‘Topsport houdt in dat je er (bijna) alles voor over hebt om een doel te halen.’ Topwielrenner Anna van der Breggen vertelt haar verhaal. Een leven lang gelukkig?
Na de Spelen heb ik nog vaak gedacht aan mijn gesprek met Kasia over het winnen van olympisch goud. ‘Dan ben je je hele leven lang gelukkig’, veronderstelden we. Maar was dat wel zo? Wat was er nu daadwerkelijk veranderd? Was mijn leven echt compleet nu ik die titel had?
Laat er geen verwarring over bestaan: olympisch kampioen zijn is absoluut een droom. Alleen al dat de hele wereld voor de televisie zit om de sporters van hun land te volgen, maakt het winnen van een medaille heel bijzonder. Sommige mensen zeggen dat olympisch kampioen een titel voor het leven is; in ieder geval ben je het voor vier jaar. Dat maakt het al specialer dan bijvoorbeeld een wereldkampioenschap, want dat ben je ‘maar’ voor één jaar. Maar ik ben ook nuchter genoeg om te denken: je draagt die titel alleen maar vier jaar – en in mijn geval zelfs vijf – omdat het niet vaker plaatsvindt. Het betekent niet dat je al die tijd de beste van de wereld bent. Uiteindelijk blijft het gewoon één wedstrijd die ik heb gewonnen. Een heel mooie wedstrijd, waar ik ook ongelooflijk trots op ben en die heel waardevol is voor me. Maar het zou gek zijn als dat de rest van mijn leven mijn geluk zou bepalen. In de eerste periode na de Spelen was ik zelfs een beetje bang dat ik er minder gelukkig uit zou komen. In Rio zit je in de waan van het moment: ik zag geen Nederlandse kranten, keek geen televisie, had geen idee wat er op sociale media gebeurde. Eenmaal thuis merkte ik pas hoe het hele land met Team NL had meegeleefd. Ik zag bijvoorbeeld mijn familie in een uitzending van Hart van Nederland. Een cameraploeg, bij ons in Hasselt in de tuin? Dat vond ik zó bizar. Ik realiseerde me daardoor dat niet alleen mijn leven veranderd was, maar ook dat van mijn ouders, broers en zus. Daar voelde ik me een beetje schuldig over, want zij hadden hier nooit voor gekozen. Ik kon me goed voorstellen dat het helemaal niet zo leuk is om altijd de broer of zus van Anna van der Breggen te zijn. In Hasselt leek het wel alsof het hele dorp met z’n allen voor de televisie had gezeten. De gemeente had een huldigingsmoment georganiseerd, waarbij we met ons hele gezin in een boot door het kanaal mochten varen. Overal langs de route stonden mensen, niet normaal! Dat vond ik doodeng, maar ook wel heel mooi. Ik zag zoveel mensen die ik van gezicht kende: mensen van de kerk en van school, buren, vaders en moeders van vrienden, kennissen van mijn ouders. Maar ook veel dorpsgenoten die ik nog nooit eerder had gezien, maar die mij blijkbaar wel al die tijd gevolgd hadden. Dat het hele dorp waar ik ben opgegroeid trots op mij was, daar had ik nooit bij stilgestaan. Ik kreeg er kippenvel van! Ik besefte toen pas wat voor iets groots het was, olympisch kampioen zijn. Iedereen vierde feest omdat ik een wedstrijd had gewonnen! Het is heel bijzonder dat je zo veel mensen blij kunt maken met iets wat jij leuk vindt om te doen.
Anna van der Breggen, Anna. Mijn leven achter het erepodium, KokBoekencentrum, 224 pagina's (€ 20,00)
Dit fragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie augustus 2021.
Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht.