Column Lex Jansen: Mijn eigen archief

Het is nog niet zo heel lang geleden dat uitgeverijen De Arbeiderspers, Archipel en Balans gehuisvest waren in een fraai pand op de Herengracht. Nummer 372 was één van de Cromhouthuizen, gebouwd tussen 1660 en 1662. We hadden voorname buren: het Bijbels Museum aan de ene kant en het NIOD aan de andere. Auteurs kwamen graag op bezoek, er werd vergaderd in stijlvolle kamers en in de spiegelzaal werden nieuwe publicaties feestelijk gepresenteerd. Op zomerse dagen gebeurde dat in de binnentuin, waar soms een vleugel naartoe werd vervoerd, opdat er muziek zou zijn, bijvoorbeeld ter gelegenheid van de presentatie van een boek over Bach, van Maarten ’t Hart. Liefdes bloeiden er op, maar er werd ook strijd gestreden, en corona bestond niet – maar dat had u al begrepen.  
Het is echter niet alleen vanwege de overheidsmaatregelen om de verspreiding van het virus tegen te gaan dat bovenstaande passage uit een andere wereld lijkt te komen, ook andere ontwikkelingen hebben daartoe bijgedragen. Helemaal onderin het pand, waar de trappen niet van marmer, maar gewoon van hout waren, de plafonds laag en waar spinnen en hun web weinig licht nodig hadden was een afgesloten deur. Je moest een sleutel halen bij de receptie om de kelders achter die deur te kunnen betreden. De gewelven liepen door tot aan de gracht en er stonden lange rijen eenvoudige boekenkasten met van elke publicatie drie exemplaren voor de eeuwigheid. Zo mooi en georganiseerd als het enorme archief van het NIOD was dit boekenarchief niet, maar het was een feest om erin rond te struinen en het kwam niet in je op dat deze tastbare geschiedenis, dit waardevolle archief er ooit niet meer zou zijn. En toch is dat zo. De digitalisering heeft in de wereld van het archief voor een revolutie gezorgd. Enerzijds betekent het dat veel meer archieven voor veel meer mensen bereikbaar zijn, anderzijds is de exclusiviteit die een verzameling achter slot en grendel met zich meebrengt verloren gegaan. Ik weet dat Singel Uitgeverijen wel ergens op een industrieterrein de archieven van bijvoorbeeld Querido en De Arbeiderspers heeft opgeslagen, maar er is geen receptie waar je de sleutel kunt halen om je toegang te verschaffen tot die stille wereld, vol geheimen. Schitterende uitgaven heb ik er bekeken, maar ook eenvoudige pockets in reeksen die allang niet meer bestaan. Ik heb over het algemeen niet een enorme hang naar het verleden, maar als ik in gedachten terugga naar de stoffige ruimtes achter die grijze deur, dan overvalt me toch een gevoel van heimwee. Er zijn mannen bezig in mijn eigen kamer. Ze plaatsen een zeer grote, oude kast. Daar komen toch ook weer boeken in. Mijn eigen archief.  

Deze column verscheen eerder in de Boekenkrant, editie maart 2021.  

Berichten gemaakt 867

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven