Mist over Londen van C.J. Sansom

Londen, 1952. De stad ligt verscholen onder een dikke mist. Er zijn twaalf jaar verstreken sinds Engeland zich heeft overgegeven en de bevolking leeft onder de Duitse bezetter.

November 1952

Bijna alle passagiers in de ondergrondse naar Victoria waren, net als David en zijn familie, onderweg naar de herdenking van de gevallenen van de Grote Oorlog. Het was een koude zondagochtend, en de mannen en vrouwen droegen zwarte of donkerbruine winterjassen. Ook de sjaals van de vrouwen waren donkergetint. Alleen de felrode klaprozen in ieders knoopsgat gaven kleur aan dit sombere palet. David hielp Sarah en haar moeder in een rijtuig. Ze vonden twee lege houten bankjes en gingen tegenover elkaar zitten.
David keek naar de droefgeestige gezichten om zich heen toen de trein r atelend wegreed van Kenton Station. Er waren betrekkelijk weinig oudere mannen bij – de meeste oorlogsveteranen uit de Grote Oorlog waren al in het centrum van Londen om zich voor te bereiden op de parade. Zelf was David veteraan uit de tweede oorlog, het kortstondige conflict dat van 1939 – 1940 had geduurd, en dat afhankelijk van iemands politieke voorkeur de Duinkerkecampagne of de Jodenoorlog werd genoemd. David had in Noorwegen gevochten, en voor hem, net als voor de andere overlevenden van het verslagen Britse leger – een nederlaag die al kort daarna door de Britse overgave was gevolgd – was er geen plaats bij de herdenking. Ook de Britse soldaten die in de eindeloze conflicten in India waren gesneuveld werden niet officieel herdacht, een lot dat ze deelden met de gevallenen in Afrika, waar de strijd na het Vredesverdrag uit 1940 was losgebarsten. De dodenherdenking had een politiek karakter gekregen: de slachtpartij tussen Engeland en Duitsland van 1914 – 1918 mocht zich nooit herhalen. Engeland moest de bondgenoot van Duitsland blijven. ‘Het is bewolkt,’ zei Sarahs moeder. ‘Ik hoop dat het niet gaat regenen.’
‘Het loopt wel los, Betty,’ zei David geruststellend. ‘Volgens de weersverwachting blijft het droog.’

Op het volgende station stapten meer mensen in. ‘Het is drukker dan anders,’ merkte Sarah op. ‘Iedereen is benieuwd naar de koningin, denk ik.’
‘Ik hoop dat we Steve en Irene kunnen vinden,’ zei Betty zorgelijk.
‘Ik heb afgesproken bij de loketten op Victoria,’ zei Sarah. ‘Het komt wel goed, maak je geen zorgen.’
David keek naar buiten. Hij verheugde zich er niet op om de middag met zijn schoonzus en haar man door te brengen. Irene was best aardig, al kletste ze je de oren van het hoofd, maar David had een enorme hekel aan Steve, een arrogante gladjakker met fascistische sympathieën. Hij zou moeten proberen om zijn mond te houden, zoals gewoonlijk.
Naast het spoor zag David rijtjeshuizen, zwartgeblakerd door roet. Uit de schoorstenen kringelde grijze rook omhoog, wasgoed hing te drogen in de achtertuinen. De straten waren verlaten. In de etalage van een kruidenier pal tegenover hem hing een bord met de tekst: wij accepteren voedselbonnen.
Met een schok kwam de trein weer in beweging, maar een eindje verder stonden ze opnieuw stil, dit keer in de tunnel. David zag zijn spiegelbeeld in het donkere raam, de onderste helft van zijn hoofd weggedoken in de dikke jas. Een bolhoed bedekte zijn krullende zwarte haar. Hij had een glad gezicht met regelmatige trekken, zonder rimpels, waardoor hij er jonger uitzag dan vijfendertig.

mist londen

Boekgegevens

C.J. Sansom, Mist over Londen, Uitgeverij De Fontein, ISBN 978 90 261 3454 8 (€ 24,95)

Dit fragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie september 2013.

Berichten gemaakt 5312

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven