Boekfragment: 'Mijn hart gaat door'

In de romantische komedie Mijn hart gaat door brengt de drieëntwintigjarige Pontus, die nogal neurotisch is en aan een depressie lijdt, nieuwjaarsdag thuis bij zijn ouders door. Behalve zijn zus en zwager is zijn geliefde oma ook van de partij.

Ik loop naar mijn oma toe, die als gewoonlijk in haar rolstoel zit met haar gezicht naar de ramen aan de kant van de Sibyllegatan. Ik sla mijn armen van achteren om haar heen en snuif de geur van kamille en gesuikerde noten op.
‘Gelukkig nieuwjaar, oma.’
‘Dank je, schat. Weet je wat?’
‘Nee.’
‘Ik zit hier al een tijdje te piekeren. Ik denk dat ik dit jaar dood zal gaan.’
Mijn moeder op de bank, zucht luid en zet haar koffiekopje op de salontafel.
‘Mama, toe nou…’
‘Ik zeg niet dat ik het wíl, ik zeg alleen dat ik denk dat het dit jaar gebeurt.’
Ik geef haar een lichte zoen op haar wang. Mijn oma is vierentachtig. Ze heeft twee keer kanker gehad, ze lijdt aan van alles, van broze botten tot aan dementie, en ze is aan één oog blind. Mijn vader zegt altijd dat zij op ziektegebied de evenknie is van het Zwitserse zakmes. Een scala aan klachten. Maar toch redt ze het elk jaar weer.
‘Ga zitten, Pontus, en eet wat. Je zult wel uitgehongerd zijn,’ zegt mijn vader.
Ik ga op een kussen naast Victoria en Adrian zitten. Op de vloer liggen pizzadozen en pastabakjes op een rij. Ik neem altijd cannelloni met spinazie en schapenkaas. Daar ben ik gek op. Ik bestel het al sinds mijn zeventiende. Het is zacht en warm en smelt op de tong. Ik pak mijn bakje en zoek een vork uit de stapel bestek op tafel. Ik wrijf hem zorgvuldig schoon met een servet, en begin dan voorzichtig in het eten te prikken. Ik draai de cannellonistaafjes om en roer door de tomatensaus. Ik vertrouw Ciao Ciao wel, maar je weet het nooit zeker. Ik zie geen stukjes glas of schroeven. Geen fliebertjes plastic of verkoolde brokjes. Dan neem ik een hap van de warme pasta.
‘Wat vond Jossan van het cadeautje?’ vraagt mijn moeder.
‘Ze was er superblij mee.’
‘Welk cadeautje?’ vraagt Victoria.
‘Jossan en Pontus geven elkaar met oudjaar altijd een cadeautje. Wist je dat niet?’
‘Jemig, wat zijn jullie puberaal, zeg. Wat heeft ze dan gekregen?’
‘Een cursus Spaanse tapas.’
Victoria lacht luid en neemt een hap van haar pizza, waarvan de pesto als een groene waterval over de rand loopt.
‘Wat heb jij van haar gekregen?’ vraagt Adrian.
 ‘O… Nog niks. Dat komt nog.’
[…]
‘Huil je, oma?’ vraagt Victoria.
Ze knikt voorzichtig.
‘Ik denk aan de oorlog.’
We wisselen allemaal blikken van verstandhouding en wachten af wat er komt.
‘Het is niet mijn bedoeling om droevig te worden, schatten, maar soms is het moeilijk. Als ik eraan terugdenk. Jullie jonge mensen begrijpen niet hoe het was. Ik weet het nog als de dag van gisteren. Alle explosies in de lucht, het oorverdovende geschreeuw.’
Ik zie dat mijn moeder met haar ogen rolt en een hap van haar spaghetti carbonara neemt.
‘Mama… Je hebt het over oudejaarsavond.’
‘O.’

Boekgegevens

Christoffer Holst, Mijn hart gaat door, vertaling: Edith Sybesma,Uitgeverij Stortebeeker, 179 pagina’s (€ 15,95) (€ 19,99)

Deze recensie verscheen eerder in de Boekenkrant, editie december 2019.

Berichten gemaakt 5308

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven