Boekfragment: De mercuriustapes

Frits Akkermans begint een baan als PR-medewerker voor het bouwbedrijf van vriend Johan Visser. Al snel heeft hij in de gaten dat er veel dingen niet gaan zoals ze horen. Wanneer hij besluit het op een confrontatie aan te laten komen, kan hij zelf stinkend rijk worden. Als hij het slim aanpakt.

Wil ik er meer van weten, vraag ik me meteen af. Ik hoef toch niet nog dieper in deze vreselijke poel van verderf te zakken?
‘Ergens moet een boel geld liggen. Die man aan de andere kant van de lijn weet dat. Ik weet het. Frans heeft het me verteld. Johan en zijn vrouw hebben de zaak al jaren geflest. Die man is daar de dupe van geworden. Of de organisatie die erachter steekt, weet ik veel. En iemand gaat er voor opdraaien, wat ik je brom,’ sist ze weer.
De rechercheurs komen dichterbij en we beëindigen onze ontboezemingen. Adams zegt: ‘We hebben slecht nieuws.’
Irmgard en ik kijken op. Nog meer slecht nieuws?
De politieman zucht en zegt: ‘Ook Veronie Visser is aan haar verwondingen overleden. We kregen zojuist bericht van het ziekenhuis.’
Ik slik. Het wordt even zwart voor mijn ogen, maar wanneer Irmgard in een onbedaarde huilbui losbarst concentreer ik me op haar. Waar zij de kracht voor het schouwspel vandaan haalt is mij een raadsel. Het duurt een tijd voor ze een beetje kalmeert.
‘Het is zaak dat we ons blijven concentreren op de afperser,’ zegt Adams en komt naast Irmgard op de bank zitten. Hij slaat zijn armen om haar heen. ‘We moeten sterk zijn, op de tanden bijten. Dan krijgen we die rotzak te pakken.’
Irmgard knikt als een bang schoolmeisje. Adams zegt: ‘Als die man nog eens belt, dan zegt u dat u het geld heeft kunnen krijgen van een vriend. We willen hem in de val lokken. We wachten af waar hij de overdracht wil laten plaatsvinden, dan maken we ons plan. En u,’ daarbij wijst hij op mij. ‘U gaat het geld brengen.’
Irmgard zegt niets en kijkt de politiemensen wezenloos aan. Ze is weer helemaal het slachtoffer en de treurende weduwe. Ik wil er iets tegen inbrengen, maar Adams kapt me af.
‘Het komt allemaal op u neer,’ zegt hij dan. ‘Het stelt allemaal niet zo heel veel voor. U gaat ergens naartoe, dropt een zak met geld en verdwijnt voordat er ook maar contact is gemaakt. U loopt geen enkel risico.’
‘En waarom doet dat de politie niet zelf?’ vraag ik onnozel.
‘Omdat wij de politie zijn en die criminelen hebben dat binnen no time door. Dan ontstaan er telkens weer complicaties die leiden tot nog meer misverstanden. Het is beter dat een onervaren leek dat doet,’ legt hij uit. ‘Dan krijgen ze geen enkele argwaan.’
Ik neem een haastige slok van het sapje en verslik me behoorlijk. Proestend zet ik het glas terug op tafel en kalmeer pas als Irmgard met een hand voorzichtig op mijn rug klopt.
‘Zie je wel, volkomen onbenullig,’ zegt ze stilletjes.

23 BF 0,5 Tic De mercuriustapes afb

Boekgegevens

Paul Weelen, De mercuriustapes, Uigeverij TIC, ISBN 978 94 915 6161 0 (€ 17,90)

Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie november 2015.

Berichten gemaakt 5313

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven