INTERVIEW – Tom Bade – Wild van de economie – Over de baten van bronst, burlen en andere beestachtige belevenissen

‘Aanleiding voor het schrijven van Wild van de economie was de discussie over wilde zwijnen en damherten op de Veluwe,’ aldus Tom Bade. ‘Die ging alleen over de schade die de dieren veroorzaakten, en niet over de baten. Je kunt het wild natuurlijk afschieten, opeten of opzetten, maar dat levert maar een schamele opbrengst. De werkelijke baten wilde ik in kaart brengen: hoeveel gaat er nu eigenlijk om in het genieten van wild?’

Wildkijken
Die vraagstelling was het begin van anderhalf jaar onderzoek en veldbezoeken aan de Biesbosch, de Kop van Schouwen, de Veluwe, de Weerribben, de Wieden en al die andere locaties waar het wild scharrelt en schuilt.
‘We spraken met ondernemers en bezoekers, en brachten voor een aantal gebieden de baten in kaart die direct zijn te herleiden naar het “wildkijken”. Hoeveel bezoekers kwamen er voor het wild en hoeveel spendeerden ze? Natuur kan vanzelfsprekend oneindig waardevol zijn, maar ons onderzoek richtte zich direct op het daarmee verdiende geld.’

Poema-effect
De resultaten van het onderzoek waren verbluffend. Twintig procent van de Veluwe-bezoekers kwam voor het wild. En als ze niet zouden komen, bijvoorbeeld omdat er geen wild zou zijn, liep het gebied maar liefst honderd miljoen euro per jaar mis.
‘We keken onder meer ook naar het Poema-effect, zo genoemd naar aanleiding van de poema die enkele jaren geleden werd gespot. Wat gebeurt er als in dit geval de wolf zes dagen lang terugkeert op de Veluwe? Immers, ook dit dier zou gesignaleerd zijn. Het is eenvoudig te berekenen. Toen er een wolf zou rondlopen, trokken 15.000 mensen naar het gebied, die elk per dag gemiddeld 5 euro besteedden. Dat is een extra omzet van een half miljoen euro. In Yellowstone, in de VS, brengt de wolf maar liefst 50 miljoen dollar extra op per jaar. Niet dat de wolf terugmoet naar Nederland. Dat is een oenig concept. Weet zo’n wolf veel waar Nederland ligt. Je kunt best een areaal hebben dat deels in Nederland en deels in Duitsland ligt. Het dier is dan zo nu en dan hier, wat economisch prima is. En het dier loop wel weer gillend weg als het te druk voor hem wordt. Het gaat erom dat we om economische redenen meer ruimte geven aan het wild. Wolven, zwijnen, herten, ze lopen gewoon rond en wij vinden nog steeds dat het niet zo hoort.’

Schade en schieten
Gezien de conclusies van Bade c.s. in combinatie met een toenemende‘wildkijktrend’, is het opmerkelijk (oenig?) dat er nog altijd slechts in termen van schade en schieten wordt gesproken.
‘De economische waarde van wild moet voor iedereen duidelijk zijn,’ meent Bade. ‘Zelfs Staatsbosbeheer is denk ik nog onvoldoende van het belang doordrongen. Het zijn klassieke patronen. Van oudsher wordt wildschade namelijk alleen verhaald op de jagers. Ze betaalden aan het jachtfonds, dat de schade aan de boeren vergoedde. Maar ondernemers verdienen nu goed aan het wild. Wanneer ze een deel van die verdiensten laten terugvloeien naar een dergelijk fonds, kan daarmee de relatief kleine wildschade gemakkelijk worden vergoed. Degenen met de lusten dragen bij aan de lasten en discussies hoeven niet langer los te barsten zodra een hert of zwijn een niet-bestaande grens overschrijdt.’

Tom Bade, Reinier Enzerink, Berend van Middendorp, Wild van de economie, Over de baten van bronst, burlen en andere beestachtige belevenissen, ISBN 978 90 5011 343 4 (€ 19,95)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven