijn zou iemand dan geen taken meer overnemen van zieke collega’s of even invallen. Zo’n prestatiegerichtheid kan ertoe leiden dat je niet meer de sympathiekste collega bent.’

Ontkennen we met de gegroeide aandacht voor cijfers ons mens-zijn?

‘De werkelijkheid is complex en weerbarstig en er zijn verschillende manieren om ermee om te gaan. Je kunt ervan onder de indruk zijn en zeggen dat je het nooit op je kunt laten inwerken omdat het zo ingewikkeld en veelomvattend is. Op het moment dat je leidinggevende bent, wordt echter van je verwacht dat je beslissingen neemt, op basis van informatie. Dan is het handig om de complexiteit te reduceren tot een essentie; vaak gaat dat met behulp van metingen en cijfers. Bij het kwantificeren van iets is er altijd sprake van informatieverarming. Daar moet je je echter wel bewust van zijn: dat je veel van de rijkheid van de context kwijtraakt zodra je alleen over getallen, scores en lijstjes praat.’

Er is van nature veel respect voor cijfers, kijk maar wat er gebeurt als men in politieke debatten percentages noemt.

Toch heb ik de indruk dat er door de opkomst van alfa- en gammawetenschappen meer aandacht is voor de context van meetgedrag. Het bruto binnenlands product wordt tegenwoordig ook aangevuld met iets als collectieve welvaartsindicatoren. Is dat geen positieve ontwikkeling?

‘Dat is zeker belangrijk, dus als je merkt dat er meer aandacht is voor de context en betekenis van cijfers word ik daar wel blij van. Er is van nature veel respect voor cijfers, kijk maar wat er gebeurt als men in politieke debatten percentages noemt. Men is al snel onder de indruk van een cijfer of statistiek. Maar statistieken kun je op veel manieren gebruiken, met verschillende effecten. Het maakt bijvoorbeeld uit, zeker in de politiek, of je zegt dat 40% van de mensen ontevreden is, of dat 60% tevreden is. Door de subjectieve keuze welke cijfers je gebruikt en hoe je ze verwoordt, worden al veel beslissingen genomen. Dat grote respect voor getallen is wat mij betreft niet altijd terecht. Sommige problemen lijken makkelijk oplosbaar als je ze reduceert tot cijfers. Dat gebeurt bijvoorbeeld ook als je het klimaatprobleem reduceert tot het CO2-uitstootcijfer. Zo kan er de simpele aanname uit voortkomen dat je elke vliegreis eenvoudigweg kunt compenseren door een boom te planten, en dat dan alles is opgelost.’

Wat zou je reactie zijn als De meetmaatschappij in de Bestseller 60 komt?

‘In het boek bespreek ik ambivalente gevoelens richting meetsystemen, die heb ik zelf ook. Ik als mens kijk ook naar lijstjes van best gelezen artikelen en topcategorieën, dus natuurlijk zou ik het leuk vinden. Toch ben ik me ervan bewust dat dat niet de reden is waarom ik een boek ging schrijven: ik hoop vooral dat het lezers van het boek of dit interview aan het denken zet. En ja, als de verkoopcijfers een indicator zijn voor het aantal mensen dat de boodschappen uit het boek ter harte neemt, hoor je mij bij hoge cijfers zeker niet klagen!’

Berend van der Kolk, De meetmaatschappij, Uitgeverij Business Contact, 176 pagina’s (€ 20,00)

Dit interview verscheen eerder in de Boekenkrant, editie december 2021.  
Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht.

Berichten gemaakt 5301

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven