Recensie: Oog in oog met levende nachtmerries

Voor de Eerste Wereldoorlog had men nooit geweld op zulke schaal gezien. Het conflict creëerde hallucinante taferelen en, door het moderne wapentuig dat men in stelling bracht, even hallucinante verminkingen. De chirurgie zag zich uitgedaagd. In dit gitzwarte tijdsgewricht, zo lezen we in Het gezicht van de Eerste Wereldoorlog, redden diens beoefenaars vele levens; sommigen ontketenden ware revoluties in hun vakgebied.

Door Tristan Vanheuckelom

‘De operatiezaal zag eruit als een abattoir. Er lagen grote plassen en spetters bloed op de vloer. Overal lagen stukjes vlees en huid en bot. (…) In elke emmer zaten bloed-doordrenkte handdoeken, spalken en verbanden, en over de rand hing een voet, een hand of een geamputeerd kniegewricht.’

Zo beschreef een Britse journalist een van de vele casualty clearing stations waar gewonde soldaten, vers van het front, de eerste zorg werd toegediend. Een behoorlijk aantal haalde het niet, terwijl anderen vervoerd werden naar basisziekenhuizen om te herstellen.

Eén categorie viel echter jammerlijk uit de boot: soldaten met maxillofaciale verwondingen (aan hoofd, nek, mond, kaak en gezicht). Naast de uitdaging om deze gueules cassées (‘kapotte gezichten’) op te lappen, maakte hun vaak onrustwekkende aanblik het psychologisch moeilijk om het leven weer op te pakken – zowel voor henzelf en hun omgeving. Om hen een kans op een beter leven te bieden, was een multidisciplinaire aanpak vereist. Eén man in het bijzonder zou deze opgave tot zijn levenswerk maken: de Nieuw-Zeelandse chirurg Harold Gillies.

Na het succesverhaal De kunst van het snijden, waarin ze de wereld van de Victoriaanse chirurgie ontleedde, is Lindsey Fitzharris met Het gezicht van de Eerste Wereldoorlog gaan grasduinen in diezelfde discipline. Ideale beach reads zullen deze boeken – met hun expliciete foto’s en illustraties – wellicht nooit worden, maar Fitzharris heeft er inmiddels toch een fijne carrière mee opgebouwd.

De medische historicus blijkt schrander in het verweven van persoonlijke verhalen met het verloop van de oorlog. Belangrijke slagen, zoals die bij de Somme, weet ze opvallend beeldend te beschrijven. Het gaat je bepaald niet in de koude kleren zitten.

Fitzharris vermijdt de valkuil van de sensatiezucht. Zonder weg te kijken van wat vaak pure horrorscenario’s zijn, belicht ze ook die andere zijde van oorlogstijden: hoe sterk, optimistisch en zorgzaam mensen ook dan (of juist precies dan) kunnen zijn. Opgetekende getuigenissen en memoires van Gillies zelf, zijn patiënten, collega’s en vriendenkring, verschaffen een inkijkje in wat de ambitieuze en innemende Gillies bewoog. Niet alleen functieherstel, maar ook de esthetische zijde vond hij van belang. Deze chirurg had de ziel van een kunstenaar. Hij bundelde de krachten met andere specialisten en effende zodoende het pad voor de reconstructieve chirurgie zoals wij die heden ten dage kennen.

Verder steken we best wat op van de fijne kneepjes van het vak. Wil je vrienden en kennissen imponeren – of juist doen huiveren? Leg ze in detail uit hoe lokale én distale huidlappen, rhinoplastie, de epithelide inlay, alsook de gesteelde buislap in hun werk gaan. Opmerkelijk verslavend, het smaakt naar meer. Misschien even googlen naar een tekstboek in de moderne chirurgie…

Lindsey Fitzharris, Het gezicht van de Eerste Wereldoorlog, vertaling: Conny Sykora, Uitgeverij Spectrum, 336 pagina’s (€ 29,99)

Deze recensie verscheen eerder in de Boekenkrant, editie augustus 2022.
Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht.

Berichten gemaakt 5312

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven