M. van Shira Keller

Wat begint als een ongemakkelijke kennismaking tussen leraar en leerling, groeit uit tot een dagelijkse ontmoeting onder een vastgeroeste kerkklok, waar twee geliefden zich terugtrekken in een wereld waarin voor anderen geen plaats is. Tot er op een dag een dramatisch einde komt aan hun samenzijn. Jaren verstrijken, nooit heeft Leah met iemand over haar eerste liefde gesproken. Heeft de hartstocht tussen haar en M. werkelijk bestaan? Of heeft ze al die jaren een illusie met zich meegedragen?

Zes op het eerste gezicht identieke proefwerkblaadjes had ik al verscheurd, verfrommeld en in mijn rugzak gepropt. De oplettende lezer zou het verschil ontdekken in die zin helemaal onderaan, nu eens met hoofdletters geschreven, dan weer quasi-onverschillig met kleine letters, een woordje meer, een woordje minder – variaties die een wereld van verschil zouden maken. Toen de bel een nieuwe poging onmogelijk maakte, stak ik met gierende zenuwen en een flauw gevoel van spijt mijn vertaling de lucht in, waar een zuchtje wind hem tegen mijn arm vouwde, voordat hij door de surveillant, meneer Jongelius van Geschiedenis, in ontvangst werd genomen. Het zinnetje onder aan het blaadje was klein genoeg om niet door meneer Jongelius opgemerkt te worden, maar zo duidelijk dat Markus Prins, die het proefwerk zou nakijken, het niet over het hoofd zou kunnen zien.
Kan ik deze week, stond er, een keer met u spreken?

Een week later was het niet de met rode balpen gekalligrafeerde tien die me een paar seconden wegsloeg van de aardkorst. Onder aan het nagekeken proefwerk, schuin onder mijn vraag, ook in het rood, met een handschrift dat licht achteroverhelde en netjes en precies was alsof hij eerst op een kladpapiertje had geoefend:
Vanmiddag half vier, bij de Oude Kerk?
Dat Markus Prins me de rest van de les geen moment zou aankijken zou me die dag niet kwellen, zou me die dag niet doen terugverlangen naar de wereld van vóór die zomerse namiddag op het tweede balkon van de Amsterdamse Stadsschouwburg, nee, die dag was Markus Prins’ niet-kijken een bezegeling, iets waar niemand van wist, iets wat onherroepelijk was en wat geen clownsgezicht nog ongedaan zou kunnen maken.
‘Zit niet zo te grijnzen,’ fluisterde Deborah naast me.
Geschrokken trok ik mijn gezicht in de plooi.
‘Een tien hoor je met een pokerface te incasseren!’

De pauze bracht ik in de wc-ruimte door. Ik draaide mijn hoofd tot boven mijn rechterschouder en keek met half dichtgeknepen ogen door mijn wimpers naar het meisje in de spiegel. Ze had een glimmende huid, vettig haar en zag er jong uit voor haar leeftijd.
‘Zou dat mogelijk zijn?’ fluisterde ik tegen het meisje in haar donkerblauwe coltrui.
Iets in haar blik was al volwassen.
Ik schudde mijn hoofd.

Om kwart over drie vroeg ik de conciërge waar ik de Oude Kerk kon vinden.

Boekgegevens

Shira Keller, M., Uitgeverij Podium, ISBN 978 90 575 9513 4 (€ 16,50)

Dit artikel verscheen eerder in de Boekenkrant, editie juli 2013,

Eén gedachte over “M. van Shira Keller

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven