Interview: Özcan Akyol

Het omslag van Özcan Akyols Boekenweekessay Generaal zonder leger is veelbetekenend: de rijen lege stoelen lijken een schrijnend symbool voor de status van literatuur in onze maatschappij. Van de leegloop van boekhandels, de ontlezing van jongeren tot het gebrek aan schrijvers die ‘verder kijken dan hun navel’. Kunnen we het tij nog keren? Ja, denkt de auteur, maar dan moeten we de ware problemen wel onder ogen durven te zien. 

Door Mirjam Mulder 

Gezien het thema van de Boekenweek, ‘Rebellen en dwarsdenkers’, lijkt Akyol een logische keuze voor het essay: met zijn romans, columns en opvallende aanwezigheid in de media heeft hij de afgelopen jaren al voor heel wat opschudding gezorgd in de boekenwereld. Waar andere schrijvers hem ervan betichten ‘schaamteloos commercieel’ te zijn, vindt hij juist dat zij wat vaker uit hun ivoren torentje moeten komen. Akyol: ‘Niemand kan mij verwijten dat ik niet midden in de strijd sta. Ik krijg elke week bakken stront over me heen. Dat hoort erbij: ik ben een generaal met een enorm leger.’ 
In het essay geeft hij zijn ongezouten mening over de stand van zaken in de boekenwereld. Volgens hem zijn er vandaag de dag veel potentiële lezers, die niet worden bereikt doordat de boekenwereld te ver van hen afstaat. ‘Veel mensen hebben het idee dat boeken alleen voor de happy few zijn,’ zegt de auteur. ‘Je kunt jezelf afvragen: waarom is dat? Ik denk dat wij dat zelf hebben gecreëerd.’ In dit essay houdt hij de literaire wereld een spiegel voor, en geeft alvast een aanzet tot verandering. 

Impact 
Om te beginnen bij de scholen en hun ‘stoffige lijstjes’. Volgens een recent PISA-rapport neemt de ontlezing onder jongeren snel toe. Niet zo gek, in een wereld vol afleidingen als Netflix en Instagram. Toch denkt Akyol dat scholieren nog wel aan het lezen te krijgen zijn, als we literatuur maar als een interessant alternatief presenteren. ‘Op school moeten ze telkens een lijstje afwerken: verklaar de titel, het motto, de protagonist, et cetera. Dat is niet wat literatuur is. Het gaat er juist om wat je hebt gevoeld, wat je hebt beleefd. Laatst was ik in een klas waar de leerlingen de opdracht hadden gekregen zelf een kunstuiting te maken bij mijn boek. Sommigen hadden tekeningen en anderen hadden vlogs gemaakt bij scènes uit het boek, en daar gingen ze dan met elkaar over praten. Zo kan het ook.’ 
Als schrijver bezoekt hij vaak middelbare scholen om te proberen zijn liefde voor boeken over te dragen op de leerlingen. Een taak waarvan hij vindt dat meer schrijvers die op zich zouden moeten nemen. ‘Op het moment dat een auteur zelf iets over zijn boek of het schrijversvak komt vertellen, dan maakt dat een grote indruk,’ legt de auteur uit. ‘Alle docenten zijn blij als een schrijver langskomt op school. Ik krijg altijd te horen: “Dit heeft zo’n impact gehad, ze zijn allemaal je boek gaan lezen, sommigen zijn zelf begonnen met verhalen maken.” Dus dan raak je iemand.’ 

Inclusief 
Ook de boekhandels ontspringen de dans niet in het essay. Juist om hun culturele en maatschappelijke waarde te kunnen behouden, vindt hij dat zij af moeten van hun wat elitaire imago. Akyol: ‘Er zijn veel boekhandelaren die begrijpen dat ze meer dan een winkel moeten zijn; een plek waar kinderen kunnen spelen, waar je een krantje kunt lezen, waar het fijn is om te vertoeven. Aan de andere kant zijn er ook boekhandels die zichzelf te exclusief maken. Ik sprak eens met een boekhandelaar die het maar niks vond dat hij De zeven zussen verkoopt. Hij dacht daarmee bij mij een goede sier te maken, maar hij zette zichzelf totaal voor schut, want dankzij die Lucinda Riley kan hij zijn huur of hypotheek betalen. Dat we mensen veroordelen op wat ze lezen, dat vind ik heel raar.’ 
Een lichtend voorbeeld is volgens hem de bibliotheek. ‘Dat is een hele inclusieve plek, daar komen écht alle lagen van de samenleving,’ meent de auteur. ‘Waarom? Omdat je er alles hebt, er wordt geen onderscheid gemaakt tussen hoge en lage literatuur, voor zover dat al bestaat. Toen ik laatst met mijn kinderen naar de bibliotheek ging, was ik echt verbaasd over wat daar rondliep. Van deftige ouderen die romans willen lezen, tot zestienjarigen die gratis wifi willen hebben, tot kleine kinderen die torens aan het bouwen zijn met kussens. Alles liep er door elkaar, je kon niet eens een plekje vinden om te zitten. Dan denk ik: zo moet het zijn.’ 

Boekgegevens

Özcan Akyol, Generaal zonder leger, Stichting CPNB, 94 pagina’s. Tijdens de Boekenweek van 7 t/m 15 maart voor € 3,75 verkrijgbaar in de boekwinkel.

Dit interview verscheen eerder in de Boekenkrant, editie maart 2020.

Foto: Anja van Wijgerden

Berichten gemaakt 5308

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven