Boekfragment: Mijn stad… Leiden

Historicus Ruud Spruit neemt je mee op een speurtocht door de geschiedenis van de sleutelstad: van de eerste romeinse nederzettingen tot het Leidens Ontzet en verder.

DE TIJD
Tweeduizend jaar geleden woonden er al mensen langs de oevers van de rijn. Zij bouwden hun houten huizen met daken van stro op hoger gelegen stukken grond of op door henzelf gemaakte heuvels, want de rijn stroomde regelmatig over. Op de vruchtbare grond groeiden verschillende soorten graan en in de graslanden werd vee gehouden. Door greppels te graven werd het overtollige water afgevoerd. De bewoners hakten bomen en struiken om, zodat ze meer eten konden verbouwen. Het hout werd gebruikt voor de huizenbouw en als brandstof. De stad Leiden bestond toen nog lang niet, maar uit opgravingen is gebleken dat op de plek waar nu de Koenesteeg is – tussen het Levendaal en de Nieuwe rijn – in de derde eeuw vier boerderijen hebben gestaan, waarin mensen en dieren bij elkaar in één ruimte woonden. De rijn was toen de noordgrens van het grote romeinse rijk. De bewoners langs de rijn werden door de romeinen Cananefaten genoemd. De meesten van hen waren in de loop van de tijd vanuit het oosten de rijn komen afzakken.

MATILO
In het jaar 49 na Chr. liet de romeinse veldheer Corbulo een gracht graven achter de duinen van de Maas tot de rijn. Op de plaats waar het kanaal uitmondde in de rijn werd de vesting Matilo gebouwd. Omstreeks het jaar 250 werd de vesting verlaten. Bij opgravingen op de plek die nu Roomburg heet, werden veel dingen uit de romeinse tijd gevonden. In 2010 besloot het gemeentebestuur samen met de bewoners uit de buurt de vesting Matilo zichtbaar te maken door de wallen en de wachttorens te herbouwen.

GORDON
Het in 1996 gevonden ruitermasker is een van de topstukken in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. In maart 2014 werd dit masker samen met nog een aantal andere bodemvondsten door de Provinciale Archeologische Dienst overgedragen aan de gemeente Leiden. Het masker is gemaakt van verguld brons. Romeinse ruiters droegen soms een dergelijk masker aan hun helm. Er zitten scharnieren aan zodat het kan worden opgeklapt omdat het onder de helm en het masker bloedheet wordt. Bij parades en tijdens gevechten werd het masker neergeklapt. Het strakke bronzen ‘gezicht’ onder de helm gaf de ruiter een indrukwekkend en angstaanjagend uiterlijk. Omdat de vorm van het masker en vooral de krulletjes deden denken aan de bekende Nederlander Gordon, kreeg het masker de naam ‘Gordon’.

DE KAART VAN PEUTINGER
De geleerde diplomaat Konrad Peutinger was in het bezit van een kopie van een Romeinse kaart. De oorspronkelijke kaart uit de 3e eeuw was ooit zorgvuldig nagetekend door een monnik. De echte kaart is verdwenen, maar Peutinger gaf opdracht om de kopie opnieuw uit te geven.
De kaart bestond uit 12 bladen van ieder ongeveer 60 centimeter breed en 38 centimeter hoog en is niet te vergelijken met onze kaarten. Er staan wegen en rivieren op en tekens voor nederzettingen van de romeinen. Een vierkant gebouwtje betekent dat er een grote vesting was, een castellum. Twee torentjes geven aan dat er een wat kleinere vesting was. Op het afgebeelde deel van de kaart van Peutinger zien we Lugduno met twee torens. Dat is een romeinse vesting in de duinen van Katwijk (Lugdunum Batavorum).

Mijn_stad_Leiden_800p

Boekgegevens

Ruud Spruit, Mijn stad… Leiden,  Karakter Uitgevers, ISBN 978 90 452 0598 4 (€ 17,95)

Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie oktober 2014.

Berichten gemaakt 5313

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven