Boekfragment: De onderkoning van Indië

De onderkoning van Indië van Tomas Ross is het vervolg op Van de doden niets dan goeds en maakt onderdeel uit van een thrillerdrieluik over de dekolonisatie van Nederlands-Indië.

De Baron bleef bij een tuinhekje staan en kuchte nadrukkelijk. Bij een bed afrikaantjes keek een oudere vrouw met een schoffel op. Ze droeg een zonnehoedje en een schort over een lange zwarte jurk, zodat ik aannam dat ze een dienstbode was, maar tot mijn verrassing nam de Baron zijn hoed af en deed een poging tot een reverence toen ze naar ons toe liep.
‘Dag mevrouw Drees,’ zei hij. ‘Wat een weertje, nietwaar?’
‘Goedemorgen baron Verschuer. Zeker, al mag het wat mij betreft wel eens gaan regenen.’
‘Laten we het hopen, mevrouw. Mag ik u voorstellen aan de heer Springer?’
‘Maar natuurlijk. Meneer Springer. Hoe maakt u het?’ Ze gaf me geen hand maar haar ogen in haar magere gezicht namen me geamuseerd op. Misschien was ze er wel aan gewend dat bezoekers haar voor de dienstbode aanzagen.
‘Dank u. Goed,’ zei ik nog steeds wat verbouwereerd. Drees. De oude heer. De Baron was ouder.
‘Fijn dat u er bent. Mijn man verwacht u al. U wilt vast een kopje koffie.’
Ze klopte de aarde van haar handen en liep naar de voordeur, waarop in witte lettertjes ‘Dr. W. Drees’ stond. Ernaast hing een briefje ‘Bel defect, kloppen a.u.b.’. Aan het balkon hing een vlag. Met een wat bleek uitgeslagen wimpel. Drees mocht dan wel sociaaldemocraat zijn, maar als minister en vicepremier kon hij natuurlijk moeilijk anders.
Ze duwde de deur open en liet ons voorgaan.
Waarom zou Drees uitgerekend mij willen spreken? Ik wist niet veel over hem, sowieso niet van politici, maar wel dat hij ‘goed’ was geweest tijdens de oorlog, wat je van sommige van zijn collegaministers niet kon zeggen. Willem Drees was door de Duitsers gegijzeld, had kamp Buchenwald overleefd en was persoonlijk door Wilhelmina goedgekeurd om haar terugkeer na de bevrijding voor te bereiden. ‘De enige rooie die deugt,’ volgens wijlen mijn vader, die een liberaal in hart en nieren was geweest. De Baron had het hem na kunnen zeggen. Wat had een minister van Sociale Zaken die zich om de oudedagsvoorzieningen voor bejaarden bekommerde met inlichtingenwerk te maken? En met Ronnie?
‘Kan ik uw hoed aannemen?’
‘Heel graag, dank u.’
We stonden in een halletje waar het naar boenwas rook. In de lijst van een spiegel staken kiekjes van Drees met zijn vrouw en kinderen op jeugdige leeftijd. Naast de kapstok hing een oude verkiezingsaffiche waarop in vlammend rode letters stond: ‘S.D.A.P. Een baken in zee! Kiest op 24 juni Willem Drees’.
‘Ach ja,’ zei ze. ‘De gemeenteraadsverkiezingen in ’31 toen we nog Sociaal-Democratische Arbeiderspartij heetten. Ik heb dat Partij van de Arbeid nooit wat gevonden. We zijn immers niet van de arbeid, wat slecht Nederlands is, maar van en voor de arbeiders.’ Ze trok de tochtdeur open. ‘Al noemen sommigen ons Partij van de Armoedzaaiers, nietwaar baron Verschuer?’
De Baron glimlachte wat ongemakkelijk. ‘Ik zou het niet weten, mevrouw.’
‘Heus niet?’ Ze lachte en ging ons voor. Het rook er naar versgezette koffie. De gangloper was uitgesleten alsof er dagelijks een colonne soldaten overheen marcheerde. Ze klopte op een deur en duwde hem wat open.
‘Wim? Je gasten zijn er.’

Boekgegevens

Tomas Ross, De onderkoning van Indië, Uitgeverij Tomas Ross Crime, 368 pagina’s, ISBN 978 90 234 2665 3 (€ 19,90). Verschijnt 19 januari.

Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie januari 2017

Berichten gemaakt 5308

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven