Recensie: Een schets van de fifties

In het eerste boek van haar nieuwe trilogie stelt de Duitse auteur Carmen Korn scherp op de jaren ’50. Aan de hand van drie bevriende gezinnen die in drie verschillende steden wonen, vertelt ze in En de wereld was jong over de naoorlogse jaren en vooral over het verlangen naar geluk.

Door Katy Hurkmans

Het is 1 januari 1950. De wonden die de oorlog heeft geslagen, zijn nog niet genezen. Gerda en Heinrich wonen in Keulen en hebben moeite om alle hongerige monden te voeden, het gaat immers niet goed met de kunstgalerij. Margarethe, de zus van Heinrich, heeft in San Remo te maken met haar dominante schoonmoeder die een grote stempel drukt op het familiale leven. In Hamburg lijdt het gezin van Kurt en Elisabeth dan weer onder de afwezigheid van schoonzoon Joachim. Hij is vermist geraakt in 1945. Voor de drie gezinnen brengt het nieuwe decennium echter hoop en zorgt het ervoor dat ze naar de toekomst durven kijken.

Carmen Korn (c) Charlotte Schreiber

Voor een eerder drieluik, Dochters van een nieuwe tijd, liet Korn zich inspireren door de ervaringen van de vrouwen in haar eigen familie. Het speelde zich af aan het einde van de Eerste Wereldoorlog. De nieuwe reeks start opnieuw op een dergelijk kantelpunt in de geschiedenis en focust op sterke vrouwen. Zo is het bijvoorbeeld Gerda die haar familie voor een financiële ondergang zal weten te behoeden. Al moet ook worden gezegd dat ze gebonden zijn aan de tijd waarin ze leven, waardoor sociale conventies de vrijheid onderdrukken om te allen tijde hun mening te uiten en in gesprekken diep in te gaan op gevoelige onderwerpen. ‘Als Gerda aandrong, werd er bij Elisabeth altijd net aangebeld of er stond een pan droog te koken op het fornuis.’

Carmen Korn heeft een tijdsdocument geschreven. De stedelijke context werkt goed om de zorgen en beslommeringen van de jaren ’50 weer te geven. Het boek overspant een volledig decennium. Hierdoor wordt er regelmatig een sprong in de tijd gedaan. Deze sprongen worden ondersteund door de korte hoofdstukken en de beknopte zinnen die ze doorheen de tekst weeft. ‘De wind schoof de wolken voor de zon. Nina begon het koud te krijgen. Zou het verstandig zijn om nog door te lopen? Jan had een korte broek aan. In de tuin was het warm en zonnig geweest.’ Ze staan in contrast met de wat langere en formelere formuleringen die worden gebruikt. ‘Hij meent dat hij diens penseel kan herkennen en zou een expertise voor ons kunnen opstellen. Ik wil hem beide schilderijen laten zien, De Jägerhof en dat van u.’ Olga Groenewoud zorgde voor de vertaling vanuit het Duits. Ze weet de sfeer goed te vatten, maar de vertaling sluit redelijk nauw aan op het Duits. Zo ontstaat er een soort afstandelijkheid die de betrokkenheid van de lezer niet ten goede komt.

En de wereld was jong is een verhaal dat bouwt op een gevoel van weemoed en een verlangen naar zorgeloosheid. De families zijn met elkaar verweven en hun lotgevallen beïnvloeden elkaar op verschillende momenten. Er is aandacht voor de historische omstandigheden en de veranderingen die de personages doormaken. Door de spanwijdte van de gebeurtenissen blijft het geheel echter wat kabbelen aan de oppervlakte. Het is genietbaar, maar mist wat schwung.

Carmen Korn, En de wereld was jong, vertaling: Olga Groenewoud, Uitgeverij Signatuur, 528 pagina’s (€ 24,99)

Deze recensie verscheen eerder in de Boekenkrant, editie december 2021.  
Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht.

Berichten gemaakt 5307

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven