Pride en properheid

Jo Baker was altijd dol op Pride and Prejudice, maar voelde zich nooit echt thuis in de wereld die Jane Austen beschreef. Als afstammelinge van eenvoudige bedienden stonden de overvloedige bals en enorme landhuizen ver van haar af. Het deed haar besluiten het verhaal opnieuw te vertellen, dit keer met de bedienden van de familie Bennet in de hoofdrol.

Draait Pride and Prejudice vooral om de liefde tussen Darcy en Elizabeth, in Landgoed Longbourn spelen de liefdesperikelen van de familie Bennet een ondergeschikte rol. Het dienstmeisje Sarah heeft wel iets anders aan haar hoofd, want de vloeren moeten worden geschrobd, de haarden dienen te branden en ‘s avonds hoort er een indrukwekkende maaltijd op tafel te staan. Wanneer de mysterieuze James Smith op Longbourn komt werken en Sarah de knappe livreibediende van meneer Bingley ontmoet, neemt haar leven een nieuwe wending. Baker kwam op het idee voor deze roman naar aanleiding van een zin uit Pride and Prejudice. De vijf dochters van de familie Bennet maken zich klaar voor het grote bal op Netherfield, terwijl het al het hele weekend regent en ze verveeld binnen zitten. Op dat moment schrijft Austen: ‘Zelfs voor de rozetjes op hun dansschoenen werd er iemand anders op uit gestuurd.’ Baker vertelt: ‘Ik weet nog dat ik naar die zin keek en dacht: wie is ‘iemand anders’? Wie is deze persoon die naar buiten moet in dit slechte weer om decoraties voor  dansschoenen te gaan halen? En hoe voelt zij zich op dat moment?’

Ik las een reactie op Landgoed Longbourn, waarin iemand zei dat haar favoriete scène uit Pride and Prejudice het moment is waarop Elizabeth onder de modder aankomt op Netherfield. Ze had er voor het lezen van jouw boek echter nooit bij stilgestaan wie die kleren vervolgens weer moest schoonmaken. Was het je doel om mensen anders naar Pride and Prejudice te laten kijken?

‘Er was geen groot doel achter het boek. Ik voelde dat die ‘iemand anders’ er was, dat er allemaal andere mensen waren die zich op de achtergrond van Pride and Prejudice bevonden. Het zijn een soort geestachtige aanwezigen die berichten afleveren of maaltijden koken, maar waarvan we niet weten wat hun verhaal is. Mijn voorouders werkten ook als bedienden. In de wetenschap dat zij net zo menselijk waren als ieder ander was alles wat ik wilde doen de verhalen ontrafelen van mensen zoals zij. Ik wilde een plek voor mezelf vinden in het boek waar ik zo van houd, maar waar ik niet in thuis hoor.’

Heb je Pride and Prejudice nog gelezen nadat je Landgoed Longbourn eenmaal had geschreven?

‘Ik heb het bijna meteen herlezen nadat mijn boek af was. Gedeeltelijk om te kijken of ik geen fouten had gemaakt of iets had gemist, maar ook om er zeker van te zijn dat ik het nog kon lezen en mezelf er nog in kon verliezen. Ik beleefde er nog steeds plezier aan, maar ik voelde nu ook mijn eigen verhaal onder de oppervlakte. Dan dacht ik bijvoorbeeld: ‘O ja, nu vindt dat gesprek plaats tussen Wickham en Elizabeth. Dat betekent dat James buiten in het rijtuig zit te wachten.’

Het is opvallend dat sommige personages anders overkomen dan in Pride and Prejudice. Zo is mevrouw Bennet in jouw verhaal veel menselijker.

‘Ik merk dat ik, naarmate ik ouder wordt, andere dingen uit Austens boeken haal. Austen was heel jong toen ze de eerste versie van Pride and Prejudice schreef, een tiener nog. Ik denk dat het boek een lichte tienerbenadering bevat ten opzichte van mevrouw Bennet. Veel tieners gaan door die fase waarin ze zich voor hun ouders schamen en niet met hen gezien willen worden. Nu ik zelf moeder ben heb ik meer sympathie voor mevrouw Bennet. Ik vroeg me af wat er precies fout was gegaan in het huwelijk met meneer Bennet. Ze hebben al die dochters gekregen, en geen enkele zoon, terwijl ze juist een zoon nodig hadden om de erfenis veilig te stellen. Bovendien realiseerde ik me waar mevrouw Bennet doorheen moest gaan met al die bevallingen, zonder de hulp van moderne medicijnen.’

Voelde je tijdens het schrijven de druk om vergeleken te worden met Austen?

O goodness, yes. Ik voelde een vreemd soort druk om het goed te doen, maar ook een absoluut gebrek aan druk wat betreft de publieke ontvangst van mijn roman. Ik werkte stilletjes aan het boek, gewoon voor mezelf, omdat het een verhaal was wat ik wilde ontdekken vanuit mijn eigen nerdy fascinatie met Austen. Dat was op een bepaalde vreemde manier bevrijdend. Dus toen mijn agent belde en vertelde dat we de vertaalrechten hadden verkocht aan 24 landen, en dat ook de filmrechten waren verkocht, dacht ik dat ik gekruisigd zou worden. De Jane Austen-gemeenschap is erg beschermend over haar werk. En terecht, want zo voel ik het zelf ook. Hoe durf ik!’

‘Nu ik zelf moeder ben heb ik meer sympathie voor mevrouw Bennet’

In jouw romans staan vaak vrouwen centraal die op zoek zijn naar hun plek in de wereld. In hoeverre komt dat overeen met je eigen leven?

‘Thema’s als identiteit en de zoektocht naar je plek in de wereld zijn inderdaad belangrijk, wat waarschijnlijk te maken heeft met mijzelf en de worsteling om mijn bestaan te rechtvaardigen. Als je naar mij kijkt, denk je niet meteen: ‘Jij bent een vreemde in je eigen land.’ Toch heb ik altijd wel een soort verbrokkeld leven gehad. Ik groeide op in het noorden van Engeland, maar mijn familie komt uit het zuiden, en tegenwoordig woon ik in Ierland. Bovendien heb ik een deels Joodse achtergrond. Ik heb altijd moeite gehad om te bepalen waar ik thuishoorde en wat mijn identiteit precies was. Daarnaast denk ik dat het ook wel normaal is voor een schrijver om je te voelen als een buitenstaander, alsof je niet helemaal op je plek bent.’

Heb je het gevoel dat je die plek nu gevonden hebt?

[Baker aarzelt]. ‘Ik veronderstel dat de aarzeling aangeeft dat ik het antwoord op die vraag niet weet. Ook al had ik in het verleden al vier boeken gepubliceerd, totdat ik Landgoed Longbourn had geschreven aarzelde ik altijd als iemand me vroeg naar mijn baan. Ik heb me er altijd ongemakkelijk over gevoeld. Ik voelde me niet thuis bij het schrijverschap, eigenlijk voelde ik me nergens bij thuis. Landgoed Longbourn is het eerste boek dat ik heb geschreven sinds ik mijn baan opgaf om fulltime te gaan schrijven. Ik herinner me nog de exacte gedachte die door mijn hoofd ging: ‘als ik mijn baan opgeef, dan krijg ik er misschien spijt van. Maar als ik het niet doe, dan krijg ik er zeker weten spijt van.’ Toen ik die gedachte eenmaal had gehad, was de beslissing eigenlijk al gemaakt en moest ik het wel doen. En tot nu toe gaat het goed!’

landgoedlongbourncover

 

Boekgegevens

Jo Baker, Landgoed Longbourn, vertaling: Marijke Versluys en Aleid van Eekelen-Benders, Uitgeverij Cargo, ISBN 978 90 234 8537 7 (€ 19.90)

Foto: Michael Lionstar

Dit artikel verscheen eerder in de Boekenkrant, editie juli 2014.

Berichten gemaakt 5312

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven