Interview Marcel van de Ven: Mijn leven in de heimelijkheid

In 2003 zette de Nederlandse politie een eenheid op die zo geheim was dat zelfs binnen het korps bijna niemand ervan wist. De leden van deze eenheid werden getraind om de zwaarste criminaliteit te bestrijden. Vanuit de Kooi, hun streng beveiligde basis, gingen zij de strijd aan met onder meer moordenaars, terroristen en drugshandelaren. In een tijd waarin de criminaliteit verhardde, stonden zij dag en nacht paraat.  

Door Istvan Kops 

In De kooi kijkt Marcel van de Ven, één van de pioniers binnen het team, terug op de vele bloedstollende acties die hij met zijn collega’s uitvoerde en vertelt hij over de grote gevolgen die dat had op het gebied van de opsporing en op zijn persoonlijke leven. Ik spreek Van de Ven op zijn kantoor in Amsterdam. Het werd een bijzonder fijn gesprek over het werk dat hij heeft gedaan, maar vooral ook over wat het met hem als persoon heeft gedaan.  

Wat voor effect heeft het werk in de eenheid op jou als mens gehad? 
‘Tijdens de opleiding werd ik stukje voor stukje uit elkaar gehaald en weer in elkaar gezet. Zowel fysiek als mentaal was die tijd ontzettend zwaar. Als je zo’n training tweeëndertig weken meemaakt dan vormt en vervormt dat je persoonlijkheid. In de jaren die ik daarna voor het team heb gewerkt, werden we altijd ingezet bij potentieel bijzonder gevaarlijke situaties, waardoor ik constant alert bleef. Ik zag alles, bleef constant scherp, schakelde snel en dat ging op een gegeven moment mijn hele handelen beheersen. Het heeft lang geduurd voordat ik weer rustiger werd en een goede emotionele balans kon vinden.’  

Hoe moeilijk was het om dit verhaal te schrijven? 
‘Ik was niet iemand die veel over zijn ervaringen sprak. Ik verloor mij destijds enorm in mijn werk en sloot me af voor de buitenwereld. Gelukkig heb ik nog steeds een goede band met mijn kinderen en de moeder van mijn kinderen, maar ook met hen heb ik het toen nooit over mijn ervaringen gehad. Ik vind het mooi dat ze nu kunnen lezen hoe het me heeft beziggehouden. Oud-collega’s hebben tegen me gezegd dat ze dit boek ook aan hun kinderen laten lezen. De politiewereld is een gesloten wereld. Binnen het specialisme is het geen gewoonte om over je werk te praten, je bent een “silent professional”. We bespraken onze gevoelens vooral binnen het team. Dat was van groot belang, omdat je blindelings op elkaar moest kunnen vertrouwen. Achteraf, toen ik de politiewereld had verlaten en ik mijn rust had gevonden, kon ik mijn gevoel weer toelaten en kon ik ook van de mooie dingen in het leven genieten.’ 

Het werk heeft een grote impact op je gezinsleven gehad. Waardoor bleef je gemotiveerd om toch door te gaan? 
‘Als je aan iemand die begint bij de politie vraagt waar hij wil werken, dan is de kans groot dat je als antwoord het arrestatieteam krijgt. Sommige teams hebben meer aanzien dan andere. Toen ik de opleiding haalde en bij mijn team kwam, was ik ontzettend trots. Niet iedereen had namelijk de competenties om in ons team te komen, waardoor de aanwas erg klein was. Het zorgde ervoor dat er een cultuur ontstond waarin je er altijd voor elkaar was en dat je 24/7 en 365 dagen in het jaar paraat stond. Daarnaast waren de zaken waar we aan werkten gevaarlijk en er waren geen andere teams die dit werk konden doen. We waren er heel erg van doordrongen dat we werkten aan de veiligheid van de maatschappij.’ 

In hoeverre heeft het werk je wereldbeeld veranderd? 
‘Wat ik heb geleerd is dat je buurman een zware misdadiger kan zijn. De meeste onderwereldfiguren, moordenaars of kindermisbruikers kunnen ontzettend aardig doen en een drankje met je drinken en daarnaast een heel ander leven leiden. Ik ben daardoor heel slecht van vertrouwen. De toppers in de criminaliteit zijn bijna allemaal narcisten. Ze zijn soms heel amicaal, maar ze zijn ondertussen altijd uit op gewin en op een vergroting van hun status en aanzien.’ 

Vind je dat er voldoende erkenning en waardering is voor het werk dat je hebt gedaan? 
‘Er zijn veel teams binnen de politie die ongelooflijk zwaar en goed werk doen. Als er ergens een gevaarlijke situatie aan de hand is zoals met die tramschutter in Utrecht dan zijn er politiemensen die daarop afgaan en de meeste mensen vinden dat ook normaal. Veel teams doen onzichtbaar werk en nemen daar geen credits voor. Daarom is het ook zo ongewoon dat ik dit verhaal op papier heb gezet. Er werd aanvankelijk vanuit de politieorganisatie ook best sceptisch op gereageerd, maar na de verschijning kreeg ik veel positieve reacties. Veel mensen voelden zich erg gewaardeerd en begrepen. Ik wilde Nederland laten zien dat we trots mogen zijn op wat deze mensen doen en tegelijk wat voor een impact het werk heeft gehad op het privé-leven van veel mensen bij de politie.’ 

Boekgegevens

Marcel van de Ven, De kooi, Uitgeverij Ambo|Anthos, 246 pagina’s (€ 20,99)

Dit interview verscheen eerder in de Boekenkrant, editie oktober 2020

Berichten gemaakt 5312

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven