In de roman Luister van Sacha Bronwasser reist de lezer naar het Parijs van nu en die van de jaren tachtig en belandt in een zinsbegoochelende zoektocht naar identiteit, vriendschap en schuld.
Toen Philippe dertien was werd zijn grootmoeder doodgereden bij het verlaten van parc Monceau. Uit het niets was ze de boulevard de Courcelles overgestoken, de bus die van links kwam had niet meer kunnen remmen. De ontredderde chauffeur tilde het vedergewichtje op en bleef met haar op schoot zitten op de rand van het trottoir, een piëta in uniform. Grootmoeder had niet geleden, ze was op slag dood.
Al dagen tevoren was Philippe onrustig geweest, hij wilde niet naar school, at nauwelijks. Hij had gezegd dat mamie te oud werd om aan de andere kant van de stad te wonen, ze werd eigenlijk helemaal te oud om nog langer alleen te zijn, konden ze haar niet in huis nemen? Zijn broers en zus zuchtten, zij waren op de leeftijd gekomen dat ze hun grootouders ergerlijk vonden. Ze ontweken de zondagse familiediners, dweepten met Serge Gainsbourg om hun ouders te ergeren en rookten afghaan op de verlaten dienstbodenkamers op de zevende etage. Hun jongste broer viel buiten dit pact, hing aan zijn grootmoeder. Zijn ouders vonden dat hij zich niet zo moest aanstellen. Die ochtend had hij de deur niet uit gewild maar zijn vader had hem in de dienstauto meegenomen en bij de strenge privéschool binnen de hekken af laten zetten.
Een paar uur later werd de familie gebeld. ‘Philippe voelde het aankomen,’ werd er op de begrafenis gefluisterd. ‘Hij stond heel dicht bij zijn grootmoeder. In elke familie heb je wel zo’n kind.’
De plotselinge dood door een voedselvergiftiging van hun hazewindhond in 1971; de zinken plaat die na een zware storm recht voor de voordeur van het pand op de stoep was gevallen en die de conciërge op een haar na verpletterde; een brand in de Galeries Lafayette, waar Philippes moeder op dat moment aan het winkelen was – achteraf was Philippe best vaak bang voor dingen die vervolgens daadwerkelijk gebeurden. Maar hij maakte zich ook weleens druk om gebeurtenissen die helemaal niet plaatsvonden. Op weg naar een weekend aan de kust, al drie kwartier buiten Parijs, smeekte hij een keer zijn vader terug te gaan, hij was ervan overtuigd was dat er een leiding was gesprongen in huis. Het water droop nu vast al door de vloeren. Zijn paniek in de auto was zo tastbaar dat Ghislaine haar man overhaalde om te keren. Thuis troffen ze het huis in roerloze staat achter gesloten luiken. Toen ze de weg naar Saint-Valery-en-Caux een uur later opnieuw aanvingen viel Philippe meteen op de achterbank in slaap, uitgeput.
Er waren plekken in de stad waar hij liever niet kwam: bruggen, stations, begraafplaatsen. Hij kon alleen slapen met de gordijnen open, at zijn bord altijd in de richting van de klok leeg en weigerde zijn schoenen door de huishoudster te laten poetsen, stond erop het zelf te doen. Woorden als dwangmatig, obsessief of angstig werden zorgvuldig vermeden, dat kwam niet voor bij de Lamberts. Wat gevoelig, misschien. Un peu nerveux.
Sacha Bronwasser, Luister, Uitgeverij Ambo|Anthos, 256 pagina’s (€ 29,99)
Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie maart.
Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht.