Boekfragment: Lieve Edward

Lieve Edward van Ann Napolitano is een verhaal dat je niet meer loslaat. Wie ben je als je alles bent kwijtgeraakt? 

Bij de hoofdingang van het ziekenhuis staat hij op uit de rolstoel en krijgt krukken aangereikt. Langzaam loopt hij tussen Lacey en John in naar de auto. Hij is zich op een nieuwe manier bewust van de aanwezigheid van zijn oom en tante. De laatste keer dat hij hen hiervoor had gezien was met kerst, toen ze met z’n allen hadden gebruncht in een restaurant in Manhattan. […] Edward ziet zijn broer nog tegenover zich zitten tijdens die brunch, met zijn vingertoppen tegen elkaar een poging doend zijn steentje bij te dragen aan het technische gesprek tussen zijn vader en John, alsof hij ook een volwassene was. Het beeld van zijn broer is zo pijnlijk dat Edwards zicht even helemaal wegvalt en hij struikelt. 

‘Rustig aan,’ zegt John. 

‘Dag, Edward,’ klinkt een stem. 

‘Succes, Edward.’ 

Voor hem gaat een autoportier open. Pas dan ziet hij achter die auto, aan de overkant van de straat, een groep mensen. […] Dan roept iemand in de menigte Edwards naam en anderen beginnen te klappen en met hun armen te zwaaien als ze zien dat ze zijn aandacht hebben. […] 

‘Ik begrijp niet hoe ze achter je ontslagdatum zijn gekomen,’ zegt John. ‘Het heeft niet in de kranten gestaan.’ 

[…] 

‘Het lijkt wel of ze denken dat ik beroemd ben.’ 

‘Dat ben je ook wel, een beetje,’ zegt John. 

‘Kom, we gaan,’ zegt Lacey. 

Ze stappen in de auto en rijden langs de zwaaiende menigte met de borden. Edward staart naar ze door het raam. Hij zwaait even terug en een man steekt een vuist in de lucht alsof die zwaai was waar hij op had staan hopen. […] 

Ze rijden naar een huis waar Edward gedurende zijn leven sporadisch op bezoek is geweest, maar altijd met zijn ouders en broer. […] Hij kijkt naar de auto’s en bomen die langs het raam stromen. Het lijkt alsof ze te hard rijden en hij wil er net iets van zeggen, als hij een begraafplaats ziet. Voor het eerst vraagt hij zich af wat er met de lichamen is gebeurd. 

Een laagje koud zweet bedekt zijn huid. ‘Kun je stoppen, alsjeblieft?’ 

John zwenkt naar de zijkant van de hoofdweg en Edward duwt het portier open, laat zijn bovenlichaam naar buiten hangen en braakt op het grijs. Havermout en sinaasappelsap. […] Lacey wrijft over zijn rug. Zoals elke keer wanneer hij haar gezicht niet kan zien, doet hij alsof ze zijn moeder is. 

Hij blijft maar overgeven. Zijn lijf trekt samen en gooit alles eruit.  

Hij hoort haar zeggen: ‘Ik vond het vreselijk als de verpleegkundigen tegen je zeiden dat alles goed zou komen.’ Laceys stem is schriller dan die van zijn moeder en ze is weer zijn tante. 

‘Dit is niet goed. Hoor je me, Edward? Luister je? Het gaat niet goed met je. Het gaat niet goed met ons. Dit is niet goed.’ 

[…] Als hij zich realiseert dat het klaar is, dat zijn lichaam schoon is geschuurd en pulseert van leegheid, gaat hij weer rechtop zitten. Hij knikt met zijn hoofd. En op de een of andere manier klaren die uitspraak en die knik de lucht. Er hangt opluchting in de auto. Ze kunnen ergens beginnen, ook al is dat het ergst denkbare startpunt. 

Boekgegevens

Ann Napolitano, Lieve Edward, vertaling: Maya Denneman, Uitgeverij Luitingh-Sijthoff, 320 pagina’s (€ 20,99)

www.lsamsterdam.nl

Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie maart 2020.

Berichten gemaakt 5307

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven