Zo’n begin, da’s toch machtig mooi. De schrijver Max Niematz heeft de woorden uit Oldambster klei getrokken. Beetje zwaar, beetje nors soms. Zwijgen was beter geweest. Zo zijn die lui van Kromzicht ook precies. Een dorp met twee boerenfamilies, Hensius en Tiedema, beladen met stille rivaliteit. Waar heer en knecht nog herkenbaar zijn. Werk en eten niet voor het opscheppen liggen. De rivaliteit van Hensius en Tiedema, dat moet toch eens misgaan? Die jongens van ze, Ludo en Berend, ze zijn zo verschillend. De een excentriek, de ander traag maar degelijk. Allebei met een heel andere kijk op het veebedrijf, de fokkerij en de omgang met personeel. Maar beide jongens hebben een oogje op hetzelfde meisje. Kromzicht. Een rustig dorp. Vredig. Ja, dat moet toch eens misgaan…
Dat gebeurt dan ook. Ludo en Berend zijn erfgenaam van de tegenstellingen die de twee boerenfamilies scheidt. Als jonge patriarchen bestieren ze hun bezit. De een, de excentriekeling, richt zich op het kweken van een superras. De ander, degelijk als klei, houdt vast aan het kruisen van meerdere rassen. Hun karakters en het noodlot ondergraven spade na spade de Kromzichter kalmte. Dan, in de nacht, schrikt het slapende dorp wakker van het geloei van koeien en van harde knallen.
Max Niematz, Kromzicht, uitgeverij Contact, ISBN 978 90 254 25654 (€ 18,90)