Boekfragment: De Familie

De Familie van Naomi Krupitsky is een prachtig, adembenemend portret van de vriendschap van twee vrouwen in naoorlogs Brooklyn als dochters van de Italiaanse maffia. Voor de lezers van Elena Ferrante!

‘Oppassen als je schuim boven op een golf ziet,’ zegt Carlo. ‘Dat betekent dat hij gaat breken.’ Sofia rent achter hem aan en is al snel kletsnat. Antonia staat tot haar enkels in het water en laat het tij aan haar trekken, naar het strand en weer terug. Ze voelt zich heel klein en loom, alsof de hele wereld haar in slaap wiegt. Haar voeten raken onder water begraven in het zand. 

Ze ziet niet dat Sofia naar haar zwaait. ‘Kijk eens hoe ver ik ben, Tonia! Kijk!’ In het tegenlicht van de ochtendzon draait Sofia zich om naar haar vriendin. ‘Kijk hoe diep het wordt!’ Antonia en Sofia hebben geen van beiden de golf in de gaten tot hij breekt: precies tegen Sofia’s onderrug, onverwacht en sterk genoeg om haar onder water te zwiepen. 

Antonia gilt, rukt haar voeten uit het zand en terwijl ze naar de plek rent waar Sofia kopje-onder ging, voelt ze dat de zee en de aarde haar proberen mee te zuigen. Maar even plotseling staat Sofia weer overeind, wrijft ze proestend in haar ogen en spuugt ze zilt water uit. Carlo heeft zijn grote hand om Sofia’s schouders geslagen en Antonia staat er met een bonzend hart en nodeloze adrenaline bij. Het besef dat ze erin zou zijn gegaan verrast haar en stelt haar gerust. Ze zou er helemaal in zijn gegaan als het moest.  

Als ze alle drie op het strand staan zegt hij: ‘Nooit de zee je rug toekeren, meisjes. De zee is gevaarlijk; als je ook maar even niet oplet, besluipt ze je.’ Zijn gezicht is geplooid van bezorgdheid en Antonia krijgt de aanvechting om te zeggen: het is goed, papa, maar doet het niet. 

Op haar beurt kan Sofia het niet laten steeds het moment te herbeleven dat ze onder de golven buitelde. De zee was veel groter en veel krachtiger dan ze zich had voorgesteld. Het water was kolkend langs haar gezicht en in haar neus en ogen gestroomd, alsof het haar al kende. En wat raar om zo te zweven en alle kanten op te worden gedraaid. Dat boven en onder er helemaal niet meer toe deden. 

De rest van de dag verstrijkt in een traag waas. De meisjes gaan op in zichzelf, en hun ouders – een beetje aangeschoten, en dronken van de zon – schrijven dit toe aan de loomheid van vakantie. Als avondeten krijgen ze vis en gekookte aardappels, waarna de eigenaar van het hotel met een knipoog een bruine fles uit een afgesloten porseleinkast haalt. Sofia en Antonia worden naar bed gestuurd, waar ze de balken van het hotel horen kraken in de avondwind, en het melodieuze geroezemoes van hun ouders op de veranda. Zo zinken Sofia en Antonia weg in de diepe slaap van kinderen die aan het strand hebben gespeeld; allebei voelen ze zich wonderlijk machteloos, en wonderlijk vrij. 

Carlo wordt in het holst van de nacht wakker van een zachte klop op de deur. Het is de hoteleigenaar, die zich omstandig verontschuldigt dat hij Carlo stoort en vertelt dat er telefoon voor hem is. 

Carlo slaat een kamerjas om. Er is maar één iemand die hem zo laat nog zou bellen. Maar één iemand die hem zo onverwacht ontbiedt, uit zijn slaap belt, weghaalt bij zijn gezin. 

Naomi Krupitsky, De Familie, vertaling: Noor Koch, Uitgeverij Ambo|Anthos, 328 pagina's (€ 22,99)

Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht.

Berichten gemaakt 5312

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven